Maatregelen tot bevordering van de werkgelegenheid
Inhoudstafel
- Begin- en einddatum van de tewerkstellingslijn
- De vestigingseenheid (VE) - identificatienummer van de lokale eenheid
- Het nummer van het Paritair Comité
- Aantal dagen per week van het arbeidsstelsel
- Gemiddeld aantal uren per week van de werknemer en van de maatpersoon
- Type arbeidsovereenkomst
- Maatregel tot herorganisatie van de arbeidstijd (MRA)
- Maatregelen tot bevordering van de werkgelegenheid
- Statuut
- Notie gepensioneerd
- Type leerling
- Wijze van bezoldiging
- Sector specifieke karakteristieken
- Tewerkstelling inlichtingen
- Identificatie onderneming-gebruiker uitzendkracht
- Praktische voorbeelden met betrekking tot het arbeidsstelsel, het aantal uren per week van de werknemer en de maatpersoon, het type arbeidsovereenkomst, de herorganisatie van de arbeidstijd en het statuut van de werknemer
Uitsluitend de volgende werknemers zijn hier beoogd:
1 = werknemer aangeworven in het kader van het koninklijk besluit 495 (systemen van alternerend werken en leren);
2 = werknemer aangeworven in het kader van de volgende maatregelen ter activering van de werkloosheidsuitkeringen, het leefloon of de financiële maatschappelijke hulp. De code mag enkel worden gebruikt voor één van de volgende tewerkstellingen:
een tewerkstelling in het kader van een erkend doorstromingsprogramma;
een tewerkstelling in het kader van een erkende arbeidspost;
een tewerkstelling in het kader van de sociale inschakelingseconomie (SINE).
3 = niet meer van toepassing;
4 = werknemer aangeworven in het kader van het derde arbeidscircuit;
5 = werknemer aangeworven in het kader van een "PRIME" project;
10 = werknemer aangeworven in het kader van een startbaan overeenkomst bepaald in artikel 27, eerste lid, 1°, van de wet van 24 december 1999;
11 = werknemer aangeworven in het kader van een startbaa novereenkomst bepaald in artikel 27, eerste lid, 2°, van de wet van 24 december 1999;
12 = werknemer aangeworven in het kader van een startbaanovereenkomst bepaald in artikel 27, eerste lid, 3°, van de wet van 24 december 1999;
13 = werknemer met een handicap aangeworven in het kader van een startbaanovereenkomst bepaald in artikel 27, eerste lid, 1°, van de wet van 24 december 1999;
14 = werknemer met een handicap aangeworven in het kader van een startbaanovereenkomst bepaald in artikel 27, eerste lid, 2°, van de wet van 24 december 1999;
15 = werknemer met een handicap aangeworven in het kader van een startbaanovereenkomst bepaald in artikel 27, eerste lid, 3°, van de wet van 24 december 1999;
16 = werknemer van buitenlandse afkomst aangeworven in het kader van een startbaanovereenkomst bepaald in artikel 27, eerste lid, 1°, van de wet van 24 december 1999;
17 = werknemer van buitenlandse afkomst aangeworven in het kader van een startbaanovereenkomst bepaald in artikel 27, eerste lid, 2°, van de wet van 24 december 1999;
18 = werknemer van buitenlandse afkomst aangeworven in het kader van een startbaanovereenkomst bepaald in artikel 27, eerste lid, 3°, van de wet van 24 december 1999.
Deze aanduiding moet u steeds vermelden, ongeacht of deze werknemers voor één of andere bijdragevermindering in aanmerking komen. Het correct invullen van dit veld heeft onder andere belang voor het berekenen van de jongerenverplichting.
In het geval dat een werknemer voor dezelfde tewerkstellingslijn onder twee codes zou vallen (bv. een startbaanovereenkomst met toepassing van het KB 495), heeft de code voor de startbaanovereenkomst voorrang. In dat geval vermeldt u in deze zone dus alleen die code (dus één van de codes van 10 tot en met 18).