Bijzondere bijdrage stelsel werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT)
De RSZ is belast met de inning van een procentuele maandelijkse bijzondere bijdrage op elk SWT, toegekend overeenkomstig de wetgeving betreffende het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag. Het percentage varieert in functie van de leeftijd van de werknemer en de sector waarin de onderneming actief is.
BETROKKEN WERKGEVERS / DEBITEURS
In principe geldt deze maatregel voor alle werkgevers die werknemers tewerkstellen die beantwoorden aan de voorwaarden om van het SWT te kunnen genieten. Het betreft de werkgevers van wie de werknemers onder het toepassingsgebied vallen van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. Samengevat zijn dit:
- de werkgevers uit de private sector
- de openbare kredietinstellingen
- de NV Nationale Loterij
- de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek
- de maatschappijen voor sociale huisvesting erkend overeenkomstig de huisvestingscodes van de Gewesten
- de naamloze vennootschappen van publiek recht “Brussels South Charleroi Airport-Security” en “Liège-Airport-Security”.
Voor de openbare sector komen voorts ook de instellingen in aanmerking waarvoor een collectief akkoord bestaat dat goedgekeurd werd door de Ministerraad of door een Gemeenschaps- of Gewestregering.
In principe geldt deze maatregel voor alle debiteurs die in het kader van een SWT aanvullende vergoedingen moeten betalen. Dit geldt zowel voor de debiteurs van wettelijke verplichte aanvullende vergoedingen, als voor de debiteurs van door een CAO of individuele overeenkomst vastgestelde bijkomende aanvullende vergoedingen.
BETROKKEN WERKNEMERS
De bepalingen van deze bijzondere bijdrage zijn van toepassing op alle werknemers in SWT.
Zijn uitgesloten:
- buitenlandse werknemers die in België tewerkgesteld geweest zijn, hun recht op de aanvullende vergoeding doen gelden, op voorwaarde dat zij werkloosheidsuitkeringen genieten krachtens de wetgeving van hun binnen de Europese Economische Ruimte gelegen woonland (CAO nr. 17 vicies septies afgesloten in de Nationale Arbeidsraad op 17/12/2003).
- enkel voor wat betreft de bijzondere werkgeversbijdragen, de werknemers die met hun werkgever overeenkomen een halftijds brugpensioen te nemen (uitdovend vanaf eind 2011), dit wil zeggen na 55 jaar hun arbeidsprestaties te verminderen tot halftijdse prestaties; er zijn nog wel inhoudingen verschuldigd.
BEDRAG VAN DE WERKGEVERSBIJDRAGE
De bijzondere werkgeversbijdrage is een percentage van de brutomaandbedragen van de aanvullende vergoedingen. Voor de SWT's in de profit ingegaan na 31 maart 2012 én met het ontslag betekend na 28 november 2011, maar vóór 1 januari 2016, zijn de percentages als volgt:
sector | leeftijd op het moment van ingaan SWT | percentage | forfait in EUR |
---|---|---|---|
andere | < 52 | 100,00% | 50,00 |
andere tijdens periode erkend als in herstructurering | < 52 | 75,00% | 50,00 |
andere tijdens periode erkend als in moeilijkheden (*) | < 52 | 17,50% | 8,00 |
(*) Deze percentages gelden eveneens voor sommige bedrijven erkend als in herstructurering als (cumulatief):
- het een collectief ontslag van minstens 20 % van de werkgevers betreft,
- het alle werknemers van eenzelfde technische bedrijfseenheid of ondernemingsafdeling betref en
- de technische bedrijfseenheid of ondernemingsafdeling minstens 2 jaar bestaat bij de aankondiging van het collectief ontslag.
Indien de aldus verkregen bedragen kleiner zijn dan een bepaald forfait, is het forfait het bedrag dat verschuldigd is.
Opmerking:
- Het percentage van de bijdrage en het minimumforfait voor de profit worden vastgelegd volgens de leeftijd die de werknemer bereikt heeft op het ogenblik van de aanvang van het SWT.
- Voor de SWT's die ingaan tijdens een periode van erkenning als onderneming in moeilijkheden of in herstructurering, gelden tijdens de erkenning verlaagde bijdragen tot en met de maand van beëindiging van de erkenning. Het percentage dat daana wordt gebruikt, is het percentage overeenkomstig de leeftijd van de werknemer op het moment van beëindiging van de erkenning.
- Hetzelfde geldt wanneer de debiteur een derde is.
- Een overnemende onderneming wordt op dezelfde manier behandeld als een derde. In dat geval moet de werknemer echter zijn ontslag gekregen hebben vóór de overname en moet het SWT ingaan (= op het einde van de periode gedekt door de verbrekingsvergoeding of nadat de werknemer zijn opzegtermijn uitgedaan heeft) tijdens de voorziene periode van 'in moeilijkheden' of 'in herstructurering' van de oorspronkelijke werkgever.