Het portaal van de sociale zekerheid gebruikt cookies om de site gebruiksvriendelijker te maken.

Meer weten × Doorgaan

Vers le contenu de cette page

Tussentijdse instructies - 2017/4

Inhoud

Uitvoering taxshift 2018 - Bijdragepercentages, loonplafonds en forfait Sociale Maribel

(16/01/2018)

Bijdragepercentages, loonplafonds en forfaits structurele vermindering

In de volgende overzichtstabel vindt u de parameters en bijdragepercentages zoals ze gelden vanaf 1 januari 2018. In afwijking van de in de taxshift voorziene aanpassingen van de loongrenzen, werden in een nog niet gepubliceerd koninklijk besluit de bovengrens van de lagelonencomponent S0 en de ondergrens van de hogelonencomponent S1 voor categorie 2 aangepast:

 

Patronale bijdragen

Structurele vermindering

Categorie

Bijdrage

Basis-
bijdrage

Loon-
matiging

Extra

Forfait

Lage-
loongrens

Helling LL

Hoge-
loongrens

Helling HL

 

T

B

M

E

F (EUR)

S0 (EUR)

α

S1 (EUR)

δ

Catg 1


25,00 %

19.88 %

4.27 %

0.00 %

0,00

8.850,00

0,1280

0,00

0,0000

Catg 2

 

32,40 %

24,92 %

5,67 %

0,40%

49,00

7.400,00

0,2557

12.990,00

0,0600

Catg 3 met loonmatiging

25,00 %

19,88 %

4,27 %

0,00%

0,00

9.450,00

0,1280

0,00

0,0000

Catg 3 zonder loonmatiging

19,88 %

19,88 %

0,00 %

0,00%

260,00

8.850,00

0,1785

0,00

0,0000

 met

  • de patronale bijdrage T (T = B + M + E + (B*M/100)):
    • basisbijdrage B
    • loonmatigingsbijdrage M
  • de parameters structurele vermindering:
    • forfait F
    • bovengrens lagelonencomponent S0
    • hellingcoëfficiënt alpha (α)
    • ondergrens hogelonencomponent S1
    • hellingscoëfficiënt delta (δ)


Loongrenzen persoonlijke bijdragevermindering herstructurering:

In een nog te publiceren koninklijk besluit wordt de loongrens voor de persoonlijke vermindering herstructurering vastgelegd als 1/3de van de S1 van categorie 2 voor werknemers van minstens 30 jaar die vanaf 1 januari 2018 in dienst komen.

De werknemer heeft recht op deze werknemersbijdragevermindering als zijn refertemaandloon volgende loongrenzen niet overstijgt (grensbedragen vanaf 1 januari 2018): 

  • indien de werknemer op het moment van indiensttreding jonger is dan 30 jaar: 2.950,00 EUR;
  • indien de werknemer op het moment van indiensttreding minstens 30 jaar is: 4.330,00 EUR.

Voor werknemers van minstens 30 jaar die reeds in dienst waren vóór 1 januari 2018, blijft de loongrens van het 4de kwartaal 2017 gelden.

De werknemer heeft recht op deze werknemersbijdragevermindering als zijn refertemaandloon volgende loongrenzen niet overstijgt (grensbedragen vanaf 1 januari 2018):

  • indien de werknemer op het moment van indiensttreding jonger is dan 30 jaar: 2.950,00 EUR;
  • indien de werknemer op het moment van indiensttreding minstens 30 jaar is: 4.647,49 EUR.

 

Sociale Maribel:

Als volgende fase in de taxshift wordt vanaf 1 januari 2018 het forfait Sociale Maribel aangepast:

Vanaf 1 januari 2018 bedraagt het forfait:

  • 409,37 EUR voor de werkgevers van het paritair comité voor de diensten van gezins- en bejaardenhulp (318.xx) (ongewijzigd)
  • 468,67 EUR voor de werkgevers van het paritair comité voor de gezondheidsinrichtingen en diensten (330.xx), met uitzondering van de werkgevers die onder de omschrijving van het paritaire subcomité voor de tandprothese vallen (330.03)
  • 462,57 EUR voor de werkgevers die vallen onder het fonds sociale maribel van de overheidssector
  • 465,29 EUR voor alle andere werkgevers voor elke werknemer die onder het toepassingsgebied van de sociale maribel valt.


Decava - loonplafonds inhoudingen

(05/01/2018)

Ingevolge het toepassen van een herwaarderingscoëfficiënt, is er met ingang van 1 januari 2018 een aanpassing van de grensbedragen voor de berekening van de maximale inhouding op de aanvullende vergoedingen:

Grensbedragen na indexering en met toepassing van de herwaarderingscoëfficiënt:

(in EUR)

voltijds, met gezinslast

voltijds, zonder gezinslast

halftijds, met gezinslast

halftijds, zonder gezinslast

basisbedrag

1.130,44 938,50 565,22 469,25
vanaf 01-01-2013 1.637,06 1.359,10 818,53 679,55
vanaf 01-01-2016 1.639,68 1.361,27 819,84 680,64
vanaf 01-06-2016 1.672,48 1.388,51 836,24 694,25
vanaf 01-06-2017 1.705,91 1.416,26 852,95 708,13
vanaf 01-01-2018 1.712,05 1.421,35 856,02 710,68

Vrijwillige ambulanciers en vrijwilligers van de Civiele Bescherming

(29/12/2017)

Vanaf 1 januari 2018 zijn de vrijwillige ambulanciers en de organisatie die ze tewerkstelt, en de vrijwilligers van de Civiele Bescherming en de FOD Binnenlandse Zaken uitgesloten van de onderwerping aan de sociale zekerheid voor zover hun vergoedingen voor ‘niet-uitzonderlijke’ prestaties het bedrag van 785,95 EUR per kwartaal niet overschrijden. Het maximumbedrag van 785,95 EUR is geïndexeerd en bedraagt 1.078,95 EUR voor het eerste kwartaal van 2018. Als het maximumbedrag overschreden wordt in de loop van een kwartaal, zijn socialezekerheidsbijdragen verschuldigd op het totale bedrag van deze vergoedingen.

De regeling die op basis van artikel 17quater van toepassing is op de vrijwillige brandweerlieden van een hulpverleningszone, wordt vanaf 1 januari 2018 uitgebreid naar:

  • de vrijwillige ambulanciers van een hulpverleningszone
  • de vrijwillige hulpverlener-ambulanciers met een brevet, afgeleverd door een opleidings- of vervolmakingscentrum voor hulpverleners-ambulanciers, van een door de Minister van Volksgezondheid erkende ambulancedienst
  • de vrijwilligers van de Civiele Bescherming en de FOD Binnenlandse Zaken.

De vrijwillige ambulanciers van een hulpverleningszone of een erkende ambulancedienst en de vrijwilligers van de Civiele Bescherming kunnen deze activiteiten niet uitvoeren als zij bij dezelfde organisatie verbonden zijn met een arbeidsovereenkomst, statutaire aanstelling of een dienstencontract.

De vergoedingen voor uitzonderlijke prestaties van de vrijwillige ambulanciers en de vrijwilligers van de Civiele Bescherming worden niet in aanmerking genomen voor de vaststelling van het maximumbedrag van 1.078,95 EUR en zijn altijd vrijgesteld van socialezekerheidsbijdragen.

Vanaf 1 januari 2018 moeten alle vergoedingen van de vrijwillige ambulanciers en de vrijwilligers van de Civiele Bescherming uitgesplitst worden in de vergoedingen voor

  • ‘niet-uitzonderlijke’ prestaties (oefeningen, opleiding, wachtdiensten…)
  • ‘uitzonderlijke’ prestaties die een dringend en onvoorspelbaar karakter hebben.

In de DmfA moeten de vrijwillige ambulanciers en de vrijwilligers van de Civiele Bescherming die een vergoeding voor ‘niet-uitzonderlijke’ prestaties van meer dan 1.078,95 EUR per kwartaal ontvangen, aangegeven worden met de code statuut VA.

In de DmfAPPL moeten de vrijwillige ambulanciers van de hulpverleningszones aangegeven worden met het werknemerskengetal 731 of 732, de looncodes 541 en 542 of 942 en de code statuut VA. Vanaf 2018/1 wordt de looncode 940 (vergoedingen voor prestaties in het kader van de dienst 100) geschrapt.

(KB van 17 december 2017 tot wijziging van artikel 17quater van het koninklijk besluit van 28 november 1969 - BS van 28 december 2017)

Fietsvergoedingen en ter beschikking stellen van fietsen en speed pedelecs

(19/12/2017)

Een op de Ministerraad van 14 december 2017 goedgekeurd koninklijk besluit brengt met ingang van 1 januari 2017 wijzigingen aan de bestaande regels voor de toekenning van een fietsvergoeding en voor de waardering van het voordeel in natura voor het privé-gebruik van een bedrijfsfiets. De onderstaande info geldt onder voorbehoud van ondertekening en publicatie van het besluit in het Belgisch Staatsblad.

De socialezekerheidsregeling met betrekking tot de fietsvergoeding en het voordeel in natura van een ter beschikking gestelde fiets worden afgestemd op de fiscale reglementering. Het toepassingsgebied van de fietsvergoeding, die vrijgesteld is van socialezekerheidsbijdragen, wordt vanaf 1 januari 2017 ook uitgebreid. Vanaf dan komt elk rijwiel, elektrisch aangedreven gemotoriseerd rijwiel of elektrisch aangedreven speed pedelec hiervoor in aanmerking.

Op het voordeel van een ter beschikking gestelde fiets of speed pedelec zijn vanaf dan evenmin socialezekerheidsbijdragen verschuldigd. Het gaat om het volledige voordeel, dus ook om het privégebruik ervan en de fietstoebehoren. De enige voorwaarde is dat hij daadwerkelijk gebruikt wordt voor de verplaatsing tussen de woonplaats en de plaats van tewerkstelling.

Voordelen in natura - forfaitaire raming pc, telefoon, tablet, internetaansluiting en telefoonabonnement

(19/12/2017)

Het gebruik voor persoonlijke doeleinden van een gratis ter beschikking gestelde pc, internetaansluiting, en -abonnement of gsm wordt voor de sociale zekerheid geschat op forfaitaire basis. Op de Ministerraad van 14 december 2017 werd een koninklijk besluit goedgekeurd dat nieuwe forfaitaire bedragen vastlegt. De onderstaande info geldt onder voorbehoud van ondertekening van het besluit en publicatie in het Belgisch Staatsblad.

Met ingang van 1 januari 2018 zijn voor de berekening van socialezekerheidsbijdragen de forfaitair geraamde bedragen vastgesteld op:

  • 72 EUR per jaar per toestel voor een kosteloos ter beschikking gestelde vaste of mobiele pc;
  • 36 EUR per jaar per toestel voor een kosteloos ter beschikking gesteld tablet of een mobiele telefoon;
  • 60 EUR per jaar voor het kosteloos ter beschikking stellen van een internetaansluiting (vast of mobiel; per werknemer wordt maximaal één aansluiting / abonnement in rekening gebracht);
  • 48 EUR per jaar per abonnement voor een kosteloos ter beschikking gesteld vast of mobiel telefoonabonnement.

Deze bedragen zijn proratiseerbaar op maand- of dagbasis.

De werkgever die meerdere voordelen kosteloos ter beschikking stelt, moet elk voordeel apart forfaitair ramen.

Voorbeelden:

 

 72

36

60

 48

 totaal in EUR

 Pc en internet thuis

    x

 

    x

 

    132

 Eén laptop, internetaansluiting thuis en
een internetaansluiting 2de woonst

    x

 

    x

 

    132

 Gsm met abonnement

 

    x

 

 x

    84

 Smartphone met abonnement en mogelijkheid

om op internet te gaan

 

    x

    x

 x

    144

 Enkel abonnement voor een smartphone met

de mogelijkheid om op internet te gaan

 

 

    x

 x

    108

 Smartphone, tablet zonder gsm-module (bellen via app)

en abonnementen met mogelijkheid om op internet te gaan

 

    2 x

    x

 x

    180

 Smartphone en laptop met abonnementen

en met mogelijkheid om op internet te gaan

    x

    x

    x

 x

    216

 Smartphone en tablet met gsm-module

en abonnementen met mogelijkheid om op internet te gaan

 

    2 x

    x

 2x

    228

Abonnement voor mobiele telefonie (gebruik eigen gsm)



 x
    48
Eén desktop, een laptop, internetaansluiting thuis en
een mobiel internet abonnement 
   2 x
 
   x

    204