Overzicht van beschermde en niet beschermde mandatarissen
Het suppletief sociaal statuut wordt op voormelde lokale mandatarissen enkel toegepast indien zij niet sociaal beschermd zijn.
Als zodanig worden beschouwd:
- de mandatarissen die niet onderworpen zijn aan de sociale zekerheid voor werknemers of aan het sociaal statuut van de zelfstandigen uit hoofde van een andere beroepsactiviteit dan de uitoefening van hun lokaal politiek mandaat en die enkel prestaties inzake geneeskundige verzorging zouden genieten mits betaling van persoonlijke bijdragen aan het ziekenfonds;
- de mandatarissen die wel onderworpen zijn aan het socialezekerheidsstelsel van de werknemers of aan het sociaal statuut van de zelfstandigen maar waarvan de omvang van hun activiteit als werknemer of zelfstandige dermate beperkt is dat zij toch bijkomende sociale bijdragen dienen te betalen om prestaties inzake geneeskundige verzorging te genieten.
Om in concreto te achterhalen welke personen onder het statuut van de ‘niet beschermde lokale mandataris’ vallen, moet het socialezekerheidsstatuut van de gemandateerde onderzocht worden op het moment dat deze het mandaat opneemt. Indien de mandataris niet verzekerd is voor de sector geneeskundige verzorging, valt hij onder het suppletief statuut. Dit onderzoek moet opnieuw geschieden indien er tijdens de duur van het mandaat een wijziging optreedt in het sociaal of beroepsstatuut van de mandataris. Indien deze wijziging met zich brengt dat betrokkene niet meer verzekerd is voor de sector geneeskundige verzorging, dan kan hij op dat ogenblik alsnog genieten van het sociaal statuut van de niet beschermde lokale mandatarissen.
Volgende personen kunnen een politiek mandaat op lokaal vlak bekleden:
1. Werknemers en ambtenaren
Op het loon van de werknemers en de wedde van de ambtenaren worden socialezekerheidsbijdragen betaald voor de verschillende regelingen van het socialezekerheidsstelsel van de werknemers waaronder zij krachtens hun statuut ressorteren. Uit hoofde van deze bijdragebetaling hebben zij in de regel het volle genot van prestaties in de op hen toepasselijke socialezekerheidsregelingen.
Mandatarissen die als werknemer of ambtenaar werkzaam blijven, behouden hun sociale bescherming en zijn derhalve GEEN niet beschermde lokale mandatarissen.
Enkel indien de omvang van hun tewerkstelling als werknemer of ambtenaar dermate beperkt is dat zij zelf bijkomende persoonlijke bijdragen moeten betalen aan het ziekenfonds - dit is het geval indien de jaarlijkse bruto bezoldiging minder bedraagt dan 6.127,72 EUR (geïndexeerd bedrag voor het kalenderjaar 2017) - worden deze mandatarissen beschouwd als niet beschermd en kunnen zij een beroep doen op het suppletief sociaal statuut.
2. Zelfstandigen
Zelfstandigen zijn in de regel aangesloten in het sociaal statuut van de zelfstandigen en aangezien zij de bijdragen voor aansluiting in hoofdberoep betalen, zijn zij in dit statuut gerechtigd op socialezekerheidsprestaties (ziekteverzekering en pensioen).
Een politieke activiteit die wordt uitgeoefend naast het beroep van zelfstandige wordt in de socialezekerheidsreglementering betreffende de zelfstandigen echter niet als een beroepsactiviteit beschouwd. De mandatarissen die als zelfstandige werkzaam blijven, zijn aldus GEEN niet beschermde lokale mandatarissen.
3. Werknemers en ambtenaren met verlof zonder wedde
De in de privésector tewerkgestelde werknemers die een uitvoerend politiek mandaat uitoefenen op lokaal niveau hebben het recht om hun arbeidsprestaties volledig te schorsen gedurende de duur van het mandaat.
De werknemers ontvangen tijdens voormeld politiek verlof geen loon en betalen geen socialezekerheidsbijdragen waardoor zij hun sociale bescherming in het statuut van de werknemers verliezen.
Hetzelfde geldt overigens voor de personeelsleden in overheidsdienst die in toepassing van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 14-3-2003 een niet bezoldigd voltijds verlof genieten voor de uitoefening van een politiek mandaat alsmede voor de werknemers van de privésector en de ambtenaren die in onderlinge overeenstemming met hun werkgever hun arbeidsprestaties volledig schorsen (= conventioneel verlof zonder wedde).
De bovenstaande categorieën die voltijds van een onbezoldigd verlof gebruik maken, zijn dus niet beschermde lokale mandatarissen die onder de toepassing vallen van het suppletief sociaal statuut.
4. Werknemers en ambtenaren die volledige loopbaanonderbreking nemen bij een werkgever van de publieke sector
Werknemers en ambtenaren die hun arbeidsprestaties tijdelijk schorsen in het kader van de volledige onderbreking van de beroepsloopbaan bij een werkgever van de publieke sector, ontvangen geen loon meer waarop socialezekerheidsbijdragen worden berekend. Zij genieten in dit stelsel echter wel van onderbrekingsuitkeringen ten laste van de RVA uit hoofde waarvan zij hun sociale bescherming behouden.
Indien deze werknemers of ambtenaren een uitvoerend politiek mandaat bij een lokaal of provinciaal bestuur gaan uitoefenen, blijven zij sociaal beschermd aangezien zij het recht op onderbrekingsuitkeringen behouden. Bovendien kunnen zij een onderbrekingsuitkering cumuleren met de inkomsten voortvloeiend uit een politiek mandaat. Deze werknemers en ambtenaren die in loopbaanonderbreking zijn met het genot van een onderbrekingsuitkering, zijn dan ook geen niet beschermde lokale mandatarissen.
5. Werknemers die volledig tijdskrediet nemen bij een werkgever van de privé- sector
De contractuele werknemers die hun arbeidsprestaties tijdelijk schorsen in het kader van het volledig tijdskrediet bij een werkgever van de privésector, ontvangen geen loon meer waarop socialezekerheidsbijdragen worden berekend. Zij genieten in het kader van tijdskrediet van een forfaitaire maandelijkse uitkering ten laste van de RVA.
Indien deze werknemers een politiek mandaat bij een lokaal of provinciaal bestuur opnemen, hebben zij geen recht meer op de uitkering ten laste van de RVA. De uitkering in het kader van het tijdskrediet is niet cumuleerbaar met een politiek mandaat. De werknemers in volledig tijdskrediet bij een werkgever van de privésector zijn niet beschermde lokale mandatarissen.
6. Arbeidsongeschikte werknemers
Werknemers die arbeidsongeschikt zijn en die, mits toelating van de adviserend geneesheer, een uitvoerend gemeentelijk mandaat opnemen, behouden hun erkenning als arbeidsongeschikte werknemer en derhalve hun sociale bescherming voor de sector geneeskundige verzorging zonder dat zij zelf bijdragen moeten betalen aan het ziekenfonds. In dit geval ontvangen betrokkenen geen of nog enkel een verminderde arbeidsongeschiktheidsuitkering (gedurende het eerste jaar arbeidsongeschiktheid) of invaliditeitsuitkering (na 1 jaar arbeidsongeschiktheid).
Arbeidsongeschikte werknemers zijn dus geen niet beschermde lokale mandatarissen.
7. Arbeidsongeschikte zelfstandigen
Arbeidsongeschikte zelfstandigen die een gelijkstelling genieten voor het pensioen in het kader van het sociaal statuut, kunnen recht hebben op gratis gezondheidszorg.
De zelfstandige titularis heeft voor een periode van maximaal 12 maanden de mogelijkheid om in een periode van arbeidsongeschiktheid met de toelating van zijn adviserend geneesheer een andere activiteit dan zijn voorgaande zelfstandige activiteit uit te oefenen met het oog op zijn reclassering op grond van artikel 23 van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten.
De uitoefening van een lokaal politiek mandaat valt immers onder de notie “elke andere professionele activiteit” die in dit artikel wordt bedoeld. Wanneer de adviserende geneesheer het politieke mandaat echter als een minieme activiteit beschouwt, is er geen toelating vereist.
De uitoefening van een dergelijk mandaat zou een einde kunnen stellen aan de ongeschiktheid na een periode van 2 x zes maanden, of wanneer de adviserende geneesheer weigert de toelating te geven omdat hij de ongeschiktheid onverenigbaar acht met de werkdruk die het mandaat inhoudt. In dat geval zou het recht op gezondheidszorg niet noodzakelijkerwijs gratis zijn. Dit zal echter afhangen van de oplossing die zal worden weerhouden om het recht toe te kennen aan deze persoon. Indien persoonlijke bijdragen verschuldigd waren om deze gezondheidszorg te kunnen genieten, moet de rechthebbende als niet beschermde lokale mandataris beschouwd worden.
8. Parlementsleden
Noch de leden van de Kamer van Volksvertegenwoordigers en de Senaat, noch de leden van een gewest- of gemeenschapsraad beschikken over een sociaal statuut. In de huidige regeling worden enkel de persoonlijke bijdragen, die zij aan het ziekenfonds betalen om gerechtigd te zijn op prestaties in de sector geneeskundige verzorging van de ziekte- en invaliditeitsverzekering, ten laste genomen door de wetgevende vergadering waarvan zij deel uitmaken.
Indien een parlementslid benevens zijn parlementair mandaat een uitvoerend gemeentelijk mandaat bekleedt, moet hij als niet beschermde lokale mandataris worden beschouwd.
9. Gepensioneerden, weduwnaars en weduwen
Wanneer een gepensioneerde werknemer, ambtenaar of zelfstandige een mandaat opneemt, zal, behoudens het geval waarin hij ervoor opteert om zijn wedde te laten verminderen, de betaling van het pensioen tijdelijk geschorst worden omdat de aan dit mandaat verbonden wedde het plafond van de toegelaten arbeid zal overschrijden.
Voor de gepensioneerde werknemer of ambtenaar heeft de volledige opschorting van de pensioenbetaling tot gevolg dat zij de hoedanigheid van gepensioneerde verliezen en dientengevolge ook het recht op prestaties in de ziektek ostenverzekering. In een dergelijke omstandigheid dienen de gepensioneerde werknemers, weduwnaars en weduwen beschouwd te worden als niet beschermde lokale mandatarissen.
Wanneer de mandataris er daarentegen voor kiest om zijn wedde te laten verminderen tot het plafond van de toegelaten arbeid, blijft hij verder zijn rustpensioen ontvangen en blijft hij uit hoofde hiervan sociale bescherming genieten. De mandataris is in een dergelijk geval geen niet beschermde lokale mandataris.
Ook wanneer het rustpensioen toegekend wordt voor een loopbaan van minder dan een derde van een volledige loopbaan, is de gepensioneerde werknemer of ambtenaar geen bijkomende persoonlijke bijdragen verschuldigd om prestaties inzake geneeskundige verzorging te genieten en wordt hij niet beschouwd als een niet beschermde lokale mandataris.
Voor de gepensioneerde zelfstandige heeft de volledige opschorting van de pensioenbetaling daarentegen niet tot gevolg dat hij de hoedanigheid van gepensioneerde verliest. Hij behoudt het recht op prestaties in de ziektekostenverzekering en wordt niet beschouwd als niet beschermde lokale mandataris.
Hetgeen voorafgaat, is mutatis mutandis van toepassing op de weduwnaars en weduwen die, na het overlijden van hun echtgenoot, een overlevingspensioen genieten en een politiek mandaat uitoefenen.
De mandataris die zijn politiek mandaat opgenomen heeft uiterlijk de laatste dag van de maand van zijn 65e verjaardag en die pensioengerechtigd wordt in de loop van zijn mandaat, mag voor de verdere duur van de legislatuur de volledige mandatariswedde en het pensioen als ambtenaar, werknemer of zelfstandige onbeperkt cumuleren. Deze regeling geldt enkel als het politiek mandaat is ingegaan vóór de ingangsdatum van het pensioen, en is niet van toepassing op een gepensioneerde die een mandaat opneemt.
10. Systeem van terbeschikkingstelling, voorafgaand aan het pensioen, voor het onderwijzend personeel
De personeelsleden uit het onderwijs die gebruik maken van het systeem van terbeschikkingstelling voorafgaand aan het pensioen zijn onderworpen aan een regeling die sterke gelijkenissen vertoont met diegene die van toepassing is op de gepensioneerden.
Tijdens de terbeschikkingstelling, die de oppensioenstelling onmiddellijk voorafgaat, wordt aan de betrokken personeelsleden een wachtgeld toegekend dat een percentage bedraagt van de laatste activiteitswedde. Op dat wachtgeld worden, zoals op de wedde, socialezekerheidsbijdragen betaald waardoor de betrokkenen hun bijdrageverplichtingen in de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging vervullen.
Indien het wachtgeld niet meer wordt uitgekeerd wegens de uitoefening van een lokaal politiek mandaat, waarvan de wedde te hoog is om het als een toegelaten activiteit te beschouwen, zullen de vereiste socialezekerheidsbijdragen niet meer worden betaald en vervult betrokkene dus niet langer zijn bijdrageverplichtingen.
Een personeelslid van het onderwijs ingeschakeld in het systeem van terbeschikkingstelling voorafgaand aan het pensioen, waarvan de uitbetaling van het wachtgeld geschorst wordt, is dus een niet-beschermd lokaal mandataris die gebruik moet maken van het suppletief sociaal statuut.
11. Werklozen en werklozen met bedrijfstoeslag
Indien een werkloze of een werkloze met bedrijfstoeslag een uitvoerend gemeentelijk mandaat opneemt, wordt krachtens de vigerende werkloosheidsreglementering het gedeelte van de aan het politiek mandaat verbonden wedde, dat 13,98 EUR per dag overschrijdt, in mindering gebracht van het bedrag van de werkloosheidsuitkering. Evenwel, ongeacht het bedrag van de wedde, behoudt de mandataris steeds een minimumbedrag van 0,12 EUR per dag aan werkloosheidsuitkering. De betaling van dit gewaarborgde minimumbedrag zorgt ervoor dat de betrokkene zijn sociale bescherming behoudt die verbonden is aan het statuut van werkloze. Werklozen en werklozen met bedri jfstoeslag zijn derhalve GEEN niet beschermde lokale mandatarissen.
Bovendien zal de mandataris, op grond van artikel 42, § 2, 3° van het werkloosheidsbesluit, onmiddellijk na het neerleggen van zijn mandaat opnieuw gerechtigd zijn op werkloosheidsuitkeringen zonder dat hij eerst weer een wachttermijn moet doorlopen.
12. Personen die niet beroepsactief zijn
Personen die geen beroepsactiviteit uitoefenen, moeten met het oog op het genot van prestaties in de tak geneeskundige verzorging, persoonlijke bijdragen betalen aan het ziekenfonds voor zover zij hiervan niet via een van de echtgenoot afgeleid recht kunnen genieten. Personen die er aldus toe gehouden zijn om zelf bijdragen te betalen voor een minimale sociale bescherming, zijn, indien zij een gemeentelijk uitvoerend mandaat bekleden, niet beschermde lokale mandatarissen.
Hetzelfde geldt voor de niet beroepsactieve personen die, vóór zij een lokaal politiek mandaat opnamen, persoon ten laste waren en enkel via een van de echtgenoot afgeleid recht sociale bescherming genoten (vb. huisvrouwen). Ingevolge de opname van het politiek mandaat en de daaruit voortvloeiende inkomsten zijn zij namelijk niet langer meer persoon ten laste. Als persoon ten laste voor de sector geneeskundige verzorging kan enkel worden beschouwd de persoon waarvan het toegelaten inkomen per kwartaal niet meer bedraagt dan een bedrag dat terug te vinden is op de website van het RIZIV.
13. Gehandicapten
Indien een mindervalide die gerechtigd is op een gehandicaptenuitkering een uitvoerend politiek mandaat gaat opnemen op lokaal niveau, zal de betaling van zijn uitkering geschorst worden omdat het bedrag van de aan zijn mandaat verbonden wedde in mindering wordt gebracht van het bedrag van de uitkering.
Alhoewel de mindervalide in een dergelijk geval geen uitkering meer ontvangt, zal hij verder sociale bescherming blijven genieten voor de geneeskundige verzorging zonder dat hij zelf bijdragen moet gaan betalen. De medische erkenning als mindervalide zorgt er namelijk voor dat hij het sociaal statuut van gehandicapte behoudt. Gehandicapten zijn derhalve GEEN niet beschermde lokale mandatarissen.
Wordt een persoon die een tegemoetkoming aan gehandicapten geniet (uitkering als vervangingsinkomen, integratie-uitkering of tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden) bekleed met een politiek mandaat op lokaal niveau, dan is hij verplicht de Directie-generaal Personen met een handicap van de FOD Sociale Zekerheid (Administratief Centrum Kruidtuin, Finance Tower, Kruidtuinlaan 50, bus 50 te 1000 Brussel) zonder verwijl hiervan in kennis te stellen indien het bedrag van de bezoldiging die aan zijn mandaat verbonden is, een verhoging betekent van 20% van zijn inkomsten of van het totale gezinsinkomen. Het bedrag van de tegemoetkomingen wordt bepaald op basis van de inkomsten van de gehandicapte persoon en de personen met wie hij samenwoont.
14. Jongeren van minder dan 25 jaar
Jongeren van minder dan 25 jaar (vb. studenten) blijven tijdens de uitoefening van een uitvoerend politiek mandaat op lokaal niveau verder genieten van prestaties in de tak geneeskundige verzorging via een (van de ouders) afgeleid recht en dit tot de leeftijd van 25 jaar. De hoedanigheid “kind persoon ten laste” hangt niet af van de inkomensvoorwaarde voor niet beroepsactieve personen. De jongeren van minder dan 25 jaar die de hoedanigheid van gerechtigde zonder de betaling van bijdragen (vb. werknemers, zelfstandigen…) of een andere hoedanigheid van persoon ten laste (vb. huisvrouwen) verkrijgen, verliezen de hoedanigheid van kind persoon ten laste.
De uit het mandaat voortvloeiende inkomsten hebben niet tot gevolg dat de jongere de hoedanigheid van persoon ten laste verliest. De jongeren van minder dan 25 jaar oud zijn dan ook GEEN niet beschermde lokale mandatarissen.
De jongeren de leeftijd van 25 jaar hebben bereikt, kunnen niet meer beschouwd worden als ten laste van de ouders en kunnen bijgevolg niet langer afgeleide rechten uitoefenen in de sociale zekerheid. Jongeren van 25 jaar of ouder worden, indien zij een gemeentelijk mandaat uitoefenen, dus beschouwd als niet beschermde lokale mandatarissen.
15. Meewerkende echtgenoot van een zelfstandige
De meewerkende echtgenoot van een zelfstandige is onderworpen aan het volledige sociaal statuut van de zelfstandigen (maxi-statuut) en moet zich de dag van de aanvang van de activiteit aansluiten bij het sociaal verzekeringsfonds waarbij hun echtgenoot aangesloten is. Zij betalen bijdragen zoals een zelfstandige in hoofdberoep, berekend op de eigen inkomsten van de meewerkende echtgenoot, en genieten van een volwaardige en volledige dekking binnen het sociaal statuut van de zelfstandigen: eigen pensioen, gezondheidszorg, arbeidsongeschiktheid, invaliditeit en moederschapsverzekering.
De onderwerping geldt niet voor de meewerkende echtgenoten die geboren zijn vóór 1-1-1956. Zij worden beschouwd als persoon ten laste van de geholpen zelfstandige, en genieten in die hoedanigheid afgeleide rechten inzake gezondheidszorg. Zij zijn verplicht onderworpen aan het mini-statuut waardoor zij verzekerd worden tegen arbeidsongeschiktheid, invaliditeit en moederschap. Zij kunnen zich wel vrijwillig onderwerpen aan het volledige statuut van zelfstandigen.
De mandataris die als meewerkende echtgenoot van een zelfstandige in het maxi-statuut werkzaam blijft, is GEEN niet beschermde lokale mandatarissen. Als de mandataris als meewerkende echtgenoot in het mini-statuut werkzaam blijft, is het WEL een niet beschermde lokale mandataris.