Wanneer ?
1 - Algemeen
De reglementering voorziet dat de werkgever, bij de aanvang van de deeltijdse arbeid , op vraag van de deeltijdse werknemer, een " Aangifte aanvang deeltijdse arbeid" (ASR scenario 3) verstuurt. Deze vraag door de werknemer kan ook gebeuren tijdens de deeltijdse tewerkstelling, bv. omdat hij pas in de loop van de tewerkstelling voldoet aan de voorwaarden om het statuut van deeltijdse werknemer met behoud van rechten en/of de inkomensgarantie-uitkering te bekomen.
De aanvraag tot het verkrijgen van het statuut van deeltijdse werknemer met behoud van rechten (al dan niet met inkomensgarantie-uitkering) door de onvrijwillig deeltijds werknemer moet gebeuren binnen de twee maanden na de aanvang van de deeltijdse betrekking (of nadat is voldaan aan de voorwaarden voor het verkrijgen van het statuut van deeltijds werknemer met behoud van rechten).
De aanvraag tot het verkrijgen van de inkomensgarantie-uitkering door de vrijwillig deeltijdse werknemer moet gebeuren binnen de twee maanden na de dag vanaf wanneer de uitkeringen worden gevraagd.
Deze aanvragen gebeuren op basis van de ASR scenario 3 en een door de werknemer in te vullen papieren formulier C131A-Werknemer (beschikbaar op de website van de RVA www.rva.be of te bekomen bij de uitbetalingsinstelling).
Gebeurt de aanvraag laattijdig, dan bestaat de mogelijkheid tot regularisatie. Dit houdt in dat het recht wel wordt toegekend, doch pas vanaf de datum van binnenkomst van de aanvraag op het werkloosheidsbureau. In dit geval is het mogelijk dat op vraag van de werknemer een ASR scenario 1, type 004 (formulier C4-arbeidsbewijs) moet worden opgemaakt voor de lopende deeltijdse tewerkstelling.
2 – Opeenvolgende arbeidsovereenkomsten
2.1 – In geval van een ononderbroken tewerkstelling
Een tewerkstelling, op basis van meerdere deeltijdse arbeidsovereenkomsten, is ononderbroken indien de arbeidsovereenkomsten op elkaar aansluiten, wat beduidt dat ze slechts mogen onderbroken zijn door een weekend, een feestdag of een inhaalrustdag.
Dit viseert ook de situatie waarbij een bestaande deeltijdse tewerkstelling blijft doorlopen en bijkomend een nieuwe arbeidsovereenkomst wordt afgesloten en eventueel daarna waarbij nadien één van beide overeenkomsten wordt beëindigd.
In geval van opeenvolgende ononderbroken deeltijdse tewerkstellingen moet er, bij ongewijzigde factor S, geen nieuwe ASR scenario 3 worden verricht, ook niet wanneer in de nieuwe tewerkstelling de werkgeverscategorie, het werknemerskengetal, het paritair comité, de factor Q of het statuut van de werknemer (tenzij het zou gaan om een statuut van huisarbeider) zou gewijzigd zijn.
U moet naar aanleiding van de wijziging van de arbeidsduur (verhoging of verlaging) dus:
• geen ASR scenario 3 betreffende het begin van de nieuwe tewerkstelling verrichten;
• evenmin een ASR scenario 1 (of formulier C4-werkloosheidsbewijs) betreffende het einde van de afgelopen tewerkstelling verrichten;
• per maand slechts één ASR scenario 6 voor elke ononderbroken tewerkstellingen verrichten (uitzondering: het groeperen van ononderbroken opeenvolgende deeltijdse tewerkstellingen in één enkel ASR scenario 6 is enkel mogelijk indien het gaat om tewerkstellingen met identieke werkgeverscategorie, werknemerskengetal, paritair comité en statuut van de werknemer (behalve het statuut van huisarbeider)).
Voorbeeld:
• vanaf 01/02/2017: Q/S = 19/38
• vanaf 15/02/2017: bijkomende arbeidsovereenkomst met Q/S = 7,6/38
• op 28/02/2017: arbeidsovereenkomst van 19/38 neemt een einde
Dit wordt beschouwd als een situatie van ononderbroken opeenvolgende deeltijdse tewerkstellingen met resp. Q/S 19/38 (voor de periode van 01/02/2017 tot en met 14/02/2017), 26,6/38 (voor de periode van 15/02/2017 tot en met 28/02/201) en 7,6/38 (voor de periode vanaf 01/03/2017), waarvoor slechts één ASR scenario 3 (vanaf 01/02/2017 met Q/S 19/38) moet worden verricht).
Voor maand februari 2017 verricht u één ASR scenario 6 met een gemiddelde factor Q.
U moet in de voormelde situatie de ASR scenario 3 en/of ASR scenario 1 (formulier C4-werkloosheidsbewijs) wel afleveren indien de werknemer u dit uitdrukkelijk vraagt.
Opgelet!
Dit betreft niet de situatie van overschakeling van een voltijdse naar een deeltijdse tewerkstelling. In deze situatie blijft voor de deeltijdse werknemer die het statuut van deeltijdse werknemer met behoud van rechten en/of de aanvullende inkomensgarantie-uitkering wil aanvragen, de indiening van een ASR scenario 3 , samen met een ASR scenario 1 (of formulier C4-werkloosheidsbewijs) betreffende de beëindigde voltijdse tewerkstelling, verplicht.
Uitzondering hierop : de indiening van een ASR scenario 3 en een ASR scenario 1 is niet vereist indien het gaat om een tijdelijk voltijdse tewerkstelling ingevolge een addendum aan de bestaande deeltijdse arbeidsovereenkomst of een bijkomende deeltijdse arbeidsovereenkomst, dit voor zover de tijdelijke voltijdse tewerkstelling niet meer dan 3 volledige kalendermaanden omvat.
Voorbeelden:
- tijdelijk “voltijdse” tewerkstelling van 15/07/2016 tot en met 25/11/2016: Q = S voor de maanden augustus, september en oktober en bij vermindering uren vanaf 26/11/2016 geen ASR scenario 3 vereist;
- tijdelijk “voltijdse” tewerkstelling van 28/07/2016 tot en met 03/12/2016: Q = S voor de maanden augustus, september, oktober en november overschrijdt de 3 volledige kalendermaanden en bij vermindering uren vanaf 04/12/2016 dus een ASR scenario 1 en een ASR scenario 3 vereist.
2.2 – In geval van een onderbroken tewerkstelling
Gaat het niet om opeenvolgende tewerkstellingen zoals hierboven beschreven, dan dient u wel
• een scenario 3 betreffende het begin van elke nieuwe tewerkstelling te verrichten.
• een scenario 1 (of formulier C4-werkloosheidsbewijs) betreffende het einde van elke afgelopen tewerkstelling te verrichten;
• per maand voor elke tewerkstelling een ASR scenario 6 te verrichten.
Voorbeeld
Een werknemer werkt voor u
- van 05.09.2016 tot en met 16.09.2016 a rato van 20/38
- van 19.09.2016 tot en met 07.10.2016 a rato van 15/38
- op 10.10.2016 is er een inhaalrustdag
- van 11.10.2016 tot en met 21.10.2016 a rato van 20/38
- van 31.10.2016 tot en met 04.11.2016 a rato van 25/38
- van 07.11.2016 tot en met 18.11.2016 a rato van 30/38
U verricht
In de maand september 2016
- een ASR scenario 3 voor het begin van de tewerkstelling op 05.09.2016
- een ASR scenario 6 voor de tewerkstelling van 05.09.2016 tot en met 30.09.2016
In de maand oktober 2016
- een ASR scenario 1 (of papieren formulier C4-werkloosheidsbewijs) bij het einde van de tewerkstelling op 21.10.2016
- een ASR scenario 3 voor het begin van de tewerkstelling op 31.10.2016
- twee ASR’s scenario 6, resp. voor de tewerkstellingen van 01.10.2016 tot en met 21.10.2016 en op 31.10.2016
In de maand november 2016
- een ASR scenario 6 voor de tewerkstelling van 01.11.2016 tot en met 18.11.2016.
- een ASR scenario 1 (of papieren formulier C4-werkloosheidsbewijs) bij het einde van de tewerkstelling op 18.11.2016
3 – Overlappende arbeidsovereenkomsten
In geval verschillende deeltijdse tewerkstellingen met dezelfde kenmerken, d.i. zelfde werkgeverscategorie, werknemerscode, paritair comité, factor S en statuut (het statuut van de tewerkstelling mag verschillen, behalve indien één van de tewerkstellingen de code D voor huisarbeider betreft) op hetzelfde tijdstip aanvatten, kunt u deze tewerkstellingen in één enkele aangifte, ASR scenario 3 groeperen.
Opgelet : indien u dit doet, mag u voor deze tewerkstelling ook slechts één ASR scenario 5, 6, 8 of 10 verrichten. Leidt dit to problemen (bv. omdat de werknemer in verschillende vestigingen is tewerkgesteld met verschillende periodes van collectieve sluiting of een verschillende feestdagenregeling) maakt u daarvan melding in de commentaarzone.
Indien door het tijdens de deeltijdse tewerkstelling afsluiten van bijkomende arbeidsovereenkomsten overlapping van meerdere arbeidsovereenkomsten ontstaat, beschouwt u deze situatie als een ononderbroken opeenvolging van meerdere deeltijdse arbeidsovereenkomsten (zie punt 2.1).