De procedure voor de inning van de jaarlijkse responsabiliseringsbijdrage
De responsabiliseringsbijdrage van een lokaal bestuur wordt vastgesteld op basis van de goedgekeurde rekeningen voor het kalenderjaar (= N) in de maand juni van het daaropvolgende jaar (= N + 1). Tot en met het kalenderjaar 2016 gebeurt dit op basis van de goedgekeurde rekeningen van de DIBISS, en vanaf het kalenderjaar 2017 op basis van de goedgekeurde rekeningen van de RSZ.
De FDP bepaalt op basis van het exacte bedrag van de pensioenuitgaven en de loonmassa van de vastbenoemden de
- responsabiliseringscöefficiënt voor alle geresponsabiliseerde besturen en
- responsabiliseringsbijdrage van elk geresponsabiliseerd bestuur.
In de loop van de maand september van daaropvolgende jaar (= N + 1) stelt de RSZ de geresponsabiliseerde lokale besturen in kennis van het bedrag van de bijdrage dat het bestuur moet betalen uiterlijk eind december van hetzelfde jaar.
De maandelijkse factuur van de RSZ bevat geen voorschot op de responsabiliseringsbijdrage. De RSZ prefinanciert de pensioenuitgaven van de vroegere vastbenoemden van de geresponsabiliseerde lokale besturen. Elk bestuur is vrij om maandelijkse voorschotten van één twaalfde van het geraamd bedrag van de responsabiliseringsbijdrage te betalen aan de RSZ.