Aanvulling bij de RVA-uitkering voor tijdelijke werkloosheid ingevolge economische redenen of omwille van overmacht - update 02/04/2020 coronamaatregel
Vele werkgevers vragen zich af of zij aan hun werknemers die ingevolge de covid-19 maatregelen niet kunnen werken en in tijdelijke werkloosheid geplaatst zijn, een aanvulling bij de RVA uitkering mogen toekennen zonder dat daarop bijdragen verschuldigd zijn.
Hierbij wordt bevestigd dat het algemene principe van toepassing blijft dat het mogelijk is een aanvulling toe te kennen zonder dat daarop bijdragen verschuldigd zijn (noch de gewone sociale bijdragen, noch de bijdragen in het kader van de zgn. Decava-regeling). De RSZ stelt als enige voorwaarde aangaande de hoogte van de aanvulling dat deze niet tot gevolg mag hebben dat de werknemer netto meer zou ontvangen dan wanneer hij gewerkt had.
Dit wil zeggen dat:
- er naast de uitkering van de RVA en eventuele supplementen zoals de 5,63 EUR per dag in het geval van 'tijdelijke werkloosheid wegens overmacht', ook rekening gehouden moet worden met aanvullingen die toegekend zullen worden door een Fonds voor bestaanszekerheid
- de werkgever alle werknemers van dezelfde categorie gelijk moet behandelen; dit kan door
- ofwel tot een bepaald percentage van het nettoloon te compenseren
- of door iedereen een forfaitair bedrag te betalen er rekening mee houdend dat ook de werknemers met de laagste lonen niet meer mogen ontvangen dan indien ze gewerkt zouden hebben
- er rekening gehouden mag worden met het gemiddelde loon van de voorbije maanden als het gaat om werknemers met een variabel loon
- er alleen rekening gehouden mag worden met het loon waarop socialezekeheidsbijdragen verschuldigd zijn; de aanvullingen mogen dus geen rekening houden met voordelen zoals maaltijdcheques, ....
- netto niet wil zeggen dat men zich moet baseren op het netto maandloon en het netto bedrag van de aanvullingen en RVA-uitkering, maar dat men er rekening mee houdt dat op het loon, de RVA-uitkeringen en aanvullingen andere bedrijfsvoorheffingen gelden; als uitgangspunt kunnen dus best de respectievelijke bruto belastbare bedragen worden gehanteerd.
De RSZ heeft er alle begrip voor dat beslissingen snel genomen moesten worden en staat dan ook toe dat als zou blijken dat de aanvullingen die voor de maand maart worden toegekend te hoog zijn, de werkgever dit mag compenseren door de aanvullingen voor de eerstvolgende maanden te verlagen, ook omdat de definitieve bedragen van de werkloosheidsuitkering niet onmiddellijk bekend zullen zijn.
Voor meer uitleg over de RVA uitkering verwijzen we naar: https://www.rva.be/nl