Het portaal van de sociale zekerheid gebruikt cookies om de site gebruiksvriendelijker te maken.

Meer weten × Doorgaan

Vers le contenu de cette page

Tussentijdse instructies - 2024/2

Inhoud

Aangifte van flexiwerknemers in het onderwijs

(26/07/2024)

Het koninklijk besluit van 18 april 2024 voorziet in een uitbreiding van de flexi-jobregeling voor een tewerkstelling

  • in het officieel onderwijs ingericht of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en 
  • het door de Vlaamse Gemeenschap gesubsidieerd vrij onderwijs, voor zover het functies betreft waarvoor gewoonlijk gesubsidieerd personeel, dat niet onder de wet van 5 december 1968 ressorteert, wordt ingezet.

Wat het officieel onderwijs betreft:

  • in tegenstelling tot het vrij onderwijs, kan als flexi-jobber gewerkt worden in alle functies (behalve in door Vlaanderen uitdrukkelijk uitgesloten functies en de functies die per definitie uitgesloten zijn voor een flexitewerkstelling ongeacht de sector);
  • de aangifte gebeurt door het schoolbestuur (juridische werkgever)
    • voor de communicatie, wijzigingen, terugvorderingen en dergelijke zal de RSZ zich ook rechtstreeks wenden tot deze werkgevers
    • de Vlaamse Gemeenschap Departement Onderwijs geeft geen flexi-werknemers aan bij de RSZ; dat komt exclusief toe aan de werkgever
    • de voorziene aangifte in het kader van E-gov 3.0 zal ook door het betrokken bestuur (of zijn mandataris) moeten gebeuren;
  • voor de in aanmerking komende activiteiten wordt verwezen naar de hoofdactiviteit die moet beantwoorden aan een van de opgesomde NACE-codes; voor de plaatselijke en provinciale overheden gaat het om de NACE-code die in de DmfA wordt vermeld op het niveau van de tewerkstellingslijn van de werknemer;
  • binnen één bestuur kan een vast personeelslid niet werken als flexi in een school binnen hetzelfde bestuur
    • in geval van lokale besturen is het gemeente- stads- of provinciebestuur de werkgever
      • dit wil zeggen dat een administratief medewerker van het OCMW niet als flexi kan werken in een gemeenteschool van diezelfde gemeente
      • en dat leerkrachten van een school niet tewerkgesteld kunnen worden als flexi in een andere school van hetzelfde bestuur
      • maar een leerkracht kan wel flexi-jobben voor een ander gemeente-, stads- of provinciebestuur.
    • dit wil dus ook zeggen dat werknemers die al aangegeven zijn door de Vlaamse Gemeenschap Departement Onderwijs voor een tewerkstelling als statutair of contractueel bij een bepaalde werkgever (juridische entiteit  - schoolbestuur), door dezelfde werkgever niet als flexi-job werknemer mogen worden tewerkgesteld;

Wat het vrij onderwijs betreft:

  • in tegenstelling tot het officieel onderwijs, kan enkel als flexi-jobber gewerkt worden door werknemers in een functie waarvoor gewoonlijk gesubsidieerd personeel, dat niet onder de wet van 5 december 1968 ressorteert, wordt ingezet (behalve in door Vlaanderen uitdrukkelijk uitgesloten functies en de functies die per definitie uitgesloten zijn voor een flexitewerkstelling ongeacht de sector)
    • dat wil bijvoorbeeld zeggen dat busbegeleiders niet als flexi kunnen worden tewerkgesteld;
  • de aangifte gebeurt onder het PC 999; tot hiertoe is er geen Opt-IN gedaan voor het contractueel personeel van het vrij onderwijs en zou de aangifte onder PC 225 of PC 152 praktische problemen opleveren;
  • de aangifte gebeurt door het schoolbestuur (juridische werkgever);
    • voor de communicatie, wijzigingen, terugvorderingen en dergelijke zal de RSZ zich ook rechtstreeks wenden tot deze werkgevers
    • de Vlaamse Gemeenschap Departement Onderwijs geeft geen flexi-werknemers aan bij de RSZ; dat komt exclusief toe aan de werkgever
    • de voorziene aangifte in het kader van E-gov 3.0 zal ook door het betrokken schoolbestuur (of zijn mandataris) moeten gebeuren;
  • voor de in aanmerking komende inrichtingen wordt verwezen naar de hoofdactiviteit van de gesubsidieerde inrichting (juridische entiteit - werkgever), die moet beantwoorden aan de omschrijving van één van de opgesomde NACE-codes; het gaat dus om de NACE-code van de gesubsidieerde inrichting zoals opgenomen in het werkgeversrepertorium;
  • binnen één schoolbestuur (juridische entiteit) kan een vast personeelslid niet werken als flexi in een school van hetzelfde schoolbestuur; 
    • dit wil ook zeggen dat werknemers die al aangegeven zijn door de Vlaamse Gemeenschap Departement Onderwijs voor een tewerkstelling als statutair of contractueel bij een bepaalde werkgever (juridische entiteit  - schoolbestuur), door dezelfde werkgever niet als flexi-job werknemer mogen worden tewerkgesteld.

Een aangepast bestand ‘Toepassingsgebied flexi-jobs’ zal op het portaal gepubliceerd worden voor het 3de kwartaal 2024.

Kilometervergoeding woon-werkverplaatsingen en beroepsverplaatsingen

(19/07/2024)

De maximale kilometervergoeding voor de woon-werkverplaatsingen en beroepsverplaatsingen bedraagt 0,4297 EUR/km vanaf 1 juli 2024 tot en met 30 september 2024 (omzendbrief nr. 741, BS van 15 juli 2024).

Daarnaast werd er op 17 juli 2024 ook een omzendbrief nr. 742 gepubliceerd met een jaarbedrag van 0, 4415 EUR/km wat betreft de kilometervergoeding voor de periode 1 juli 2024 tot en met 30 juni 2025.

Ter herinnering: de berekening van de respectievelijke kilometervergoedingen zijn gebaseerd op twee verschillende berekeningen, opgenomen in twee onderscheiden wettelijke bepalingen. Wat de RSZ-vrijstelling betreft baseert men zich op de berekening per kwartaal (kilometervergoeding voor federale ambtenaren). De kilometervergoeding op jaarbasis wordt echter ook als ernstige norm aanvaard.

Dit houdt in dat:

  • zowel de forfaitaire kilometervergoeding die is vastgesteld voor een kwartaal als de forfaitaire kilometervergoeding die voor de periode van 1 juli 2024 tot en met 30 juni 2025 is vastgesteld, aangemerkt wordt als ernstige norm
  • werkgevers die opteren voor de toepassing van het forfaitair systeem op jaarbasis zich daar moeten aan houden voor de volledige periode van 1 juli 2024 tot en met 30 juni 2025; zij kunnen tijdens die periode niet omschakelen naar het forfaitaire kwartaalsysteem.
  • een eventuele omschakeling naar het forfaitaire systeem op kwartaalbasis voor degene die het forfait op jaarbasis gebruiken gedurende het 3de kwartaal 2024, ten vroegste kan gebeuren vanaf 1 juli 2025.

Flexi-jobs - Vlaamse kinderopvang

(05/07/2024)

Vanaf 1 april 2024 hebben volgende sectoren gebruik gemaakt van de mogelijkheid om de flexi-jobregeling toepasselijk te maken via een vraag van een gefedereerde entiteit of via een opt-in:

  • Vlaamse welzijns- en gezondheidssector (PC 331) met als hoofdactiviteit kinderopvang (NACE 88.91)
  • Werkgevers die niet onder de wet van 5 december 1968 vallen met als hoofdactiviteit kinderopvang (NACE 88.91), gevestigd in Vlaanderen of afhangend van de Vlaamse gemeenschap en gevestigd in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Voor beide sectoren geldt vanaf 1 juli 2024 de beperking dat het jaarlijks toegelaten totaal arbeidsvolume aan flexi-jobtewerkstelling maximaal 20 % bedraagt van het totaal arbeidsvolume gepresteerd door alle werknemers bij de werkgever. Om werkgevers toe te laten zich te organiseren wordt 2024 als een overgangsjaar beschouwd zonder controles op die 20 %-regel. Meer informatie betreffende de controles vanaf 2025 zal in een latere mededeling worden toegelicht. 

Flexi-jobs - opt-in en opt-out

(01/07/2024)

Vanaf 1 juli 2024 heeft volgende sector gebruik gemaakt van de mogelijkheid om de flexi-job regeling toepasselijk te maken voor zijn sector (opt-in):

  • het paritair comité voor de binnenscheepvaart (PC 139) (koninklijk besluit van 20 juni 2024 - BS 26 juni 2024).

Vanaf 1 juli 2024 heeft volgende sector gebruik gemaakt van de mogelijkheid om de flexi-job regeling geheel of gedeeltelijk op te schorten voor zijn sector (opt-out):

  • het paritair comité voor de begrafenisondernemers (PC 320), met uitzondering van de werknemers die activiteiten uitoefenen zoals bedoeld in artikel 2/4, tweede lid, van de wet van 27 juni 1969 (koninklijk besluit van 20 juni 2024 - BS 26 juni 2024).

Net zoals de Vlaamse Gemeenschap heeft de Duitstalige Gemeenschap gekozen om de tewerkstelling van flexiwerknemers mogelijk te maken vanaf 1 juli 2024 voor de openbare sectoren zoals voorzien in de wet van 16 november 2015 (koninklijk besluit van 9 juni 2024 - BS van 17 juni 2024):

  • de administratie van de Duitstalige Gemeenschap die de bevoegdheid onderwijs onder zich heeft, voor een tewerkstelling in
    • het officieel onderwijs ingericht of gesubsidieerd door de Duitstalige Gemeenschap waarvan de hoofdactiviteit beantwoordt aan de omschrijving van één van de volgende NACE-codes:

      NACE-codes

      • 85.101 - Gewoon kleuteronderwijs ingericht door de Gemeenschappen
      • 85.102 - Provinciaal gesubsidieerd gewoon kleuteronderwijs
      • 85.103 - Gemeentelijk gesubsidieerd gewoon kleuteronderwijs
      • 85.105 - Buitengewoon officieel kleuteronderwijs
      • 85.201 - Gewoon lager onderwijs ingericht door de Gemeenschappen
      • 85.202 - Provinciaal gesubsidieerd gewoon lager onderwijs
      • 85.203 - Gemeentelijk gesubsidieerd gewoon lager onderwijs
      • 85.205 - Buitengewoon officieel lager onderwijs
      • 85.311 - Gewoon algemeen secundair onderwijs ingericht door de Gemeenschappen
      • 85.312 - Provinciaal gesubsidieerd gewoon algemeen secundair onderwijs
      • 85.313 - Gemeentelijk gesubsidieerd gewoon algemeen secundair onderwijs
      • 85.321 - Gewoon technisch en beroepssecundair onderwijs ingericht door de Gemeenschappen
      • 85.322 - Provinciaal gesubsidieerd gewoon technisch en beroepssecundair onderwijs
      • 85.323 - Gemeentelijk gesubsidieerd gewoon technisch en beroepssecundair onderwijs
      • 85.325 - Buitengewoon officieel secundair onderwijs
      • 85.410 - Post-secundair niet-hoger onderwijs
      • 85.421 - Officieel hoger onderwijs
      • 85.591 - Onderwijs voor sociale promotie
      • 85.601 - Activiteiten van Centra voor Leerlingbegeleiding (C.L.B.) 
      • 85.609 - Overige onderwijsondersteunende dienstverlening (enkel de centrale, ondersteunende diensten van een onderwijsnet, -koepel of scholengroep)
    • het door de Duitstalige Gemeenschap gesubsidieerd vrij onderwijs, voor zover het functies betreft waarvoor gewoonlijk gesubsidieerd personeel, dat niet onder voornoemde wet van 5 december 1968 ressorteert, wordt ingezet en waarbij de hoofdactiviteit van de gesubsidieerde inrichting beantwoordt aan de omschrijving van één van de volgende NACE-codes:

      NACE-codes

      • 85.104 - Vrij gesubsidieerd gewoon kleuteronderwijs
      • 85.106 - Vrij gesubsidieerd buitengewoon kleuteronderwijs
      • 85.204 - Vrij gesubsidieerd gewoon lager onderwijs
      • 85.206 - Vrij gesubsidieerd buitengewoon lager onderwijs
      • 85.314 - Vrij gesubsidieerd gewoon algemeen secundair onderwijs
      • 85.324 - Vrij gesubsidieerd gewoon technisch en beroepssecundair onderwijs
      • 85.326 - Vrij gesubsidieerd buitengewoon secundair onderwijs
      • 85.410 - Post-secundair niet-hoger onderwijs
      • 85.422 - Vrij gesubsidieerd hoger onderwijs
      • 85.591 - Onderwijs voor sociale promotie
      • 85.601 - Activiteiten van Centra voor Leerlingbegeleiding (C.L.B.) 
      • 85.609 - Overige onderwijsondersteunende dienstverlening (enkel de centrale, ondersteunende diensten van een onderwijsnet, -koepel of scholengroep)
  • de werknemers en de werkgevers uit de sport- en cultuursector, voor zover de werkgevers niet onder voornoemde wet van 5 december 1968 ressorteren en hun hoofdactiviteit beantwoordt aan de omschrijving van één van de NACE-codes 93.1 of 90, en gevestigd zijn in het Duitse taalgebied of afhangen van de Duitstalige Gemeenschap in België.

Een aangepast bestand ‘Toepassingsgebied flexi-jobs’ zal op het portaal gepubliceerd worden voor het 3de kwartaal 2024.

De vrijwillige brandweerlieden, de vrijwillige ambulanciers en de vrijwilligers van de Civiele Bescherming

(01/07/2024)

Als gevolg van de overschrijding van de spilindex in de loop van de maand april 2024, wijzigt het maximum bedrag aan vergoedingen voor 'niet-uitzonderlijke' prestaties toegestaan om vrijgesteld te zijn van socialezekerheidsbijdragen. Vanaf 1 juli 2024 bedraagt het maximum 1.734,55 EUR/kwartaal.

Ter herinnering, de vergoedingen voor 'uitzonderlijke' prestaties die de vrijwillige brandweerlieden, de vrijwilligers van de Civiele Bescherming en de vrijwillige ambulanciers uitvoeren bij de organisaties die hen tewerkstellen, zijn altijd vrijgesteld van socialezekerheidsbijdragen, ongeacht het bedrag van de vergoeding. 

Aanpassing van loonplafonds verminderingen

(01/07/2024)

Als gevolg van een overschrijding van de spilindex in de loop van de maand april 2024, wijzigen een aantal loonplafonds voor de berekening van bijdrageverminderingen. Dit kan ook een impact hebben op sommige overgangsmaatregelen van de geregionaliseerde verminderingen vanaf 1 juli 2024.

Het grensbedrag voor de doelgroepvermindering kunstenaars is ook aangepast.

Structurele vermindering

Aanpassing van de bovenste loongrens van de lagelonencomponent (S0) en de zeerlagelonencomponent (S2) en aanpassing van de ondergrens van de hogelonencomponent (S1) van de structurele vermindering:

Rcategorie 1 = 0,1400 x ( 11.013,62 – S) + 0,4000 x (6.943,32 S); (algemene categorie)
Rcategorie 2 = 79,00 + 0,2557 x ( 9.252,17 – S) 0,4000 x (7.135,45 S) + 0,0600 x (W – 16.151,46); (categorie sociale maribel)
Rcategorie 3 met loonmatiging = 0,1400 x ( 11.933,95  S) + 0,4000 x (6.943,32 S); (categorie erkende beschutte werkplaats, werknemers met loonmatiging)
Rcategorie 3 zonder loonmatiging = 495,00 + 0,1785 x ( 11.330,55  S) + 0,4000 x (6.943,32 S). (categorie erkende beschutte werkplaats, werknemers zonder loonmatiging)

Doelgroepvermindering oudere werknemers

  • Brussel: 8.000,00 EUR (nieuwe wetgeving vanaf 1 juli 2024)
    • 10.666,67 EUR voor het 4de kwartaal in plaats van 8.000,00 EUR, behalve voor de uitzendsector
    • 10.666,67 EUR voor het 1ste kwartaal voor de uitzendsector.
  • Wallonië: 17.335,73 EUR

Doelgroepvermindering kunstenaars

  • Algemene regeling/overgangsmaatregelen: 6.211,44 EUR

Werknemersbijdragevermindering herstructurering

  • S0 = 3.671,21 EUR
  • S1 = 5.383,82 EUR

Forfaits gelegenheidsarbeid en met fooien betaalden

(01/07/2024)

Als gevolg van het overschrijden van de spilindex tijdens de maand april 2024 (met fooien betaalden, gelegenheidswerknemers horeca, land- en tuinbouw) wijzigen de forfaitaire daglonen.

De tabel bevat de dagforfaits die gelden vanaf 1 juli 2024, variërend naargelang de sector, de uitgeoefende functie en de leeftijd van de werknemer op de laatste dag van het kwartaal.

De forfaitaire bedragen voor de aangestelden toiletten buiten de horeca en de zeevissers ondergaan geen wijzigingen ten opzichte van het 2de kwartaal 2024.