Het portaal van de sociale zekerheid gebruikt cookies om de site gebruiksvriendelijker te maken.

Meer weten × Doorgaan

Vers le contenu de cette page

Flexi-werknemers en horeca overuren

Vanaf 1 december 2015 worden twee nieuwe maatregelen van kracht die tot doel hebben de loonkost in de horecasector te verlagen, namelijk de invoering van zogenaamde 'flexi-jobs' met toepassing van een bijzondere patronale bijdrage en de mogelijkheid om in de 'horeca overuren' te presteren vrij van sociale bijdragen. Deze systemen genieten eveneens van een vrijstelling van belastingen.

Vanaf 1 januari 2018 wordt het systeem van de  'flexi-jobs' uitgebreid zowel wat betreft de personen die flexi-arbeid kunnen verrichten als wat betreft de sectoren die van dit systeem gebruik kunnen maken.

De wet van 1 april 2022 verbiedt expliciet de tewerkstelling van een werknemer via een uitzendkantoor als flexi-werknemer bij een gebruiker waar hij reeds tewerkgesteld is met een gewone arbeidsovereenkomst.

Flexi-job

Werkgevers

Alle werkgevers uit de horecasector en de uitzendkantoren voor de werknemers die ze ter beschikking stellen van een gebruiker uit de horeca, kunnen van dit systeem gebruik maken.

Vanaf 1 januari 2018 wordt het systeem van de flexi-arbeid uitgebreid tot volgende sectoren, ook voor de uitzendkantoren voor de werknemers die ze ter beschikking stellen van een gebruiker uit een van deze sectoren:

  • 118 - enkel de broodbakkerijen die bijdragen aan het 'Waarborg- en sociaal fonds voor de bakkerij, banketbakkerij en consumptiesalons bij een banketbakkerij'
  • 119 - handel in voedingswaren
  • 201 - zelfstandige kleinhandel
  • 202 - kleinhandel in voedingswaren
  • 202.01 - middelgrote levensmiddelenbedrijven
  • 311 - grote kleinhandelshandelszaken
  • 312 - warenhuizen
  • 314 - kappersbedrijf en de schoonheidszorgen .

 

Begrip

Een werknemer die voldoende prestaties verricht heeft bij een andere werkgever, kan tewerkgesteld worden in het kader van een flexi-job. Op het flexi-loon dat de werknemer voor deze prestaties krijgt, zijn er geen gewone socialezekerheidsbijdragen verschuldigd, alleen een bijzondere patronale bijdrage van 25,00 %.

De werkgever die iemand met een flexi-job wenst tewerk te stellen, sluit met deze persoon een schriftelijke raamovereenkomst af waarin een aantal algemene zaken worden vastgelegd (een beschrijving van de functies, het overeengekomen loon, ….). Binnen dat kader sluit de werkgever telkens hij de werknemer wil tewerkstellen een flexi-arbeidsovereenkomst af. Het zijn deze flexi-arbeidsovereenkomsten waarvoor een Dimona type 'FLX'-aangifte moet gebeuren en waarvoor een aantal specifieke codes in de DmfA-aangifte  moeten worden gebruikt. Deze flexi-arbeidsovereenkomsten kunnen mondeling (per dag) of schriftelijk zijn, vol- of deeltijds, voor een bepaalde tijd of voor een duidelijk omschreven werk.

De raamovereenkomst is niet vereist voor flexi-jobwerknemers die via een uitzendkantoor worden tewerkgesteld. Dezelfde elementen als in een raamovereenkomst moeten evenwel in de overeenkomst met de uitzendkracht worden opgenomen.

In het kader van een flexi-job heeft de werknemer recht op een loon (flexi-loon) en een enkel vakantiegeld van 7,67 % (flexi-vakantiegeld), dat samen met het loon wordt uitbetaald (bruto is netto aangezien er geen inhoudingen zijn). Het flexi-loon  mag, vanaf 1 mei 2022, niet lager zijn dan 10,33 EUR per uur en het flexi-vakantiegeld dus niet lager dan 0,79 EUR per uur (totaal dus 11,12 EUR per uur). Voor maart en april 2022 was dit respectievelijk 10,13 EUR per uur, 0,78 EUR per uur en 10,91 EUR per uur. Dit doet geen afbreuk aan het feit dat eventueel conventionele toeslagen en/of premies verschuldigd kunnen zijn (zoals toeslag voor nachtwerk, eindejaarspremie, …). De bijdrage van 25,00 % geldt voor het volledige loon (inbegrepen het vakantiegeld) dat aan de flexi-werknemers verschuldigd is.

Vroegere minimumbedragen:

  • 9,18 EUR per uur, flexi-vakantiegeld 0,70 EUR per uur, totaal 9,88 EUR per uur van 1 juni 2017 tot 31 augustus 2018;
  • 9,36 EUR per uur, flexi-vakantiegeld 0,72 EUR per uur, totaal 10,08 EUR per uur van 1 september 2018 tot 29 februari 2020;
  • 9,55 EUR per uur, flexi-vakantiegeld 0,73 EUR per uur, totaal 10,28 EUR per uur van 1 maart 2020 tot 31 augustus 2021;
  • 9,74 EUR per uur, flexi-vakantiegeld 0,75 EUR per uur, totaal 10,49 EUR per uur van 1 september 2021 tot 31 december 2021;
  • 9,93 EUR per uur, flexi-vakantiegeld 0,76 EUR per uur, totaal 10,69 EUR per uur van 1 januari 2022 tot 28 februari 2022.

De prestaties die geleverd worden in het kader van een flexi-job worden op dezelfde manier doorgegeven aan het netwerk van de sociale zekerheid als de prestaties van gewone werknemers, en tellen dus in principe mee voor de opbouw van de sociale rechten.

De prestaties in het kader van een flexi-job openen ook recht op vakantiedagen. Aangezien het flexi-vakantiegeld betaald wordt samen met het flexi-loon, wil dit zeggen dat er op het moment dat de werknemer zo een vakantiedag opneemt, bij de werkgever bij wie hij de flexi-job uitoefent of bij een andere werkgever, er geen loon en evenmin dubbel vakantiegeld moet worden betaald.

 

Voorwaarden in het kwartaal zelf (T)

  • de flexi-jobwerknemer mag bij dezelfde werkgever niet tewerkgesteld zijn met (een) andere arbeidsovereenkomst(en) waarvoor hij tijdens het kwartaal 80 % of meer prestaties levert in vergelijking met wat theoretisch mogelijk is in een voltijdse betrekking;
  • hij mag zich niet bevinden in een opzegperiode bij die werkgever of in een periode gedekt door een verbrekingsvergoeding betaald door die werkgever;
  • er moet een systeem van toepassing zijn dat al de prestaties van de flexi-werknemer registreert en bijhoudt; dit kan via
    • een GKS in het geval van een tewerkstelling in de horeca,
    • via het alternatieve systeem van aanwezigheidsregistratie dat gerelateerd is aan en complementair is met Dimona en openstaat voor alle sectoren waar flexi-arbeid mogelijk is of
    • via een elektronische systeem van tijdsopvolging dat ook in het  kader van deeltijdse tewerkstelling wordt gebruikt;
    • een dagdimona met vermelding van begin- en einduur volstaat om te voldoen aan de registratieverplichting.

 

Voorwaarde in kwartaal (T - 3) behalve als 'gepensioneerd'

De werknemer moet bij één of meerdere werkgevers, andere dan de werkgever bij wie de flexi-job wordt uitgeoefend, een volume aan arbeidsprestaties geleverd hebben dat ten minste 80 % bedraagt van wat theoretisch mogelijk is in een voltijdse betrekking. Zowel prestaties in de horeca als in andere sectoren tellen hiervoor mee.

Om na te gaan of er een 4/5de tewerkstelling plaatsvond in (T - 3) wordt rekening gehouden met:

  • alle door de werkgever betaalde periodes
  • en bepaalde niet door de werkgever betaalde periodes van schorsing van de arbeidsovereenkomst, zoals moederschapsrust, adoptieverlof en tijdelijke werkloosheid

Tellen niet mee, de prestaties als:

  • 'leerling' in het kader van het alternerend leren,
  • 'jongere' tot 31 december van het jaar dat hij/zij 18 wordt,
  • student onder solidariteitsbijdrage,
  • gelegenheidswerknemer in de Horeca of in de land- en tuinbouw en
  • flexi-werknemer.

Deze voorwaarde zal gecontroleerd worden op het moment dat de Dimona aangifte voor de flexi-job ingediend wordt. De Dimona aangifte zal een respons OK (aanvaard zonder warning) of NOT OK (warning 'onvoldoende prestaties' of warning 'laattijdige Dimona') krijgen.

Enkel een DmfA-aangifte voor een periode die volledig gedekt wordt door een Dimona 'FLX' aangifte is toegestaan. Als in de loop van een kwartaal 3 niet-aansluitende Dimona-aangiftes gedaan werden, zal een DmfA-aangifte die loopt van het begin van de 1ste periode tot het einde van de 3de periode, resulteren in een anomalie.

Ook prestaties geleverd onder buitenlandse sociale zekerheid mogen in aanmerking genomen worden voor de berekening van de prestaties (T - 3). De RSZ zal die uiteraard niet kunnen vaststellen op het moment van de Dimona. De werkgever zal in dat geval de nodige bewijzen aan de RSZ moeten bezorgen.

Om in aanmerking te komen voor een flexi-job in een bepaald kwartaal T, moet de werknemer zowel dat kwartaal T als in kwartaal (T - 3) aan de voorwaarden voldoen.

Vanaf 1 januari 2018 wordt het systeem van de flexi-arbeid uitgebreid naar wettelijk gepensioneerden zonder tewerkstellingvoorwaarden (T - 3). Personen die een 'overgangsuitkering' genieten worden niet beschouwd als 'gepensioneerd'.

Let op: een aangifte in de Dmfa van een flexi-job die niet aan de voorwaarden voldoet, brengt een verhoging met 125 % van het flexiloon met zich mee.

 

De aangifte van de flexi-jobs op de DmfA

Omdat de flexi-jobs ook sociale rechten met zich meebrengen, werden 2 nieuwe werknemerskengetallen gecreëerd, 2 specifieke looncodes en een aparte prestatiecode voor flexi-vakantiedagen. Omdat het niet over gewone vakantiedagen gaat, zijn de klassieke prestatie- en looncodes die met vakantiedagen en vertrekvakantiegeld te maken hebben, niet toepasselijk.

Controle PC en DmfA

  • de Controle op het PC gebeurt op het niveau van de DmfA, dus niet op het moment van de Dimona-aangifte
  • voor het PC 118 gebeurt een controle op het PC in combinatie met de werkgeverscategorie 058
  • de zone 'gepensioneerd' op het niveau van de tewerkstellingslijn moet ingevuld worden voor de gepensioneerden

 

Flexi-jobs algemeen

De prestaties van flexi-jobs blijven volledig buiten de berekening van de bijdrageverminderingen (µ(glob), µ, ...). Een tewerkstelling als flexi-job kan tijdens het kwartaal samengaan met andere tewerkstellingen bij dezelfde werkgever (bijvoorbeeld als gelegenheidsarbeider).

Voor meer uitleg over de arbeidsrechtelijke aspecten van de flexi-jobs verwijzen we naar de FOD WASO.

 

Overuren horeca

Werkgevers

Enkel werkgevers uit de horecasector en de uitzendkantoren voor de werknemers die ze ter beschikking stellen van een gebruiker uit de horeca, kunnen van dit systeem gebruik maken.

 

Werknemers

Alle werknemers tewerkgesteld op basis van een voltijdse arbeidsovereenkomst door een werkgever uit de horeca, of door een uitzendkantoor bij een gebruiker uit de horeca, kunnen hiervoor in aanmerking komen, dus ook gelegenheidsarbeiders, flexi-werknemers en studenten aangegeven met een solidariteitsbijdrage.

  • Niet-recupereerbare overuren in de horeca:
    • Het aantal 'niet te recupereren overuren' dat een werknemer op jaarbasis mag presteren in de horeca is verhoogd tot 300 (360 indien de werkgever beschikt over een geregistreerd kassa systeem - GKS),
    • met een maximum van 143 uren per periode van 4 maanden.
  • Vrijwillige overuren horeca:
    • Vanaf het 1ste kwartaal 2018 is het aantal 'vrijwillige overuren' dat kan worden gepresteerd, verhoogd  tot 360 uren bij de werkgevers die in elke plaats van uitbating het GKS gebruiken.
    • Enkel het Europese plafond wordt toegepast (= een maximale arbeidsduur van 48 uur per week, overwerk inbegrepen, per periode van 4 maanden, wat ongeveer neerkomt op een plafond van 174 uren (naar boven afgerond) per 4 maanden voortschrijdend).

Dit Europese plafond is absoluut (dus ook voor de gecombineerde toepassing). Per kwartaal kunnen nooit meer dan 174 overuren worden gepresteerd. De cumulatieve toepassing van beiden types overuren  is ook beperkt tot maximaal 360 uren per kalenderjaar.

Op het loon dat voor de vrijwillige en de niet-recupereerbare overuren betaald wordt, zijn geen bijdragen verschuldigd. De overuren blijven volledig buiten de berekening van de bijdrageverminderingen (µ(glob), µ, ...).

 

De aangifte van de overuren op de DmfA

Het bedrag van het loon en het aantal uren moet op de DmfA worden vermeld met een specifieke loon- en prestatiecode, ook al zijn er geen bijdragen verschuldigd.

Een gevolg van deze nieuwe overurenregeling is dat vanaf het 4de kwartaal 2015, voor alle werknemers uit de horeca sector, (dus ook voor alle voltijdsen ongeacht of zij de hier bedoelde overuren presteren), op de DmfA zowel de dagen als de uren voor alle prestatiecodes  meegedeeld moeten worden (zoals uitzendkrachten, werknemers bij tussenpozen, …).

Deze overuren kunnen alleen aangegeven worden op een tewerstellingslijn met type arbeidsovereenkomst 'voltijds' waarbij het gemiddeld aantal uren per week van de werknemer gelijk is aan het gemiddeld aantal uren per week van de maatpersoon (Q = S).

Voor meer uitleg over de arbeidsrechtelijke aspecten van deze overurenregeling verwijzen we naar de FOD WASO.

Bijkomende informatie 1

Bijkomende informatie DmfA - Aangifte van flexi-jobs

In DMFA worden flexi-jobs apart aangegeven in blok 90012 "werknemerslijn" met specifieke werknemerskengetallen:

  • 050 type 0: voor de arbeiders tewerkgesteld in het kader van een flexi-job
  • 450 type 0: voor de bedienden tewerkgesteld in het kader van een flexi-job

- In het blok 90015 "Tewerkstelling van de werknemerslijn" moet de einddatum van de tewerkstelling vermeld worden en die kan niet later zijn dan de laatste dag van het RSZ-kwartaal

- De lonen van de flexi-jobs worden aangegeven in blok 90019 "Bezoldiging van de tewerkstelling werknemerslijn" met de bezoldigingscodes:

  • 22 voor de bezoldigingen flexi-jobs
  • 23 voor de premies en voordelen toegekend in het kader van een flexi-job die niet rechtstreeks in verband staan met de tijdens het kwartaal geleverde prestaties

- De prestaties van de flexi-jobs worden aangegeven in het blok 90018 "prestatie van de tewerkstelling werknemerslijn" op dezelfde manier als deze van de gewone werknemers in de Horeca. De aangifte gebeurt altijd in uren.

  • Een nieuwe prestatiecode 15 is voorzien voor de aangifte van opgenomen vakantiedagen verworven in het kader van een flexi-job. De prestatiecode 3 (bijkomende vakantie voor arbeiders) is ook mogelijk voor handarbeiders tewerkgesteld in het kader van een flexijob.

De flexi-jobs kunnen geen enkele vermindering van sociale bijdragen genieten.

  • De prestaties flexi-jobs blijven buiten de berekening van de toepasbare mu voor de structurele vermindering en de doelgroepverminderingen
  • De bezoldigingen flexi-jobs worden niet opgenomen in de berekening van het refertekwartaalloon
  • Voor de doelgroepvermindering "eerste aanwervingen" neemt men desondanks als datum van eerste aanwerving, de indiensttredingsdatum van de eerste werknemer, zelfs als die werd aangeworven in het kader van een flexi-job en zelf de vermindering niet kan genieten.