Het portaal van de sociale zekerheid gebruikt cookies om de site gebruiksvriendelijker te maken.

Meer weten × Doorgaan

Vers le contenu de cette page

Begrippen

Alle aanvullingen, zowel de wettelijke aanvullingen uitbetaald door de werkgever of een derde als de bijkomende aanvullingen, moeten in de berekeningsbasis worden opgenomen.

De werkgeversbijdrage verschilt naargelang het een werknemer betreft uit de non-profit of uit de overige sectoren, of (voor de werknemer uit de profit) de opzegging of verbreking van de arbeidsovereenkomst betekend is na 15 oktober 2009 en het SWT of het SWAV ten vroegste vanaf 1 april 2010 ingaat, of de werkgever op het moment van het ingaan van het SWT erkend is als een onderneming in moeilijkheden of in herstructurering.

In de hierna volgende hoofdstukken zijn de toelichtingen opgesplitst volgens de verschilende periodes SWT's en SWAV's enerzijds en voor de profit en non-profit anderzijds.

Tot de non-profit behoren de werkgevers die voor hun werknemers vallen onder het:

  • Paritair Comité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp (318);
  • Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap (318.01);
  • Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap (318.02);
  • Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten (319);
  • Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap (319.01);
  • Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap (319.02);
  • Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen (327), met uitzondering van de sociale werkplaatsen;
  • Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de sociale werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap (327.01), met inbegrip van de sociale werkplaatsen;
  • Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap (327.02);
  • Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen van het Waalse Gewest en van de Duitstalige Gemeenschap (327.03);
  • Paritair Comité voor de socio-culturele sector (329);
  • Paritair Subcomité voor de socio-culturele sector van de Vlaamse Gemeenschap (329.01);
  • Paritair subcomité voor de federale en bicommunautaire socio-culturele organisaties (329.03);
  • Paritair Subcomité voor de socio-culturele sector van de Franstalige en Duitstalige Gemeenschap en het Waals Gewest (329.02);
  • Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en diensten (330), met uitzondering van de werkgevers die onder de omschrijving van het paritair subcomité voor de tandprothese vallen;
  • Paritair Comité voor de Vlaamse welzijns- en gezondheidssector (331);
  • Paritair Comité voor de Franstalige en Duitstalige welzijns- en gezondheidssector (332).

Volgende werkgevers uit de openbare sector worden gelijkgesteld met werkgevers van de non-profit:

  • UZ Gent
  • UZ Antwerpen
  • Centre hospitalier universitaire de Liège
  • Centre hospitalier psychiatrique du Chêne te Bergen
  • Centre hospitalier psychiatrique Les Marronniers te Doornik
  • Openbaar psychiatrisch ziekenhuis te Rekem
  • Openbaar psychiatrisch ziekenhuis te Geel
  • De provinciale en plaatselijke besturen die een activiteit uitoefenen in de gezondheidszorg, de maatschappelijke dienstverlening en de cultuur.

Als lopende SWT's of SWAV's periode 1 beschouwt men de stelsels waarbij:

  • het ontslag betekend werd vóór 16 oktober 2009 OF
  • de eerste aanvullende vergoeding uitgekeerd werd vóór 1 april 2010 OF
  • de collectieve herstructurering aangekondigd werd vóór 15 oktober 2009 OF
  • de onderneming erkend werd als zijnde in moeilijkheden of in herstructu rering vóór 15 oktober 2009.

Als lopende SWT's of SWAV's periode 2 beschouwt men de stelsels waarbij:

  • het ontslag betekend werd na 15 oktober 2009 EN
    • de eerste aanvullende vergoeding uitgekeerd werd na 31 maart 2010 EN
    • de collectieve herstructurering niet aangekondigd werd vóór 15 oktober 2009 EN
    • de onderneming niet erkend werd als zijnde in moeilijkheden of in herstructurering vóór 15 oktober 2009
  • EN het ontslag betekend werd vóór 29 november 2011 OF
    • de eerste aanvullende vergoeding uitgekeerd werd vóór 1 april 2012 OF
    • de collectieve herstructurering aangekondigd werd vóór 1 april 2012 OF
    • de onderneming erkend werd als zijnde in moeilijkheden of in herstructurering vóór 1 april 2012.

Als lopende SWT's of SWAV's periode 3 beschouwt men de stelsels waarbij:

  • het ontslag betekend werd na 28 november 2011 EN
    • de eerste aanvullende vergoeding uitgekeerd werd na 31 maart 2012 EN
    • de collectieve herstructurering niet aangekondigd werd vóór 1 april 2012 EN
    • de onderneming niet erkend werd als zijnde in moeilijkheden of in herstructurering vóór 1 april 2012
  • EN het ontslag betekend werd vóór 11 oktober 2015 OF
    • de eerste aanvullende vergoeding uitgekeerd werd vóór 1 januari 2016 OF
    • de collectieve herstructurering aangekondigd werd vóór 11 oktober 2015 OF
    • de onderneming erkend werd als zijnde in moeilijkheden of in herstructurering vóór 11 oktober 2015.

Als lopende SWT's of SWAV's periode 4 beschouwt men de stelsels waarbij:

  • het ontslag betekend werd na 10 oktober 2015 EN
    • de eerste aanvullende vergoeding uitgekeerd werd na 31 december 2015 EN
    • de collectieve herstructurering niet aangekondigd werd vóór 11 oktober 2015 EN
    • de onderneming niet erkend werd als zijnde in moeilijkheden of in herstructurering vóór 11 oktober 2015
  • EN het ontslag betekend werd vóór 1 november 2016 OF
    • de eerste aanvullende vergoeding uitgekeerd werd vóór 1 januari 2017 OF
    • de collectieve herstructurering aangekondigd werd vóór 1 november 2016 OF
    • de onderneming erkend werd als zijnde in moeilijkheden of in herstructurering vóór 1 november 2016

Als nieuwe SWT's of SWAV's periode 5 beschouwt men de stelsels waarbij:

  • het ontslag betekend werd na 31 oktober 2016 EN
  • de eerste aanvullende vergoeding uitgekeerd werd na 31 december 2016 EN
  • de collectieve herstructurering niet aangekondigd werd vóór 31 oktober 2016 EN
  • de onderneming niet erkend werd als zijnde in moeilijkheden of in herstructurering vóór 31 oktober 2016.

Met als 'datum van erkenning' wordt de datum van de beslissing door de Minister bedoeld, niet de begindatum van de erkenningsperiode.

Kunnen erkend worden als onderneming in moeilijkheden, de werkgevers die beantwoorden aan de omschrijving opgenomen in hoofdstuk 7 van het KB van 3 mei 2007, artikel 14: “Voor de toepassing van dit hoofdstuk moet onder onderneming in moeilijkheden worden verstaan, de onderneming die in de jaarrekeningen van de twee boekjaren die de datum van de aanvraag tot erkenning voorafgaan, voor belastingen een verlies uit de gewone bedrijfsuitoefening boekt, wanneer voor het laatste boekjaar dit verlies het bedrag van de afschrijvingen en de waardevermindering op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa overschrijdt.”. De werkgever moet hiervoor een aanvraag indienen bij de Minister van Werk. Voor de SWT's die tijdens de periode van onderneming in moeilijkheden aanvangen, gelden afwijkende percentages tot en met de maand dat de erkenning eindigt.

Kunnen erkend worden als onderneming in herstructurering, de werkgevers die overgaan tot een collectief ontslag of de werkgevers bij wie het jaar voorafgaand aan de erkenning het aantal werkloosheidsdagen minstens 20 % van het totaal aangegeven dagen van de arbeiders uitmaakt, zoals bepaald in hoofdstuk 7 van het KB van 3 mei 2007. De werkgever moet hiervoor een aanvraag indienen bij de Minister van Werk. Voor de SWT's die ingaan vanaf 1 april 2010 én met het ontslag betekend na 15 oktober 2009 en die tijdens de periode van onderneming in herstructurering aanvangen, gelden afwijkende percentages tot en met de maand dat de erkenning eindigt.

Vanaf periode 3 worden sommige bedrijven erkend als in herstructurering gelijkgesteld met bedrijven in moeilijkheden voor de bepaling van de periodes en de toepassing van de overeenkomstige percentages, als aan volgende voorwaarden (cumulatief) wordt voldaan:

  • het een collectief ontslag van minstens 20 % van de werknemers betreft,
  • het alle werknemers van eenzelfde technische bedrijfseenheid of ondernemingsafdeling betref en
  • de technische bedrijfseenheid of ondernemingsafdeling minstens 2 jaar bestaat bij de aankondiging van het collectief ontslag.