Het portaal van de sociale zekerheid gebruikt cookies om de site gebruiksvriendelijker te maken.

Meer weten × Doorgaan

Vers le contenu de cette page

Flexi-jobs

Vanaf 1 december 2015 worden twee nieuwe maatregelen van kracht die tot doel hebben de loonkost in de horecasector te verlagen, namelijk de invoering van zogenaamde 'flexi-jobs' met toepassing van een bijzondere patronale bijdrage en de mogelijkheid om in de 'horeca overuren' te presteren vrij van sociale bijdragen. Deze systemen genieten eveneens van een vrijstelling van belastingen. Vanaf 1 januari 2018 wordt het systeem van de  'flexi-jobs' uitgebreid zowel wat betreft de personen die flexi-arbeid kunnen verrichten als wat betreft de sectoren die van dit systeem gebruik kunnen maken.

Vanaf 1 januari 2024 ten slotte wordt naast een verdere uitbreiding van het toepassingsgebied ook voorzien dat sectoren kunnen beslissen om ook in het systeem te stappen en dat sectoren die vóór 1 januari 2024 nog geen flexiwerknemers konden tewerkstellen kunnen beslissen om uit het toepassingsgebied te stappen. Er werd eveneens een wettelijk kader ingevoerd om misbruiken van het systeem van flexi-jobs en het oneigenlijke gebruik ervan tegen te gaan.

Werkgevers

Toepassingsgebied

Alle werkgevers uit de horecasector en de uitzendkantoren voor de werknemers die ze ter beschikking stellen van een gebruiker uit de horeca, kunnen van dit systeem gebruik maken. Sinds de introductie van de flexitewerkstelling eind 2015, werd het toepassingsgebied geleidelijk verder uitgebreid.

Mogelijke uitbreiding op vraag van de gefedereerde entiteiten

Op vraag van de gefedereerde entiteiten (opt-in) en op basis van een koninklijk besluit (in principe ten vroegste vanaf het 2de kwartaal 2024) kunnen flexi-jobs geheel of gedeeltelijk worden uitgebreid tot

  • de werknemers en de werkgevers die ressorteren onder het paritair comité voor de Vlaamse welzijns- en gezondheidssector (PC 331) met als NACE-hoofdcode bij de RSZ kinderopvang (88.91), of voor de werkgevers die niet onder de wet van 5 december 1968 ressorteren die als NACE-hoofdcode bij de RSZ kinderopvang hebben (88.91);
  • de sector van het officieel onderwijs en het gesubsidieerd personeel van het door de gemeenschap gesubsidieerd vrij onderwijs
    • het toepassingsgebied (werkgeverscategorie en/of NACE-code) zal later meer precies bepaald worden, met name wanneer de gefedereerde entiteiten de opt-in doen;
  • de werknemers en de werkgevers uit de sport- en cultuursector, voor zover de werkgevers niet onder de wet van 5 december 1968 ressorteren en enkel voor de werkgevers die één van de NACE-codes bij de RSZ onder de codes 93.1 (sport) of 90 (creatieve activiteiten, kunst en amusement) hebben
    • het toepassingsgebied (werkgeverscategorie en/of NACE-code) zal later meer precies bepaald worden, met name wanneer de gefedereerde entiteiten de opt-in doen.

Opt-out en opt-in

Voor de sectoren die in de programmawet het voorwerp uitmaken van een uitbreiding van het systeem, kunnen de sociale partners er ook later voor opteren om de flexi-jobs volledig of gedeeltelijk niet meer toe te staan (opt-out).

In alle andere sectoren die (vandaag of na de uitbreiding van het systeem) niet onder het toepassingsgebied van de wet vallen en die onder de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en paritaire comités ressorteren, kunnen de sociale partners overeenkomen om de flexi-jobs alsnog geheel of gedeeltelijk toe te staan (opt-in) en deze vervolgens opnieuw geheel of gedeeltelijk niet meer toe te staan (opt-out).

Toelatingen (opt-in) of uitsluitingen (opt-out) worden pas actief via een jaarlijks te nemen koninklijk besluit dat in werking treedt op 1 januari van het volgende jaar. Het toepassingsgebied van de toelatingen (opt-in) en uitsluitingen (opt-out) moet in dit koninklijk besluit worden omschreven op basis van door de RSZ controleerbare criteria (paritair comité of paritair subcomité, werkgeverscategorie, NACE-code...).

Een overgangsmaatregel voorziet dat, in 2024, toelatingen op kwartaalbasis in plaats van op jaarbasis mogelijk zijn.

Om alles overzichtelijk te houden, publiceert de RSZ elk kwartaal een bestand ‘Toepassingsgebied flexi-jobs’ op het portaal, en dit vanaf het 1ste kwartaal 2024. Dit bestand geeft een overzicht van de combinaties die controletechnisch mogelijk zijn om een flexi-job aan te geven.

Werkgevers kunnen op deze manier zelf nagaan of ze in het toepassingsgebied vallen of niet.

Het is dus geen oplijsting van de combinaties werknemerskengetal / werkgeverscategorie / statuut die in aanmerking komen om te flexi-jobben, enkel van de combinaties waar mogelijk een flexi-job kan worden uitgevoerd voor het betreffende kwartaal.

Uitsluitingen

In alle sectoren worden de volgende functies uit het toepassingsgebied van de flexi-jobs uitgesloten:

  • De artistieke, artistiek-technische en artistiek-ondersteunende functies die activiteiten omvatten zoals bepaald door de wet van 16 december 2022 tot oprichting van de Kunstwerkcommissie en tot verbetering van de sociale bescherming van kunstwerkers;
  • De functies die taken omvatten behorend tot het materiële toepassingsgebied van de gecoördineerde wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen.

Begrip

Een werknemer die voldoende prestaties verricht heeft bij een andere werkgever, kan tewerkgesteld worden in het kader van een flexi-job. Op het flexiloon dat de werknemer voor deze prestaties krijgt, zijn er geen gewone socialezekerheidsbijdragen verschuldigd, alleen een bijzondere patronale bijdrage. Vanaf 1 januari 2024 verhoogt deze naar 28 %.

De werkgever die iemand met een flexi-job wenst tewerk te stellen, sluit met deze persoon een schriftelijke raamovereenkomst af waarin een aantal algemene zaken worden vastgelegd (een beschrijving van de functies, het overeengekomen loon, ….). Binnen dat kader sluit de werkgever telkens hij de werknemer wil tewerkstellen een flexi-arbeidsovereenkomst af. Het zijn deze flexi-arbeidsovereenkomsten waarvoor een Dimona type 'FLX'-aangifte moet gebeuren en waarvoor een aantal specifieke codes in de DmfA-aangifte  moeten worden gebruikt. Deze flexi-arbeidsovereenkomsten kunnen mondeling (per dag) of schriftelijk zijn, vol- of deeltijds, voor een bepaalde tijd of voor een duidelijk omschreven werk.

De raamovereenkomst is niet vereist voor flexi-jobwerknemers die via een uitzendkantoor worden tewerkgesteld. Dezelfde elementen als in een raamovereenkomst moeten evenwel in de overeenkomst met de uitzendkracht worden opgenomen.

In het kader van een flexi-job heeft de werknemer recht op een loon (flexiloon) en een enkel vakantiegeld van 7,67 % (flexivakantiegeld), dat samen met het loon wordt uitbetaald (bruto is netto aangezien er geen inhoudingen zijn).

Flexiloon

Vanaf 1 januari 2024:

Minimumloon

In het kader van een flexi-job in de horeca heeft de werknemer recht op een loon (bruto is netto aangezien er geen inhoudingen zijn) dat niet lager mag zijn dan 11,19 EUR per uur (niet-geïndexeerd). Eveneens wordt, samen met ieder loon, een flexivakantiegeld uitbetaald van 0,86 EUR per uur (niet-geïndexeerd, totaal dus 12,05 EUR per uur). Het flexiloon  mag, vanaf 1 mei 2024, niet lager zijn dan 11,41 EUR per uur en het flexivakantiegeld dus niet lager dan 0,88 EUR per uur (totaal dus 12,29 EUR per uur). Dit doet geen afbreuk aan het feit dat eventueel conventionele toeslagen en/of premies verschuldigd kunnen zijn (zoals toeslag voor nachtwerk, eindejaarspremie, …).

Voor alle overige sectorenmet inbegrip van de sector van de gezondheidszorg, zal het basisflexiloon minstens gelijk moeten zijn aan het brutobedrag van het baremieke loon dat van toepassing is voor de uitgeoefende functie. Indien er geen baremiek salaris werd vastgelegd, dan moet het minstens gelijk zijn aan het GGMMI.

  • De werkgever zorgt ervoor dat het toegekende flexi-uurloon minimaal het in een uurloon omgezette, op maandbasis vastgelegde baremieke loon of GGGMI is.
  • De Inspectiediensten zullen ter plaatse controles uitvoeren naar het minimumloon.

De bijdrage van 28,00 % geldt voor het volledige loon (inbegrepen het vakantiegeld) dat aan de flexi-jobwerknemers verschuldigd is.

Maximumloon

Om te vermijden dat gespecialiseerde werknemers die een zeer hoog uurloon ontvangen een flexi-job doen, zal het flexiloon (met inbegrip van de vergoedingen, premies en voordelen) voortaan niet meer mogen bedragen dan 150% van het minimumbasisloon van de betreffende sector dat van toepassing is voor de uitgeoefende functie of van het GGMMI.

  • De Inspectiediensten zullen ter plaatse controles uitvoeren naar het maximumloon.

Jaarlijks fiscaal plafond van 12.000,00 EUR

Er wordt een jaarlijks fiscaal plafond ingesteld van 12.000,00 EUR op inkomsten uit flexi-jobs, met een uitzondering voor gepensioneerden. Voor het gedeelte boven dit bedrag is er geen fiscale vrijstelling meer.

  • De RSZ onderzoekt hoe een systeem kan worden uitgewerkt dat de werknemer zal toelaten om zijn eigen situatie op te volgen.
  • Begin 2025 zullen de bedragen ontvangen als flexiloon die voor de flexi-jobwerknemers in de loopbaandatabank zichtbaar zijn, gelijktijdig met de loonfiches worden geüpdatet.

De prestaties die geleverd worden in het kader van een flexi-job worden op dezelfde manier doorgegeven aan het netwerk van de sociale zekerheid als de prestaties van gewone werknemers, en tellen dus in principe mee voor de opbouw van de sociale rechten.

De prestaties in het kader van een flexi-job openen ook recht op vakantiedagen. Aangezien het flexivakantiegeld betaald wordt samen met het flexiloon, wil dit zeggen dat er op het moment dat de werknemer zo een vakantiedag opneemt, bij de werkgever bij wie hij de flexi-job uitoefent of bij een andere werkgever, geen loon en evenmin dubbel vakantiegeld moet worden betaald.

Voorwaarden in het kwartaal zelf (T)

  • vanaf 1 januari 2024 is het niet meer mogelijk om een flexi-job uit te oefenen bij de werkgever bij wie de werknemer reeds is tewerkgesteld in het kader van een andere arbeidsrelatie; 
    • flexi-jobwerkers die de mogelijkheid geboden wordt om in de loop van het kwartaal te werken onder een ander type arbeidsovereenkomst of via een statutaire aanstelling, kunnen van een flexi-job naar een reguliere tewerkstelling overschakelen
    • deze voorwaarde zal in de DmfA worden gecontroleerd
    • de RSZ zal hieromtrent a posteriori controles doen;
  • vanaf 1 januari 2024 zal het niet meer toegestaan zijn om een flexi-job uit te oefenen binnen een onderneming die verbonden is met een vennootschap waar de werknemer een arbeidsovereenkomst heeft voor een tewerkstelling van 4/5de of meer van een voltijdse tewerkstelling van een referentiepersoon
    • deze verbondenheid wordt geëvalueerd in het licht van de bepalingen van artikel 1.20 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen
    • de Inspectiediensten zullen ter plaatse controles uitvoeren naar deze verbondenheid;
  • De wet van 1 april 2022 verbiedt expliciet de tewerkstelling van een werknemer via een uitzendkantoor als flexi-werknemer bij een gebruiker waar hij reeds tewerkgesteld is met een gewone arbeidsovereenkomst.
  • de werknemer mag zich niet bevinden in een periode gedekt door een verbrekingsvergoeding of een ontslagcompensatievergoeding betaald door die werkgever bij wie hij de flexi-job uitoefent;
  • er moet een systeem van toepassing zijn dat al de prestaties van de flexi-jobwerknemer registreert en bijhoudt; dit kan via
    • een GKS in het geval van een tewerkstelling in de horeca,
    • het alternatieve systeem van aanwezigheidsregistratie dat gerelateerd is aan en complementair is met Dimona en openstaat voor alle sectoren waar flexi-arbeid mogelijk is of
    • een elektronische systeem van tijdsopvolging dat ook in het  kader van deeltijdse tewerkstelling wordt gebruikt;
    • een dagdimona met vermelding van begin- en einduur volstaat om te voldoen aan de registratieverplichting;
    • een digitale tachograaf in het geval van een tewerkstelling in de sector voor de autobussen en autocars.

Voorwaarde in kwartaal (T - 3) behalve als 'gepensioneerd'

De werknemer moet bij één of meerdere werkgevers, andere dan de werkgever bij wie de flexi-job wordt uitgeoefend, een volume aan arbeidsprestaties geleverd hebben dat ten minste 80 % bedraagt van wat theoretisch mogelijk is in een voltijdse betrekking. Zowel prestaties in de horeca als in andere sectoren tellen hiervoor mee.

Om na te gaan of er een 4/5de tewerkstelling plaatsvond in (T - 3) wordt rekening gehouden met:

  • alle door de werkgever betaalde periodes
  • en bepaalde niet door de werkgever betaalde periodes van schorsing van de arbeidsovereenkomst, zoals moederschapsrust, adoptieverlof en tijdelijke werkloosheid

Tellen niet mee, de prestaties als:

  • 'leerling' in het kader van het alternerend leren,
  • 'jongere' tot 31 december van het jaar dat hij/zij 18 wordt,
  • student onder solidariteitsbijdrage,
  • gelegenheidswerknemer in de Horeca of in de land- en tuinbouw en
  • flexi-jobwerknemer.

Deze voorwaarde zal gecontroleerd worden op het moment dat de Dimona aangifte voor de flexi-job ingediend wordt. De Dimona aangifte zal een respons OK (aanvaard zonder warning) of NOT OK (warning 'onvoldoende prestaties' of warning 'laattijdige Dimona') krijgen.

Enkel een DmfA-aangifte voor een periode die volledig gedekt wordt door een Dimona 'FLX' aangifte is toegestaan. Als in de loop van een kwartaal 3 niet-aansluitende Dimona-aangiftes gedaan werden, zal een DmfA-aangifte die loopt van het begin van de 1ste periode tot het einde van de 3de periode, resulteren in een anomalie.

Ook prestaties geleverd onder buitenlandse sociale zekerheid mogen in aanmerking genomen worden voor de berekening van de prestaties (T - 3). De RSZ zal die uiteraard niet kunnen vaststellen op het moment van de Dimona. De werkgever zal in dat geval de nodige bewijzen aan de RSZ moeten bezorgen.

Om in aanmerking te komen voor een flexi-job in een bepaald kwartaal T, moet de werknemer zowel dat kwartaal T als in kwartaal (T - 3) aan de voorwaarden voldoen.

Vanaf 1 januari 2018 wordt het systeem van de flexi-arbeid uitgebreid naar wettelijk gepensioneerden zonder tewerkstellingvoorwaarden (T - 3). Personen die een 'overgangsuitkering' genieten worden niet beschouwd als 'gepensioneerd'.

Let op: een aangifte in de Dmfa van een flexi-job die niet aan de voorwaarden voldoet, brengt een verhoging met 125 % van het flexiloon met zich mee.

Bijkomende prestatievoorwaarde voor de uitoefening van een flexi-job vanaf 1 januari 2024

Vermindering van de arbeidstijd tussen (T - 4) en (T - 3)

Personen die hun arbeidsvolume verlagen door van 100% in (T – 4) naar 80% in (T – 3) over te gaan, mogen gedurende de 2 kwartalen (T) en (T + 1) geen flexi-job uitoefenen. Dat houdt in dat indien na controle van de mogelijkheid om te flexi-jobben in T (op basis van de overgang van T-4 en T-3) blijkt dat een flexi-job mogelijk is, toch nog nagegaan moet worden of een flexi-job in T niet uitgesloten is wegens een sanctie die werd opgelegd in het kwartaal (T-1). Indien voor dat kwartaal (T-1) bij controle van de referentiekwartalen een overgang van 100% naar 80% tewerkstelling werd vastgesteld, geldt de sanctie immers niet enkel voor dat kwartaal (T-1), maar ook voor het daarop volgende kwartaal T.

Een dubbele controle is dus steeds nodig, omdat een sanctie steeds betrekking heeft op twee kwartalen.

Deze controle zal door de RSZ worden uitgevoerd op basis van de loopbaangegevens bij Sigedis in Dimona

De aangifte van de flexi-jobs op de DmfA

Omdat de flexi-jobs ook sociale rechten met zich meebrengen, werden 2 nieuwe werknemerskengetallen gecreëerd, 2 specifieke looncodes en een aparte prestatiecode voor flexivakantiedagen. Omdat het niet over gewone vakantiedagen gaat, zijn de klassieke prestatie- en looncodes die met vakantiedagen en vertrekvakantiegeld te maken hebben, niet toepasselijk.

Controle PC en DmfA

  • de Controle op het PC gebeurt op het niveau van de DmfA, dus niet op het moment van de Dimona-aangifte
  • voor het PC 118 gebeurt een controle op het PC in combinatie met de werkgeverscategorie 058
  • de zone 'gepensioneerd' op het niveau van de tewerkstellingslijn moet ingevuld worden voor de gepensioneerden

Controle op tewerkstelling bij de werkgever bij wie de flexi-jobber reeds is tewerkgesteld 

In het blok 'tewerkstelling – inlichtingen' wordt in de DmfA vanaf het 1ste kwartaal 2024 een nieuwe zone voorzien met de notie FL (flexi-job). Deze zone zal enkel moeten worden ingevuld voor de flexi werknemers met een flexi-jobcontract 

  • die in de DmfA worden aangegeven als gewone werknemer omdat een laattijdige dimona flexi gebeurde
    • of voor wie de periode in dimona niet volledig overeenstemt met de periode in DmfA
  • en die alle andere voorwaarden vervullen om een flexi-job te kunnen uitoefenen.

Deze dagen zullen niet in rekening gebracht worden voor het verbod om een flexi-job uit te oefenen bij de werkgever bij wie de werknemer reeds is tewerkgesteld in het kader van een andere arbeidsrelatie.

Flexigegevensoverdracht

Via de online dienst 'Flexi at work' moet bij elke flexitewerkstelling een verplichte flexigegevensoverdracht gebeuren met beperkte informatie over de loonbrieven en de flexi-jobbers. Dit is van toepassing op flexitewerkstellingen vanaf 1 januari 2025.

Flexi-jobs algemeen

De prestaties van flexi-jobs blijven volledig buiten de berekening van de bijdrageverminderingen (µ(glob), µ, ...).

Voor meer uitleg over de arbeidsrechtelijke aspecten van de flexi-jobs verwijzen we naar de FOD WASO.

Bijkomende informatie 1

Bijkomende informatie DmfA - Aangifte van flexi-jobs

In DMFA worden flexi-jobs apart aangegeven in blok 90012 "werknemerslijn" met specifieke werknemerskengetallen:

  • 050 type 0: voor de arbeiders tewerkgesteld in het kader van een flexi-job
  • 450 type 0: voor de bedienden tewerkgesteld in het kader van een flexi-job

- In het blok 90015 "Tewerkstelling van de werknemerslijn" moet de einddatum van de tewerkstelling vermeld worden en die kan niet later zijn dan de laatste dag van het RSZ-kwartaal

- De lonen van de flexi-jobs worden aangegeven in blok 90019 "Bezoldiging van de tewerkstelling werknemerslijn" met de bezoldigingscodes:

  • 22 voor de bezoldigingen flexi-jobs
  • 23 voor de premies en voordelen toegekend in het kader van een flexi-job die niet rechtstreeks in verband staan met de tijdens het kwartaal geleverde prestaties

- De prestaties van de flexi-jobs worden aangegeven in het blok 90018 "prestatie van de tewerkstelling werknemerslijn" op dezelfde manier als deze van de gewone werknemers in de Horeca. De aangifte gebeurt altijd in uren.

  • Een nieuwe prestatiecode 15 is voorzien voor de aangifte van opgenomen vakantiedagen verworven in het kader van een flexi-job. De prestatiecode 3 (bijkomende vakantie voor arbeiders) is ook mogelijk voor handarbeiders tewerkgesteld in het kader van een flexijob.

De flexi-jobs kunnen geen enkele vermindering van sociale bijdragen genieten.

  • De prestaties flexi-jobs blijven buiten de berekening van de toepasbare mu voor de structurele vermindering en de doelgroepverminderingen
  • De bezoldigingen flexi-jobs worden niet opgenomen in de berekening van het refertekwartaalloon
  •