Het portaal van de sociale zekerheid gebruikt cookies om de site gebruiksvriendelijker te maken.

Meer weten × Doorgaan

Vers le contenu de cette page

Wanneer ?

1 - Algemeen

De maandelijkse ASR scenario 6 verricht u na iedere kalendermaand waarin de deeltijdse werknemer in principe recht heeft op de inkomensgarantie-uitkering.

Ononderbroken opeenvolgende arbeidsovereenkomsten met dezelfde kenmerken (werkgeverscategorie, werknemerskengetal, paritair comité, de factoren Q en S en statuut (enkel vereist indien code D voor huisarbeider)) worden gegroepeerd in één tewerkstelling en ASR. Een weekend, normale inactiviteitsdagen, een feestdag en een inhaalrustdag worden in dit kader niet beschouwd als een onderbreking van de tewerkstelling. Het betreft bv. de gebruikelijke opeenvolgende weekcontracten in de uitzendsector van maandag tot vrijdag. Er wordt in dit geval maandelijks één ASR scenario 6 opgemaakt.

Als de deeltijdse werknemer gedurende een of meerdere kalendermaanden tijdelijk meeruren presteert waardoor hij niet meer vergoedbaar is en dus geen inkomensgarantie-uitkering meer ontvangt (bv. omdat het maandloon te hoog is of omdat de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur hoger ligt dan 4/5de van een voltijdse betrekking), en nadien terugvalt op zijn vroegere deeltijdse uurrooster, kan de werkgever voor die maand(en) verder een ASR scenario 6 versturen.

2 - Procedure in geval van opeenvolgende ononderbroken deeltijdse tewerkstellingen met verschillende factor Q

2.1 - Toepassingsbied

Deze procedure mag uitsluitend toegepast worden in geval van deeltijdse tewerkstellingen die elkaar opvolgen en enkel onderbroken zijn door een weekend, feestdag of inhaalrustdag.

Onder deeltijdse tewerkstelling wordt hier verstaan: een tewerkstelling waarvan de factor Q verschilt van 0 en kleiner is dan de factor S (dus ook de deeltijdse tewerkstelling met loon ≥ referteloon).

Indien een voltijdse loopbaanonderbreking of tijdskrediet begint of eindigt in de loop van een maand, kan deze tewerkstelling (waarvan de factor Q gelijk is aan 0) dus niet gegroepeerd worden met de tewerkstelling(en) in de rest van de maand.

Een tewerkstelling, op basis van meerdere arbeidsovereenkomsten, is ononderbroken indien de factor S, de werkgeverscategorie, het werknemerskengetal het paritair comité en het statuut (enkel vereist indien code D voor huisarbeider) gelijk zijn én de arbeidsovereenkomsten op elkaar aansluiten, wat beduidt dat ze slechts mogen onderbroken zijn door een weekend, een feestdag of een inhaalrustdag.

Dit viseert ook de situatie waarbij een bestaande deeltijdse tewerkstelling blijft doorlopen en bijkomend een nieuwe arbeidsovereenkomst wordt afgesloten en eventueel daarna waarbij nadien één van beide overeenkomsten wordt beëindigd.

Opgelet! In geval van opeenvolging van een voltijdse en een deeltijdse arbeidsovereenkomst geldt dit principe niet en moet er voor het einde van de voltijdse arbeidsovereenkomst en het begin van de deeltijdse arbeidsovereenkomst wel resp. een ASR scenario 1 en een ASR scenario 3 verricht worden.

Specifieke situatie : tijdelijk voltijdse tewerkstellingen

Periodes waar ingevolge een addendum aan de deeltijdse arbeidsovereenkomst of een bijkomende deeltijdse arbeidsovereenkomst de factor Q tijdelijk gelijk (of hoger) wordt aan de factor S, worden in die zin niet als een voltijdse arbeidsovereenkomst beschouwd en onderbreken de opeenvolgende deeltijdse tewerkstellingen niet. Deze periode wordt dan wel mee in de berekening van de gemiddelde factor Q (zie verder voor meer uitleg) genomen.

Voorbeeld
Een werknemer heeft volgende contracten:
- 04/01/2016 – 14/01/2016 met Q/S = 19/38
- 11/01/2016 - 14/01/2016 met Q/S = 19/38 (= bijkomende AO)
- 18/01/2016 – 22/01/2016 met Q/S = 25/38
- 25/01/2016 – 29/01/2016 met Q/S = 20/38
De werkgever verricht voor de maand januari 2016 één ASR scenario 6, met een berekende gemiddelde factor Q.

Indien dergelijke tewerkstelling een volledige maand betreft, wordt er een ASR scenario 6 met factor Q = S afgeleverd. Bij batchverwerking wordt voor deze specifieke situatie (tijdelijke voltijdse tewerkstelling gedurende de volledige periode van de ASR, waarbij de factor Q voor de volledige periode gelijk is aan de factor S en er dus geen gemiddelde Q moet worden berekend) in de zone 00769 (onderbreking van de tewerkstelling) de waarde “4” toegekend.

Opmerking: in deze situatie wordt als code voor het werkschema (zie Wat invullen? – punt 1.3) een code (01-04) betreffende een voltijdse tewer kstelling gebruikt.

Beperking aan deze werkwijze :
De duur van een deeltijdse tewerkstelling die ingevolge addenda of bijkomende overeenkomsten van bepaalde duur een voltijdse tewerkstelling wordt maar die toch kan gegroepeerd worden met een andere deeltijdse tewerkstelling wordt beperkt in de tijd.

Indien dergelijke tewerkstelling effectief 3 volledige kalendermaanden overschrijdt (waarmee wordt bedoeld volledige kalendermaanden en niet een kalenderperiode van 3 maanden) wordt de tewerkstelling beschouwd als een voltijdse tewerkstelling. Vanaf de 4de volledige kalendermaand is er dus niet langer sprake van ononderbroken opeenvolgende deeltijdse tewerkstelling en mag dus bij batchverwerking niet langer de waarde “4” in de zone 00769 (onderbreking van de tewerkstelling) worden toegekend.

Dit betekent dat er dan, bij vermindering van uren, een ASR scenario 1 en een ASR scenario 3 afgeleverd moet worden.

Voorbeelden:
- “voltijdse” tewerkstelling van 15/07/2016 tot en met 25/11/2016: ASR scenario 6 met Q = S voor de maanden augustus, september en oktober mogelijk en bij vermindering uren vanaf 26/11/2016 geen ASR scenario 1 en ASR scenario 3 vereist;
- “voltijdse” tewerkstelling van 28/07/2016 tot en met 03/12/2016: ASR scenario 6 met Q = S voor de maanden augustus, september, oktober en november overschrijdt de 3 volledige kalendermaanden en bij vermindering uren vanaf 04/12/2016 dus ASR scenario 1 en ASR scenario 3 vereist.

2.2 - Invloed van fluctuaties van de factor Q

In geval van wijziging van de factor Q tijdens de maand, moet u, indien het gaat om ononderbroken deeltijdse tewerkstellingen, voor deze maand slechts één enkele ASR scenario 6 verrichten.

Dit geldt zowel in geval van verhoging als in geval van verlaging van de arbeidsduur.
U moet dus naar aanleiding van de wijziging van de arbeidsduur:
• geen scenario 1 (of formulier C4-werkloosheidsbewijs) betreffende het einde van de afgelopen tewerkstelling verrichten;
• en geen scenario 3 betreffende het begin van de nieuwe tewerkstelling verrichten.
Op vraag van de werknemer moet u wel naar aanleiding van de beëindiging van elke tewerkstelling een scenario 1 (of een formulier C4-werkloosheidsbewijs) afleveren.
In de ASR die ononderbroken opeenvolgende tewerkstellingen met een verschillende factor Q groepeert, wordt een gemiddelde factor Q vermeld.

Deze gemiddelde Q wordt berekend volgens de formule:

[(Q x cdo) + (Q’ x cdo’) + …]
cdo + cdo’ + …

- waarbij cdo = Calender Days Occupation: kalenderdagen
gelegen tijdens de tewerkstelling gedurende de betreffende refertemaand;
- er wordt geen rekening gehouden met tewerkstellingsperiodes waar Q = 0.

Bij batchverwerking wordt voor een ASR die melding maakt van een gemiddelde factor Q in de zone 00769 (onderbreking van de tewerkstelling) de waarde “3” toegekend.

In de webtoepassing geeft u voor elke tewerkstellingsperiode de factor Q op.
De toepassing zal dan op basis van de formule de gemiddelde factor Q berekenen.

Voorbeeld:
- van 01.01.2016 tot 15.01.2016: Q/S = 25/38
- van 16.01.2016 tot 20.01.2016: Q/S = 20/38
- van 21.01.2016 tot 23.01.2016: Q/S = 22/38
- van 24.01.2016 tot 31.01.2016: Q/S = 30/38
Berekening van de Qgemiddeld: [(25 * 15) + (20 * 5) + (22 * 3) + (30 * 8)] / 31 = 25,19354 = 25,19 (afgekapt op 2 decimalen).

Voor de berekening van de gemiddelde factor Q worden de onderbrekingen wegens een weekend, inhaalrustdag of een feestdag geacht deel uit te maken van de eraan voorafgaande tewerkstellingsperiode. Dit principe geldt slechts voor zover het weekend, de inhaalrustdag of de feestdag niet gedekt zijn door een arbeidsovereenkomst. Indien er voor het weekend, de inhaalrustdag of de feestdag wel een arbeidsovereenkomst bestaat, wordt enkel rekening gehouden met de factor Q van die arbeidsovereenkomst.

Voorbeeld 1:

Opeenvolgende ononderbroken tewerkstellingen
- van maandag 01.02.2016 tot vrijdag 05.02.2016: Q/S = 10/38
- van maandag 08.02.2016 tot vrijdag 12.02.2016: Q/S = 11/38
- van maandag 15.02.2016 tot vrijdag 19.02.2016: Q/S = 13/38
- van maandag 22.02.2016 tot vrijdag 26.02.2016: Q/S = 16/38

Berekening van de Qgemiddeld = [(10*7) + (11*7) + (13*7) + (16*5)] / 26 = 12,23 uur
Opmerking: zaterdag 27.02 en zondag 28.02 worden niet in rekening gebracht, ook niet indien 2016 geen schrikkeljaar zou zijn en de tewerkstelling aansluitend op 01.03 wordt verder gezet, gezien de einddatum van de tewerkstelling in de aangifte 26.02 zal zijn.

Voorbeeld 2:

Tewerkstelling met Q/S 2/38 voor de volledige maand en daarnaast bijkomende opeenvolgende ononderbroken tewerkstellingen
- van maandag 01.02.2016 tot vrijdag 05.02.2016: Q/S = 8/38
- van maandag 08.02.2016 tot vrijdag 12.02.2016: Q/S = 9/38
- van maandag 15.02.2016 tot vrijdag 19.02.2016: Q/S = 11/38
- van maandag 22.02.2016 tot vrijdag 26.02.2016: Q/S = 14/38

Berekening van de Qgemiddeld = [(10*5) + (2*2) + (11*5) + (2*2) + (13*5) + (2*2) + (16*5) +(2*3)] / 29 = 9,24 uur
Opmerking: 2016 is een schrikkeljaar, dus 29.02 wordt nog in rekening gebracht.

3 - Procedure in geval van opeenvolgende onderbroken deeltijdse tewerkstellingen

In geval van deeltijdse tewerkstellingen die elkaar opvolgen, maar onderbroken zijn, dient u één ASR te verrichten per tewerkstelling.

Een tewerkstelling, op basis van meerdere arbeidsovereenkomsten, is onderbroken indien volgende kenmerken niet gelijk zijn :
• de factor S,
• de werkgeverscategorie,
• het werknemerskengetal
• het paritair comité
• het statuut (een verschillend statuut vormt enkel een onderbreking indien een van de statuten dat van huisarbeider, nl. code D, is)
of indien de arbeidsovereenkomsten niet op elkaar aansluiten, wat beduidt dat ze onderbroken zijn door meer dan een weekend, een feestdag of een inhaalrustdag.

4 - Werkwijze bij andere gebeurtenissen

Voor de deeltijdse werknemer die in de loop van de maand tijdelijk werkloos was, moet zowel een aangifte scenario 6 worden ingediend, als een aangifte scenario 5 "Maandelijkse aangifte van de uren van tijdelijke werkloosheid

In geval van samenloop van een ASR scenario 6 met een ASR scenario 5:

• indien het gaat over een ononderbroken deeltijdse tewerkstelling:
- u verricht één enkele ASR scenario 5 en één enkele ASR scenario 6 ;
- u vermeldt voor elke tewerkstelling de begin- en de einddatum in de maand (indien de tewerkstelling begint vóór of doorloopt na het einde van de maand vermeldt u de eerste of de laatste dag van de maand) en de factor Q; de webtoepassing zal dan de gemiddelde factor Q berekenen (zie hoofdstuk « Wat invullen? » voor meer gedetailleerde uitleg).

Herinnering: bij elke wijziging van de factor Q, moet u een ASR scenario 2 verrichten.

• indien het gaat over een deeltijdse tewerkstelling met onderbreking:
- u verricht een ASR scenario 6 voor elke tewerkstelling en een ASR scenario 5 voor elke tewerkstelling tijdens dewelke er tijdelijke werkloosheid is ;
- voor iedere ASR scenario 5 en 6 vermeldt u de reële factor Q (= de factor Q van de tewerkstelling waarvoor u de ASR verricht).

Herinnering: bij elke wijziging van de factor Q, moet u een ASR scenario 2 verrichten.

Voor de deeltijdse werknemer die in een activeringsprogramma tewerkgesteld is, moet zowel een aangifte scenario 6 worden ingediend als een aangifte scenario 8 "Maandelijkse aangifte van arbeid in een activeringsprogramma".

In geval van samenloop van een ASR scenario 6 met een ASR scenario 8:

• indien het gaat over een ononderbroken deeltijdse tewerkstelling:
- u verricht één enkele ASR scenario 6 en één enkele ASR scenario 8;
- u vermeldt voor elke tewerkstelling de begin- en de einddatum in de maand (indien de tewerkstelling begint vóór of doorloopt na het einde van de maand vermeldt u de eerste of de laatste dag van de maand) en de factor Q; de webtoepassing zal dan de gemiddelde factor Q berekenen (zie hoofdstuk « Wat invullen? » voor meer gedetailleerde uitleg).

• indien het gaat over een deeltijdse tewerkstelling met onderbreking:
- u verricht een ASR scenario 6 voor elke tewerkstelling en een ASR scenario 8 voor elke tewerkstelling.

Voor de deeltijdse werknemer wiens arbeidsovereenkomst na een periode van ononderbroken deeltijdse tewerkstellingen bij dezelfde werkgever beëindigd wordt in de loop van de maand, moet zowel een aangifte scenario 6 worden ingediend als een aangifte scenario 1 "Aangifte einde arbeidsovereenkomst of stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag".

Voor een ontslagen werknemer die een verbrekingsvergoeding heeft ontvangen, kan de werkgever geen ASR scenario 6 meer verrichten voor de periode gedekt door de verbrekingsvergoeding. Hij kan dan in de commentaarzone bij de laatste aangifte (Wat invullen - punt 7) vermelden: "Verbreking van de arbeidsovereenkomst met betaling van een verbrekingsvergoeding op ../../….”.