Het portaal van de sociale zekerheid gebruikt cookies om de site gebruiksvriendelijker te maken.

Meer weten × Doorgaan

Vers le contenu de cette page

Wanneer ?

1 - Principe

De maandelijkse aangifte in het kader van een activeringsprogramma gebeurt op het einde van iedere maand waarin de betrokken werknemer in één van de activeringsprogramma's tewerkgesteld was.

Ook als het nettoloon 0 EUR bedraagt, en in de veronderstelling dat de overeenkomst verder loopt, verricht u verder een aangifte (bvb. bij langdurige ziekte, verlof zonder wedde, tijdelijke werkloosheid, ... ).

2 - Samenloop met andere scenario's

In geval van tijdelijke werkloosheid kan een 'aangifte vaststellen recht tijdelijke werkloosheid' (zie scenario 2) vereist zijn, bv. als nieuwe werkgever of bij wijziging van de uurregeling. Per maand waarin er tijdelijke werkloosheid voorkomt, is een "Maandelijkse aangifte van de uren tijdelijke werkloosheid" vereist (zie scenario 5).

Voor een deeltijdse werknemer die activeringsuitkeringen geniet en die ofwel als onvrijwillig deeltijdse werknemer de hoedanigheid van deeltijdse werknemer met behoud van rechten (met of zonder inkomensgarantie-uitkering) kan verkrijgen ofwel als vrijwillig deeltijds werknemer een inkomensgarantie-uitkering kan verkrijgen, doet u ook bij het begin van de tewerkstelling een "Aangifte aanvang deeltijdse arbeid" (zie scenario 3) en, in voorkomend geval, een "Maandelijkse aangifte van deeltijdse arbeid voor de berekening van de inkomensgarantie-uitkering" (zie scenario 6).

3 - Aantal ASR's te verrichten per maand

Voor alle types van activering:

- in geval van onderbroken tewerkstellingen: u verricht één ASR scenario 8 voor elke tewerkstelling in de loop van de maand;

- in geval van ononderbroken tewerkstellingen met dezelfde tewerkstellingsbreuk (factor Q/S): groepeert u de verschillende tewerkstellingen in één enkele ASR scenario 8;
Een tewerkstelling, op basis van meerdere arbeidsovereenkomsten, is ononderbroken indien de factor Q, de factor S, de werkgeverscategorie, het werknemerskengetal, het paritair comité en het statuut (indien statuut van een huisarbeider, d.i. code D) gelijk zijn en de arbeidsovereenkomsten op elkaar aansluiten, wat beduidt dat ze slechts mogen onderbroken zijn door een weekend, een feestdag, een normale inactiviteitsdag of een inhaalrustdag.

- Indien het gaat over ononderbroken deeltijdse tewerkstellingen waarvan enkel de factor Q verschilt, groepeert u de opeenvolgende deeltijdse tewerkstellingen eveneens in één enkele ASR scenario 8.

Onder deeltijdse tewerkstelling wordt verstaan: een tewerkstelling waarvan de factor Q verschilt van 0 en kleiner is dan de factor S (dus ook de deeltijdse tewerkstelling met loon ≥ referteloon). Indien een voltijdse loopbaanonderbreking of tijdskrediet begint of eindigt in de loop van een maand, kan deze tewerkstelling (waarvan de factor Q gelijk is aan 0) dus niet gegroepeerd worden met de tewerkstelling(en) in de rest van de maand.

Een tewerkstelling, op basis van meerdere arbeidsovereenkomsten met verschillende factor Q, is ononderbroken indien de factor S, de werkgeverscategorie, het werknemerskengetal, het paritair comité en het statuut (indien statuut van een huisarbeider, d.i. code D) gelijk zijn en de arbeidsovereenkomsten op elkaar aansluiten, wat beduidt dat ze slechts mogen onderbroken zijn door een weekend, een feestdag of een inhaalrustdag.

De notie “ononderbroken opeenvolgende deeltijdse tewerkstellingen” viseert ook de situatie waarbij een bestaande deeltijdse tewerkstelling blijft doorlopen en bijkomend een nieuwe arbeidsovereenkomst wordt afgesloten en eventueel daarna waarbij nadien één van beide overeenkomsten wordt beëindigd.

In de ASR die ononderbroken opeenvolgende tewerkstellingen met een verschillende factor Q groepeert wordt een gemiddelde factor Q vermeld.

Deze gemiddelde Q wordt berekend als volgt:

[(Q x cdo) + (Q’ x cdo’) + …]
cdo + cdo’ + …

- waarbij cdo = Calender Days Tewerkstelling: kalenderdagen gelegen tijdens de tewerkstelling gedurende de betreffende refertemaand;
- er wordt geen rekening gehouden met tewerkstellingsperiodes waar Q = 0.

Voorbeeld:
- van 01.07.2016 tot 15.07.2016: Q/S = 25/38
- van 16.07.2016 tot 20.07.2016: Q/S = 20/38
- van 21.07.2016 tot 23.07.2016: Q/S = 22/38
- van 24.07.2016 tot 31.07.2016: Q/S = 30/38
Berekening van de Qgemiddeld: [(25 * 15) + (20 * 5) + (22 * 3) + (30 * 8)] / 31 = 25,19354 = 25,19 (afgekapt op 2 decimalen).

Voor de berekening van de gemiddelde factor Q worden de onderbrekingen wegens een weekend, inhaalrustdag of een feestdag geacht deel uit te maken van de eraan voorafgaande tewerkstellingsperiode. Dit principe geldt slechts voor zover het weekend, de inhaalrustdag of de feestdag niet gedekt zijn door een arbeidsovereenkomst. Indien er voor het weekend, de inhaalrustdag of de feestdag wel een arbeidsovereenkomst bestaat, wordt enkel rekening gehouden met de factor Q van die arbeidsovereenkomst.

Voorbeeld 1:

Opeenvolgende ononderbroken tewerkstellingen
- van maandag 01.02.2016 tot vrijdag 05.02.2016: Q/S = 10/38
- van maandag 08.02.2016 tot vrijdag 12.02.2016: Q/S = 11/38
- van maandag 15.02.2016 tot vrijdag 19.02.2016: Q/S = 13/38
- van maandag 22.02.2016 tot vrijdag 26.02.2016: Q/S = 16/38

Berekening van de Qgemiddeld = [(10*7) + (11*7) + (13*7) + (16*5)] / 26 = 12,23 uur
Opmerking: zaterdag 27.02 en zondag 28.02 worden niet in rekening gebracht, ook niet indien 2016 geen schrikkeljaar zou zijn en de tewerkstelling aansluitend op 01.03 wordt verder gezet, gezien de einddatum van de tewerkstelling in de aangifte 26.02 zal zijn.

Voorbeeld 2:

Tewerkstelling met Q/S 2/38 voor de volledige maand en daarnaast bijkomende opeenvolgende ononderbroken tewerkstellingen
- van maandag 01.02.2016 tot vrijdag 05.02.2016: Q/S = 8/38
- van maandag 08.02.2016 tot vrijdag 12.02.2016: Q/S = 9/38
- van maandag 15.02.2016 tot vrijdag 19.02.2016: Q/S = 11/38
- van maandag 22.02.2016 tot vrijdag 26.02.2016: Q/S = 14/38

Berekening van de Qgemiddeld = [(10*5) + (2*2) + (11*5) + (2*2) + (13*5) + (2*2) + (16*5) +(2*3)] / 29 = 9,24 uur
Opmerking: 2016 is een schrikkeljaar, dus 29.02 wordt nog in rekening gebracht.

Opgelet: een deeltijdse tewerkstelling wordt onderbroken van zodra zij voorafgegaan wordt door of volgt op een voltijdse tewerkstelling (waarbij Q=S). In dat geval moet u per tewerkstelling voltijds – deeltijds (ononderbroken deeltijdse tewerkstellingen kunt u wel groeperen) één ASR scenario 8 verrichten.

Voorbeeld:
- van 01.01.2016 tot 15.01.2016: Q/S = 25/38
- van 16.01.2016 tot 20.01.2016: Q/S = 38/38
- van 21.01.2016 tot 23.01.2016: Q/S = 22/38
- van 24.01.2016 tot 31.01.2016: Q/S = 30/38
U verricht voor de maand juli 2014 drie ASR’s scenario 8, resp. voor de periode van 01.01.2016 tot 15.01.2016, voor de periode van 16.01.2016 tot 20.01.2016 en voor de periode van 21.01.2016 tot 31.01.2016.

4 - Specifieke situatie: tijdelijk voltijdse tewerkstellingen

Periodes waar ingevolge een addendum aan de deeltijdse arbeidsovereenkomst of een bijkomende deeltijdse arbeidsovereenkomst de factor Q tijdelijk gelijk (of hoger) wordt aan de factor S, worden niet als een voltijdse arbeidsovereenkomst beschouwd en onderbreken de opeenvolgende deeltijdse tewerkstellingen niet. Deze periode wordt dan wel mee in de berekening van de gemiddelde factor Q (zie hierna) genomen.

Voorbeeld
Een werknemer heeft volgende contracten:
- 04/01/2016 – 15/01/2016 met Q/S = 19/38
- 11/01/2016 - 15/01/2016 met Q/S = 19/38 (= bijkomende arbeidsovereenkomst)
- 18/01/2016 – 22/01/2016 met Q/S = 25/38
- 25/01/2016 – 29/01/2016 met Q/S = 20/38
De werkgever verricht voor de maand januari 2016 één ASR scenario 8, met een berekende factor Q.

Indien dergelijke tewerkstelling een volledige maand betreft, wordt er een ASR scenario 8 met factor Q = S afgeleverd. Bij batchverwerking wordt voor deze specifieke situatie (tijdelijke voltijdse tewerkstelling gedurende de volledige periode van de ASR, waarbij de factor Q voor de volledige periode gelijk is aan de factor S en er dus geen gemiddelde Q moet worden berekend) in de zone 00769 (onderbreking van de tewerkstelling) de waarde “4” toegekend.

Beperking aan deze werkwijze:
De duur van een deeltijdse tewerkstelling die ingevolge addenda of bijkomende overeenkomsten van bepaalde duur een voltijdse tewerkstelling wordt maar die toch kan gegroepeerd worden met een andere deeltijdse tewerkstelling wordt beperkt in de tijd.

Indien dergelijke tewerkstelling effectief 3 volledige kalendermaanden overschrijdt (waarmee wordt bedoeld volledige kalendermaanden en niet een kalenderperiode van 3 maanden) wordt de tewerkstelling beschouwd als een voltijdse tewerkstelling. Vanaf de 4de volledige kalendermaand is er dus niet langer sprake van ononderbroken opeenvolgende deeltijdse tewerkstelling en mag dus bij batchverwerking niet langer de waarde “4” in de zone 00769 (onderbreking van de tewerkstelling) worden toegekend.

Voorbeeld 1
- Deeltijdse tewerkstelling 19/38 van 01/01/2016 tot en met 31/12/2016
- Bijkomende deeltijdse arbeidsovereenkomst 19/38 van 15/07/2016 tot en met 14/11/2016
- “Voltijdse” tewerkstelling < 3 volledige kalendermaanden en dus één ASR voor de maand 11/2016 mogelijk

Voorbeeld 2
- Deeltijdse tewerkstelling 19/38 van 01/01/2016 tot en met 31/12/2016
- Bijkomende deeltijdse arbeidsovereenkomst 19/38 van 15/06/2016 tot en met 14/11/2016
- “Voltijdse” tewerkstelling > 3 volledige kalendermaanden en dus voor de maand 11/2016 twee ASR’s vereist.

5 - Specifieke situatie: doorstromingsprogramma's en SINE

In geval van een doorstromingsprogramma (DSP) of een tewerkstelling in de sociale inschakelingseconomie (SINE), wordt in geval van opeenvolgende deeltijdse tewerkstellingen met een verschillende factor Q de activeringsuitkering berekend op basis van een gemiddelde factor Q (de factor Q speelt daarentegen geen rol bij de berekening van de uitkering in het kader van Activa, Activa-Start, Activa-PVP en de activeringsprogramma’s in Waalse en Brusselse gewest). ). Let dus in geval van DSP op dat u het correct bedrag van de activeringsuitkering in mindering brengt van het aan de werknemer uit te betalen loon. In geval van SINE wordt de activeringsuitkering niet aan de werknemer maar aan de werkgever betaald en moet deze dus niet in mindering gebracht worden van het aan de werknemer te betalen loon.

De toepassing berekent de gemiddelde factor Q zoals onder punt 3 uiteengezet.

In geval van deeltijdse én voltijdse (andere dan tijdelijk voltijdse) tewerkstelling in de maand, wordt, indien de factor Q voor het bepalen van het bedrag van de activeringsuitkering relevant is, dit bedrag bepaald in functie van de voltijdse tewerkstelling.

In geval van progressieve tewerkstelling tijdens een ziekteperiode wordt de activeringsuitkering berekend op basis van de oorspronkelijke factor Q (dus alsof er geen progressieve tewerkstelling zou zijn).