Type leerling
Inhoudstafel
- Begindatum en einddatum van de tewerkstellingslijn
- Vier belangrijke opmerkingen
- Aantal dagen per week van de arbeidsregeling (arbeidsstelsel)
- Gemiddeld aantal uren per week van de werknemer en van de maatpersoon
- Type arbeidsovereenkomst
- Maatregel tot reorganisatie van de arbeidstijd
- Werkhervatting na arbeidsongeschiktheid met toestemming van de adviserende geneesheer
- Maatregel ter bevordering van de werkgelegenheid
- Statuut
- Notie gepensioneerd
- Type leerling
- Wijze van bezoldiging
- Betaling in tienden of twaalfden (in het onderwijs)
- NACE-code
- Identificatienummer van de lokale eenheid
- De aangifte in te vullen voor de onthaalouders niet verbonden met een arbeidsovereenkomst
- Praktische voorbeelden met betrekking tot het arbeidsstelsel, het aantal uren per week van de werknemer en de maatpersoon, het type arbeidsovereenkomst, de herorganisatie van de arbeidstijd en het statuut van de werknemer
Eén van de onderstaande codes moet enkel worden gebruikt indien de werknemer tot één van de categorieën behoort.
3 = leerling in opleiding tot ondernemingshoofd;
4 = leerling met een overeenkomst voor socioprofessionele inpassing, erkend door de gemeenschappen en gewesten;
5 = stagiair met een beroepsinlevingsovereenkomst.
Sinds 1-9-2015 bestaat er een nieuw type opleidingsovereenkomst in Wallonië en Brussel (voor de Franstaligen), namelijk het “contrat de formation en alternance” dat de overeenkomst voor socioprofessionele inpassing vervangt. In afwachting van de herziening van de klassificatie van het type leerling, moet het type leerling ‘4’ gebruikt worden voor een ‘contrat de formation en alternance’.
Sinds 1-9-2016 bestaat er een nieuw type overeenkomst in Vlaanderen en Brussel (voor de Vlaamse Gemeenschap), namelijk de “overeenkomst van alternerende opleiding” dat vanaf deze datum de bestaande opleidingsvormen groepeert. In afwachting van de herziening van de klassificatie van het type leerling, moet het type leerling “4” gebruikt worden voor een ‘overeenkomst van alternerende opleiding’.
De codes 3, 4 en 5 mogen enkel gebruikt worden bij de werknemerskengetallen 133 en 233 (tot en met het vierde kwartaal van het jaar waarin de jongere achttien jaar wordt) en de werknemerskengetallen 101 en 201 (vanaf het eerste kwartaal van het jaar waarin de jongere negentien jaar wordt).