Het portaal van de sociale zekerheid gebruikt cookies om de site gebruiksvriendelijker te maken.

Meer weten × Doorgaan

Vers le contenu de cette page

De collectieve arbeidsduurvermindering en vierdagenweek

Betrokken werkgevers

Het betreft de werkgevers van wie de werknemers onder het toepassingsgebied vallen van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités of onder het toepassingsgebied van de wet van 21 maart 1991 houdende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. Samengevat zijn dit de werkgevers uit de private sector en de autonome overheidsbedrijven.

De werkgever kan de arbeidsduurvermindering en / of vierdagenweek invoeren voor gans zijn personeel of enkel voor (een) bepaalde categorie(ën) van werknemers (voorbeeld: enkel arbeiders, 45-plussers, ...).

 

Betrokken werknemers

De voltijdse werknemers die tot een categorie van werknemers behoren die voor onbepaalde tijd overgegaan zijn tot, ofwel een effectieve arbeidsduurvermindering van ten minste een vol arbeidsuur onder de 38 uren per week, ofwel een vierdagenweek zoals verder bepaald, ofwel beide, kunnen in aanmerking komen voor deze doelgroepvermindering.

De vermindering geldt alleen wanneer de invoering van de arbeidsduurvermindering vrijwillig gebeurt. Als een werkgever van paritair comité verandert, en terechtkomt in een paritair comité waarin de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur lager is dan in het vroegere paritaire comité, dan wordt het zich aanpassen aan die nieuwe arbeidsduur, niet beschouwd als een collectieve arbeidsduurvermindering in de zin van deze bijdragevermindering.

 

Deeltijdse werknemers van wie het loon moet worden aangepast wegens de invoering van de arbeidsduurvermindering komen eveneens in aanmerking voor zover hun normale, gemiddelde wekelijkse arbeidsduur minimaal 28 uur bedraagt. De voorwaarde van een minimaal gemiddeld aantal uren/week geldt enkel voor de collectieve arbeidsduurverminderingen die een werkgever heeft ingevoerd vanaf 1 november 2023.

Dit geldt dus enkel wanneer het uurloon van de absoluut deeltijdse werknemer verplicht verhoogt ten opzichte van een andere werknemer. Wanneer nadien wijzigingen aan de arbeidsovereenkomst worden aangebracht, eindigt het verplichte karakter van de aanpassing en kan er voor deze werknemer geen doelgroepvermindering meer worden aangevraagd. Een verhoging of verlaging van de prestatiebreuk, een verandering van functie, het verlengen van een arbeidsovereenkomst en het hernieuwen van een arbeidsovereenkomst zijn allemaal elementen die het verplichte karakter van de aanpassing teniet doen.

Een aantal vaststellingen op het terrein wijzen erop dat bepaalde werkgevers dit systeem misbruiken, en het systeem invoeren in een onderneming waar zeer weinig voltijdse werknemers in dienst zijn ten opzichte van het aantal absolute deeltijdsen. In zo een geval zal het tewerkstellingseffect omzeggens onbestaande zijn. Wanneer in zo een geval de arbeidsduurvermindering voor de voltijdsen ingevoerd wordt zonder volledig loonbehoud, zal de RSZ de situatie nader onderzoeken en de vermindering mogelijk weigeren. Het opzet is dan eerder om de loonkost te doen dalen onder andere door middel van het verkrijgen van een bijdragevermindering.

 

 

Bedrag van de vermindering

De werkgever kan aanspraak maken op een vermindering G2 vanaf het kwartaal volgend op het kwartaal waarin de arbeidsduurvermindering of vierdagenweek wordt ingesteld en dit voor:

  • 8 kwartalen bij invoering van een arbeidsduur van 37 uur per week of minder;
  • 12 kwartalen bij invoering van een arbeidsduur van 36 uur per week of minder;
  • 16 kwartalen bij invoering van een arbeidsduur van 35 uur per week of minder;
  • 4 kwartalen bij invoering van een vierdagenweek.

Onder ‘vierdagenweek’ moet worden verstaan: de regeling waarbij de wekelijkse arbeidsduur gespreid wordt hetzij over vier arbeidsdagen per week, hetzij over vijf arbeidsdagen per week welke drie volledige en twee halve arbeidsdagen inhouden. Onder ‘halve arbeidsdag’ verstaat men: ten hoogste de helft van het aantal arbeidsuren dat voorzien wordt in het werkrooster voor de langste van de drie volledige arbeidsdagen.

De vermindering ingevolge invoering van de vierdagenweek kan alleen toegepast worden voor voltijdse werknemers, niet voor deeltijdsen.

De werkgever kan aanspraak maken op een vermindering G1 voor het kwartaal waarin de werknemer in aanmerking komt zowel voor de vermindering als gevolg van het invoeren van de vierdagenweek als voor de vermindering wegens het invoeren van een arbeidsduurvermindering. De doelgroepvermindering kan slechts worden toegekend indien de arbeidsduurvermindering of de invoering van de vierdagenweek gedurende het volledige kwartaal werd gehandhaafd.

Voltijdse werknemers die in dienst komen na de invoering van de arbeidsduurvermindering hebben eveneens recht op deze vermindering als ze tot een categorie behoren die daarvoor in aanmerking komt. Hetzelfde geldt voor deeltijdse werknemers die na het kwartaal waarin de vermindering voor de eerste maal wordt toegekend, voltijds gaan werken. De feitelijke situatie waarop de tewerkstellingslijn betrekking heeft, bepaalt of de werknemer tot de rechtopenende groep behoort of niet.

Elke doelgroepvermindering arbeidsduurvermindering overeenkomend met één van de drie hierboven vernoemde situaties kan voor een werknemer behorende tot een wel gedefinieerde groep slechts één maal worden toegekend en enkel in zoverre de arbeidsduurvermindering minstens een volledig uur bedraagt. Zo kan ook de doelgroepvermindering vierdagenweek voor een bepaalde groep werknemers slechts éénmaal worden toegekend.

Indien door een arbeidsduurvermindering vóór 1 oktober 2003 reeds het recht geopend werd op de vermindering ‘collectieve arbeidsduurvermindering na 1 oktober 2001’, kan de werkgever niet opnieuw aanspraak maken op de doelgroepvermindering arbeidsduurvermindering. Zo kan ook de doelgroepvermindering vierdagenweek voor een bepaalde groep werknemers niet worden toegekend indien vóór 1 oktober 2003 reeds het recht geopend werd op de vermindering ‘vierdagenweek na 1 oktober 2001’.

 

Te vervullen formaliteiten

Onder arbeidsduur verstaat men de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van de voltijds tewerkgestelde werknemers, berekend over een periode van een jaar, zoals deze tot uiting komt in het werkrooster dat in het arbeidsreglement is opgenomen en dat eventueel over een cyclus wordt toegepast, zonder rekening te houden met de inhaalrustdagen toegekend in het kader van de arbeidsduurvermindering.

Zowel het gemiddeld aantal uren vóór als na de invoering van het stelsel van arbeidsduurvermindering moet worden meegedeeld in een apart scherm van de webapplicatie of in een apart functioneel blok.

In wezen kan dit dus verschillen van het gemiddeld aantal uren van de maatpersoon bij de definiëring van de tewerkstellingslijn, omdat hier de uren inhaalrust ingevolge een arbeidsduurvermindering wel worden opgenomen. Meer uitleg over de wijze van aangifte vindt u terug bij de bespreking van 'aangifte inhaalrust'.

De datum van inwerkingtreding van het stelsel moet eveneens worden meegedeeld.

Bijkomende informatie 1

Bijkomende informatie DmfA - Aangifte van de arbeidsduurvermindering en de vierdagenweek

De bijdrageverminderingen voor collectieve arbeidsduurvermindering en/of vierdagenweek worden aangegeven in blok 90109 "vermindering tewerkstelling" met volgende vermeldingen:

Wekelijkse arbeidsduur vermindert tot

Forfait

Duur

Verminderingscode in DMFA

Berekeningsbasis in DMFA

Bedrag van de vermindering in DMFA

Datum begin recht

Blok "Detailgegevens vermindering"
(zie onderaan)

37h of minder 

G2 (400€)

8 kwartalen (vanaf het kwartaal volgend op de invoering)

3500

/

ja

neen

ja

36h of minder G2 (400€) 12 kwartalen (vanaf het kwartaal volgend op de invoering)
35h of minder G2 (400€) 16 kwartalen (vanaf het kwartaal volgend op de invoering)
Vierdagenweek G2 (400€) 4 kwartalen (vanaf het kwartaal volgend op de invoering) 3510 / ja ja1 neen
Arbeidsduurvermindering en vierdagenweek G1 (1000€) Kwartalen waarin cumul is van arbeidsduurvermindering en vierdagenweek 3520 / ja ja1 ja

  1  de te vermelden datum beginrecht is de datum van invoering van de vierdagenweek

Blok 90250  "Detailgegevens vermindering"  (voor arbeidsduurvermindering 3500 en 3520)

Dit blok detail moet bevatten :

  • de datum van inwerkingtreding van de arbeidsduurvermindering (zone 00143)
  • de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van de voltijdse werknemers voor de invoering (zone 00147)
  • de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van de voltijdse werknemers na de invoering (zone 00148).

Als de DmfA wordt ingediend via web worden de verminderingen 3500, 3510 of 3520 automatisch berekend als ze worden geactiveerd.