Vrijwilligers
Algemeen
De 'vrijwilligers' bedoeld door de wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers en de organisaties die op hen een beroep doen, zijn niet verzekeringsplichtig bij de RSZ.
Wordt als vrijwilligerswerk beschouwd, de activiteit
- die onbezoldigd en onverplicht wordt verricht;
- die wordt verricht ten behoeve van één of meer personen, andere dan degene die de activiteit verricht, van een groep of organisatie of van de samenleving als geheel;
- die ingericht wordt door een organisatie anders dan het familie- of privéverband van degene die de activiteit verricht;
- die niet door dezelfde persoon en voor dezelfde organisatie wordt verricht in het kader van een arbeidsovereenkomst, een dienstencontract of een statutaire aanstelling.
Onder ‘organisatie’ wordt verstaan elke feitelijke vereniging of private of publieke rechtspersoon zonder winstoogmerk. Als ‘feitelijke vereniging’ komt enkel de vereniging in aanmerking van twee of meer personen die in onderling overleg een activiteit organiseren met het oog op de verwezenlijking van een onbaatzuchtige doelstelling, met uitsluiting van enige winstverdeling onder haar leden en bestuurders.
Wordt niet als vrijwilligerswerk beschouwd in deze context, de activiteit
- die een vrijwillige brandweerman, een vrijwillige ambulancier of een vrijwilliger van de Civiele Bescherming verricht;
- die een kunstenaar in de kleine vergoedingsregeling verricht.
Vanaf 1 mei 2020 tot 1 september 2020 kunnen vrijwilligers als dusdanig ook worden ingeschakeld bij organisaties die niet als vereniging zonder winstoogmerk zijn opgericht, maar die door de bevoegde overheid zijn erkend voor de bijstand aan en de zorg voor bejaarden en voor de opvang en de huisvesting van bejaarden. Deze private commerciële instellingen worden voor het inschakelen van vrijwilligers, tijdelijk gelijkgesteld met een 'organisatie' zoals gedefinieerd in de vrijwilligerswet.
Deze periode werd verlengd tot 30 juni 2021 en vervolgens tot 30 september 2021.
De maatregel wordt ook verlengd voor de periode van 1 januari 2022 tot en met 31 maart 2022.
Kostenvergoedingen
Het 'onbezoldigd karakter' van het vrijwilligerswerk belet niet dat de kosten die de vrijwilliger voor de organisatie maakt, door de organisatie worden vergoed. De realiteit en de omvang van die kosten moeten niet bewezen worden, voor zover het totaal van de ontvangen kostenvergoedingen niet meer bedraagt dan 24,79 EUR per dag en 991,57 EUR per jaar; de bedragen volgen de evolutie van het indexcijfer, wat voor 2022 na indexering 36,84 EUR/dag en 1.473,37 EUR/jaar geeft. Indien één van deze forfaitaire bedragen in de loop van een kalenderjaar wordt overschreden, dan gelden de algemene onderwerpingsregels voor al de prestaties tijdens dat kalenderjaar.
Bedragen voor voorgaande jaren:
- 1.308,38 EUR per jaar en 32,71 per dag vanaf 2013;
- 1.334,55 EUR per jaar en 33,36 per dag vanaf 2017;
- 1.361,23 EUR per jaar en 34,03 per dag vanaf 2018;
- 1.388,40 EUR per jaar en 34,71 per dag vanaf 2019;
- 1.416,16 EUR per jaar en 35,41 per dag vanaf 2021.
Een vrijwilliger mag de forfaitaire bedragen niet cumuleren met een reële kostenvergoeding. Dit is een vergoeding die volledig wordt betaald om bewezen kosten te dekken. De forfaitaire kostenvergoedingen mogen wel gecombineerd worden met een reële verplaatsingsvergoeding.
Als de vrijwilliger zich verplaatst met zijn eigen voertuig (auto, motorfiets of bromfiets) kan een organisatie de forfaitaire kilometervergoeding betalen zoals die geldt voor de federale ambtenaren. Als hij zich verplaatst met zijn eigen fiets mag een organisatie de fietsvergoeding voor de ambtenaren toepassen. Voor de bedragen van deze vergoedingen, zie de onkostentabel. De totale verplaatsingsvergoeding voor gebruik van het openbaar vervoer, de eigen fiets of het eigen voertuig mag per jaar per vrijwilliger een bedrag gelijk aan 2000 keer de kilometervergoeding voor gebruik van het eigen voertuig niet overschrijden. De limiet van 2000 km geldt niet indien de activiteit het regelmatig vervoeren van personen betreft. Bij meerdere activiteiten mag de limiet enkel overschreden worden voor de gereden kilometers in het kader van de activiteit van regelmatig vervoer van personen.
De geschenken naar aanleiding van Kerstmis of Nieuwjaar of een huwelijk, worden niet mee in aanmerking genomen voor het bepalen van de kostenvergoeding.
Verhoging maximaal jaarbedrag voor sommige vrijwilligers
Voor bepaalde categorieën van vrijwilligers wordt vanaf het 1ste kwartaal 2019 het jaarbedrag verhoogd tot 1.821,10 EUR, wat na indexering 2.705,97 EUR voor 2022 geeft. Het dagbedrag blijft ongewijzigd. Het gaat om volgende categorieën van vrijwilligers:
- sporttrainer, sportlesgever, sportcoach, jeugdsportcoördinator, sportscheidsrechter, jurylid, steward, terreinverzorger-materiaalmeester, seingever bij sportwedstrijden; wanneer deze categorie vrijwilligers in de sportsector een socialezekerheids- of socialebijstandsuitkering ontvangen, kunnen zij echter geen aanspraak maken op een verhoogde kostenvergoeding;
- de nachtoppas, te weten het inslapen, evenals de dagoppas bij hulpbehoevende personen volgens de voorwaarden en kwaliteitscriteria die iedere Gemeenschap bepaalt;
- het niet-dringend liggend ziekenvervoer (het liggend ziekenvervoer naar, vanuit en tussen ziekenhuizen of vestigingsplaatsen van ziekenhuizen, dat niet onder het toepassingsgebied van de wet van 8 juli 1964 betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening valt, volgens de voorwaarden en kwaliteitscriteria die iedere Gemeenschap bepaalt).
Met sociale zekerheids- of bijstandsuitkering worden de echte vervangingsinkomens bedoeld zoals: de uitkering bij ziekte, tijdens het zwangerschapsverlof, de invaliditeitsuitkering, het pensioen, het overbruggingsrecht voor zelfstandigen, de werkloosheidsvergoeding, het leefloon …
Tijdskrediet en kinderbijslagen vallen niet onder dit begrip en kunnen dus wel gecumuleerd worden met een verhoogde kostenvergoeding voor vrijwilligers.
Vanaf 1 juli 2021 is er ook een uitbreiding van het verhoogde jaarlijkse kostenplafond voor de vrijwilligers die effectief ingezet werden in de gezondheidszorg als bedoeld in artikel 40, 1°, eerste en tweede lid , van de wet van 20 december 2020 houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie, voor activiteiten in het kader van het beheer van de COVID-19 crisis, in de periode van 1 juli 2021 tot en met 31 december 2021.
Dit betekent dat wanneer zij als vrijwilliger actief zijn in de periode 1 januari 2021 tot en met 31 december 2021 in de gezondheidszorg zoals bedoeld in de wet, voor 2021 het verhoogde jaarbedrag van 3.186,46 EUR op hen van toepassing is.
Het jaarlijks kostenplafond voor de vrijwilligers die effectief ingezet werden in de vaccinatiecentra in de periode van 15 februari 2021 tot en met 31 december 2021 wordt verhoogd tot 4.106,99 EUR.
Voor 2022 geldt voor de vrijwilligers die effectief ingezet werden in de zorgsector als bedoeld in artikel 40, 1° van de wet van 20 december 2020 houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie, voor activiteiten in het kader van het beheer van de COVID-19 crisis, het verhoogde jaarbedrag van 1.821,10 EUR, wat na indexering 2.705,97 EUR geeft.
Combinatie van vrijwilligerswerk met een andere tewerkstelling bij dezelfde werkgever
Vrijwilligerswerk kan niet worden verricht voor dezelfde organisatie waarmee men verbonden is met een arbeidsovereenkomst, een statutaire aanstelling of een dienstencontract. Werknemers kunnen wel vrijwilligerswerk verrichten voor rekening van hun werkgever indien en voor zover de vrijwilligersactiviteiten niet in het verlengde liggen van de activiteiten die zij normaal uitvoeren in het kader van hun bezoldigde arbeidsbetrekking.
De cumulatie tijdens hetzelfde kalenderjaar en bij dezelfde werkgever van een vrijstelling van socialezekerheidsbijdragen als vrijwilliger en een vrijstelling van socialezekerheidsbijdragen als monitor en/of student is mogelijk, voor zover voldaan is aan de vrijstellingsvoorwaarden van elk van deze regelingen.
Aangezien een student en een monitor een arbeidsovereenkomst hebben en een vrijwilliger bij dezelfde werkgever niet tezelfdertijd voor gelijkaardige activiteiten kan tewerkgesteld worden met een arbeidsovereenkomst, kunnen de vrijwilligersactiviteiten nooit uitgevoerd worden tijdens de arbeidsovereenkomst als monitor of als student. In principe kan dat wel vóór de begindatum of na de einddatum van de arbeidsovereenkomst, maar het is duidelijk dat er daarvoor een goede reden moet zijn en dat de RSZ dit zeker niet zal aanvaarden als blijkt dat het opzet het omzeilen van de vrijstellingsvoorwaarden van de studenten- of monitorenreglementering is.
Formaliteiten
Voor vrijwilligers moet er geen Dimona of DmfA-aangifte gebeuren. Teneinde controle op de vrijwilligersregeling te kunnen uitoefenen moeten de organisaties een nominatieve lijst bijhouden waarin per kalenderjaar voor elke vrijwilliger de toegekende kostenvergoedingen worden vermeld. Deze lijst moet te allen tijde voorgelegd kunnen worden aan de Inspectie van de RSZ.