Het portaal van de sociale zekerheid gebruikt cookies om de site gebruiksvriendelijker te maken.

Meer weten × Doorgaan

Vers le contenu de cette page

Voor wie ?

Enerzijds de onvrijwillig deeltijdse werknemer of leerkracht die voldoet aan de reglementaire voorwaarden om erkend te worden als deeltijdse werknemer met behoud van rechten. Deze voorwaarden zijn :

1/ de deeltijdse werknemer moet recht hebben op voltijdse uitkeringen;

2/ de gemiddelde arbeidsduur moet minstens één derde van het voltijdse uurrooster bedragen (13 uur per week), behalve als er een wettelijke of conventionele uitzondering is;

3/ de deeltijdse werknemer moet bij het werkloosheidsbureau een aanvraag indienen tot het verkrijgen van de hoedanigheid van deeltijdse werknemer met behoud van rechten binnen een termijn van 2 maanden na de aanvang van de deeltijdse tewerkstelling.

Om als deeltijdse werknemer met behoud van rechten een aanvulling op het loon (inkomensgarantie-uitkering) te kunnen ontvangen, moet daarnaast nog aan volgende voorwaarden zijn voldaan:

1/ de deeltijdse werknemer moet bij zijn werkgever een aanvraag ingediend hebben om een voltijdse betrekking te krijgen die in de onderneming vrij zou komen en moet zijn werkgever vragen de arbeidsovereenkomst aan te passen indien hij regelmatig meer uren moet presteren dan voorzien in deze arbeidsovereenkomst;

2/ de deeltijdse werknemer moet binnen de twee maanden na de aanvang van de deeltijdse tewerkstelling de bevoegde gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling ervan op de hoogte stellen dat hij deeltijds werkt, ingeschreven blijven als voltijds werkzoekende en beschikbaar zijn voor een voltijdse betrekking op de arbeidsmarkt;

3/ het loon van de werknemer mag niet hoger zijn dan het loon voorzien in het art. 131bis, § 1, 4°, van het KB van 25.11.1991;

4/ de gemiddelde wekelijkse duur van het arbeidsregime mag niet hoger liggen dan 4/5 van een voltijdse betrekking;

5/ de deeltijdse werknemer mag geen recht meer hebben op een loon ten laste van zijn vorige werkgever (wanneer de deeltijdse betrekking aanvangt tijdens een opzeggingsperiode of tijdens een periode gedekt door een verbrekingsvergoeding).

Meer uitleg over het statuut van "deeltijdse werknemer met behoud van rechten ", over de voorwaarden om dit statuut te bekomen, de formaliteiten te vervullen door de deeltijdse werknemer die het statuut aanvraagt en over de voordelen verbonden aan dit statuut, vindt u in de infobladen over deeltijdse arbeid op de website van de RVA (www.rva.be) onder de rubriek Documentatie, Infobladen per object, Deeltijdse arbeid.

Anderzijds de vrijwillig deeltijdse werknemer, die niet het statuut van deeltijdse werknemer met behoud van rechten kan verkrijgen, maar wel aanspraak kan maken op een aanvulling op het loon (inkomensgarantie-uitkering), indien voldaan is aan volgende voorwaarden:

1/ de deeltijdse werknemer moet recht hebben op halve uitkeringen;

2/ de gemiddelde arbeidsduur moet minstens één derde van het voltijdse uurrooster bedragen (13 uur per week), behalve als er een wettelijke of conventionele uitzondering is;

3/ de deeltijdse werknemer moet bij het werkloosheidsbureau een aanvraag indienen tot het verkrijgen van de inkomensgarantie-uitkering binnen een termijn van 2 maanden volgend op de dag vanaf wanneer de uitkeringen worden gevraagd;

4/ de deeltijdse werknemer moet zijn werkgever vragen de arbeidsovereenkomst aan te passen indien hij regelmatig meer uren moet presteren dan voorzien in deze arbeidsovereenkomst;

5/ de deeltijdse werknemer moet binnen de twee maanden vanaf de dag vanaf wanneer de uitkeringen worden aangevraagd de bevoegde gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling ervan op de hoogte stellen dat hij deeltijds werkt, ingeschreven blijven als werkzoekende en beschikbaar zijn voor een passende betrekking op de arbeidsmarkt (een betrekking is voor een vrijwillig deeltijdse werknemer passend indien het gemiddeld wekelijks aantal arbeidsuren van de aangeboden betrekking niet meer bedraagt dan het aantal dat in rekening werd gebracht voor de vaststelling van het aantal halve uitkeringen waarop hij als vrijwillig deeltijdse werknemer aanspraak maakt, verhoogd met zes);

6/ het loon van de werknemer mag niet hoger zijn dan het loon voorzien in het art. 131bis, § 1, 4°, van het KB van 25.11.1991;

7/ de gemiddelde wekelijkse duur van het arbeidsregime mag niet hoger liggen dan 4/5 van een voltijdse betrekking;

8/ de deeltijdse werknemer mag geen recht meer hebben op een loon ten laste van zijn vorige werkgever (wanneer de deeltijdse betrekking aanvangt tijdens een opzeggingsperiode of tijdens een periode gedekt door een verbrekingsvergoeding).