Wanneer ?
1 - Principe
U doet een aangifte sociaal risico (ASR) "Maandelijkse aangifte uren tijdelijke werkloosheid of schorsing bedienden" na het einde van de maand waarin er effectief uren tijdelijke werkloosheid of schorsing bedienden voorkwamen.
Indien in dezelfde maand meerdere verschillende types van tijdelijke werkloosheid voorkomen (bv. type 003 tijdelijke werkloosheid wegens technische stoornis en type 002 tijdelijke werkloosheid wegens slecht weer), moet de werkgever één enkele ASR scenario 5 opmaken waarin de verschillende types van tijdelijke werkloosheid zijn opgenomen.
2 - Ononderbroken opeenvolgende tewerkstellingen met dezelfde factor Q/S
Indien een werknemer (voltijds of deeltijds) in de loop van een maand tewerkgesteld is in het kader van meerdere opeenvolgende ononderbroken tewerkstellingen (= enkel onderbroken door een weekend, een feestdag, normale inactiviteitsdagen of een inhaalrustdag) met dezelfde kenmerken, groepeert u de verschillende tewerkstellingen voor die maand in één enkele ASR scenario 5.
Volgende kenmerken van deze tewerkstellingen moeten daarenboven gelijk zijn :
- werkgeverscategorie;
- werknemerscode;
- paritair comité;
- factor Q ;
- factor S ;
- statuut (code D: huisarbeider).Tenzij het gaat om een statuut van huisarbeider (code D), verhindert een verschil in statuut het samenvoegen van tewerkstellingen niet. Indien er bij samenvoeging sprake is van tewerkstellingen met verschillende statuten, dan wordt het statuut van de laatste tewerkstelling in de maand vermeld.
3 - Ononderbroken opeenvolgende tewerkstellingen met verschillende factor Q/S
Indien een werknemer in de loop van een maand tewerkgesteld is in het kader van meerdere opeenvolgende ononderbroken deeltijdse tewerkstellingen (= enkel onderbroken door een weekend, een feestdag of een inhaalrustdag) met dezelfde kenmerken, moet u de verschillende tewerkstellingen voor die maand groeperen in één enkele ASR scenario 5.
[...] Onder deeltijdse tewerkstelling wordt verstaan: een tewerkstelling waarvan de factor Q verschilt van 0 en kleiner is dan de factor S (dus ook de deeltijdse tewerkstelling met loon ≥ referteloon).
In geval van meerdere ononderbroken opeenvolgende tewerkstellingen verricht u dus één ASR scenario 5 ongeacht wijzigingen van de contractuele arbeidsduur (verhoging of verlaging van factor Q) in de loop van de maand.
Opgelet:
- indien een voltijdse loopbaanonderbreking of tijdskrediet begint of eindigt in de loop van een maand, kan deze tewerkstelling (waarvan de factor Q gelijk is aan 0) niet gegroepeerd worden met de tewerkstelling(en) in de rest van de maand;
- het feit dat voor opeenvolgende tewerkstellingen slechts één ASR scenario 5 moet worden verricht, belet niet dat u, telkens de contractuele arbeidsduur (Q/S) wijzigt en er na de wijziging tijdelijke werkloosheid is, een ASR scenario 2 moet verrichten. Het zou dus kunnen dat u voor een bepaalde maand één ASR scenario 5 en meerdere ASR’s scenario 2 verricht.
3.1 - Gemiddelde factor Q
In de ASR die ononderbroken opeenvolgende tewerkstellingen met een verschillende factor Q groepeert, wordt een gemiddelde factor Q vermeld.
Deze gemiddelde Q wordt berekend volgens de formule:
[(Q x cdo) + (Q’ x cdo’) + …]
cdo + cdo’ + …
- waarbij cdo = Calender Days Occupation: kalenderdagen
gelegen tijdens de tewerkstelling gedurende de betreffende refertemaand;
- er wordt geen rekening gehouden met tewerkstellingsperiodes waar Q = 0.
Bij batchverwerking wordt voor een ASR die melding maakt van een gemiddelde factor Q in de zone 00769 (onderbreking van de tewerkstelling) de waarde “3” toegekend.
In de webtoepassing geeft u voor elke tewerkstellingsperiode de factor Q op. De toepassing zal dan op basis van de formule de gemiddelde factor Q berekenen.
Voorbeeld:
- van 01.01.2016 tot 15.01.2016: Q/S = 25/38
- van 16.01.2016 tot 20.01.2016: Q/S = 20/38
- van 21.01.2016 tot 23.01.2016: Q/S = 22/38
- van 24.01.2016 tot 31.01.2016: Q/S = 30/38
Berekening van de Qgemiddeld: [(25 * 15) + (20 * 5) + (22 * 3) + (30 * 8)] / 31 = 25,19354 = 25,19 (afgekapt op 2 decimalen).
Voor de berekening van de gemiddelde factor Q worden de onderbrekingen wegens een weekend, inhaalrustdag of een feestdag geacht deel uit te maken van de eraan voorafgaande tewerkstellingsperiode. Dit principe geldt slechts voor zover het weekend, de inhaalrustdag of de feestdag niet gedekt zijn door een arbeidsovereenkomst. Indien er voor het weekend, de inhaalrustdag of de feestdag wel een arbeidsovereenkomst bestaat, wordt enkel rekening gehouden met de factor Q van die arbeidsovereenkomst.
Voorbeeld 1:
Opeenvolgende ononderbroken tewerkstellingen
- van maandag 01.02.2016 tot vrijdag 05.02.2016: Q/S = 10/38
- van maandag 08.02.2016 tot vrijdag 12.02.2016: Q/S = 11/38
- van maandag 15.02.2016 tot vrijdag 19.02.2016: Q/S = 13/38
- van maandag 22.02.2016 tot vrijdag 26.02.2016: Q/S = 16/38
Berekening van de Qgemiddeld = [(10*7) + (11*7) + (13*7) + (16*5)] / 26 = 12,23 uur
Opmerking: zaterdag 27.02 en zondag 28.02 worden niet in rekening gebracht, ook niet indien 2016 geen schrikkeljaar zou zijn en de tewerkstelling aansluitend op 01.03 wordt verder gezet, gezien de einddatum van de tewerkstelling in de aangifte 26.02 zal zijn.
Voorbeeld 2:
Tewerkstelling met Q/S 2/38 voor de volledige maand en daarnaast bijkomende opeenvolgende ononderbroken tewerkstellingen
- van maandag 01.02.2016 tot vrijdag 05.02.2016: Q/S = 8/38
- van maandag 08.02.2016 tot vrijdag 12.02.2016: Q/S = 9/38
- van maandag 15.02.2016 tot vrijdag 19.02.2016: Q/S = 11/38
- van maandag 22.02.2016 tot vrijdag 26.02.2016: Q/S = 14/38
Berekening van de Qgemiddeld = [(10*5) + (2*2) + (11*5) + (2*2) + (13*5) + (2*2) + (16*5) +(2*3)] / 29 = 9,24 uur
Opmerking: 2016 is een schrikkeljaar, dus 29.02 wordt nog in rekening gebracht.
3.2 - Specifieke situatie : overgang voltijdse naar deeltijdse tewerkstelling
Het voormelde geldt niet in geval van opeenvolging van voltijdse en deeltijdse arbeidsovereenkomsten. In dat geval worden de voltijdse tewerkstellingen niet in rekening gebracht bij de berekening van de gemiddelde Q en kunnen de opeenvolgende tewerkstelling niet in één ASR gegroepeerd worden.
3.3 - Specifieke situatie : tijdelijk voltijdse tewerkstellingen
Periodes waar ingevolge een addendum aan de deeltijdse arbeidsovereenkomst of een bijkomende deeltijdse arbeidsovereenkomst de factor Q tijdelijk gelijk (of hoger) wordt aan de factor S, worden in die zin niet als een voltijdse arbeidsovereenkomst beschouwd en onderbreken de opeenvolgende deeltijdse tewerkstellingen niet. Deze periode wordt dan wel mee in de berekening van de gemiddelde factor Q genomen.
Voorbeeld
Een werknemer heeft volgende contracten en is tijdelijk werkloos op 06/01/2016, 12/01/2016, 21/01/2016 en 27/01/2016:
- 04/01/2016 – 15/01/2016 met Q/S = 19/38
- 11/01/2016 - 15/01/2016 met Q/S = 19/38 (= bijkomende AO)
- 18/01/2016 – 22/01/2016 met Q/S = 25/38
- 25/01/2016 – 29/01/2016 met Q/S = 20/38
De werkgever verricht voor de maand januari 2016 één ASR scenario 5, met een berekende factor Q.
Indien dergelijke tewerkstelling een volledige maand betreft, wordt er één ASR scenario 5 met factor Q = S afgeleverd. Bij batchverwerking wordt voor deze specifieke situatie (tijdelijke voltijdse tewerkstelling gedurende de volledige periode van de ASR, waarbij de factor Q voor de volledige periode gelijk is aan de factor S en er dus geen gemiddelde Q moet worden berekend) in de zone 00769 (onderbreking van de tewerkstelling) de waarde “4” toegekend.
Opmerking: in deze situatie wordt als code voor het werkschema (zie Wat invullen? – punt 1.3) een code (01-04) betreffende een voltijdse tewerkstelling gebruikt.
Beperking aan deze werkwijze: De duur van een deeltijdse tewerkstelling die ingevolge addenda of bijkomende overeenkomsten van bepaalde duur een voltijdse tewerkstelling wordt maar die toch kan gegroepeerd worden met een andere deeltijdse tewerkstelling wordt beperkt in de tijd.
Indien dergelijke tewerkstelling effectief 3 volledige kalendermaanden overschrijdt (waarmee wordt bedoeld volledige kalendermaanden en niet een kalenderperiode van 3 maanden) wordt de tewerkstelling beschouwd als een voltijdse tewerkstelling. Vanaf de 4de volledige kalendermaand is er dus niet langer sprake van ononderbroken opeenvolgende deeltijdse tewerkstelling en mag dus bij batchverwerking niet langer de waarde “4” in de zone 00769 (onderbreking van de tewerkstelling) worden toegekend.
Voorbeeld 1
- Deeltijdse tewerkstelling 19/38 van 01/01/2016 tot en met 31/12/2016
- Bijkomende deeltijdse arbeidsovereenkomst 19/38 van 15/07/2016 tot en met 14/11/2016
- “Voltijdse” tewerkstelling < 3 volledige kalendermaanden en dus, indien het risico tijdelijke werkloosheid zich voordoet, één ASR voor de maand 11/2016 mogelijk
Voorbeeld 2
- Deeltijdse tewerkstelling 19/38 van 01/01/2016 tot en met 31/12/2016
- Bijkomende deeltijdse arbeidsovereenkomst 19/38 van 15/06/2016 tot en met 14/11/2016
- “Voltijdse” tewerkstelling > 3 volledige kalendermaanden en dus, indien het risico tijdelijke werkloosheid zich zowel vóór als na 14/11/2016 voordoet, voor de maand 11/2016 twee ASR’s vereist.
4 - Onderbroken tewerkstellingen
Indien er een onderbreking van de tewerkstelling is (anders dan een weekend, inhaalrustdag of een feestdag), moet u voor elke onderbroken tewerkstelling een afzonderlijke ASR scenario 5 verrichten.
Voorbeeld:
Tewerkstelling van 01/01/2016 tot 15/01/2016: Q/S = 25/38
Tewerkstelling van 18/01/2016 tot 22/01/2016: Q/S = 20/38
Tewerkstelling van 26/01/2016 tot 29/01/2016: Q/S = 30/38
Tijdelijke werkloosheid wegens slecht weer op 11/01 en 27/01. Het gaat om een eerste tijdelijke werkloosheid bij deze werkgever
Voor de maand januari 2016 verricht de werkgever:
- 2 ASR’s scenario 2, resp. voor tijdelijke werkloosheid op 11/01 (Q/S = 25/38) en voor tijdelijke werkloosheid op 27/01 (Q/S = 30/38) ;
- 2 ASR’s scenario 5, resp.voor tijdelijke werkloosheid op 11/01 en voor tijdelijke werkloosheid op 27/01. Er is immers een onderbreking van de tewerkstelling van 23/01/2016 tot en met 25/01/2016.