De prestatiecodes voor het statutair personeel
Vier prestatiecodes kunnen uitsluitend gebruikt worden voor het personeel dat onderworpen is aan één van de pensioenstelsels van de overheidssector, met andere woorden de vastbenoemde of daarmee gelijkgestelde ambtenaren.
Deze prestatiecodes mogen in geen geval gebruikt worden voor het personeel dat onderworpen is aan het privé-stelsel inzake pensioenen (bijvoorbeeld contractanten of tijdelijk personeel in het onderwijs).
De vier prestatiecodes betreffen vier verschillende categorieën van volledige afwezigheid die betrekking hebben op dagen of delen van dagen gespreid in de tijd (bijvoorbeeld over een maand of een kwartaal). Deze welbepaalde afwezigheidsdagen mogen onder één prestatiecode aangegeven worden op de prestatielijn.
De prestatiecodes worden enkel gebruikt wanneer de dagen van afwezigheid geen periode bestrijken. Om interpretatieverschillen te vermijden wordt overeengekomen dat een periode een opeenvolging is van meer dan vijf achtereenvolgende kalenderdagen (weekendagen inbegrepen).
Met andere woorden, wanneer een voltijdse afwezigheid waarvoor een prestatiecode werd voorzien, minder dan zes opeenvolgende kalenderdagen duurt, zonder onderbreking, dan kan deze afwezigheid in aantal dagen worden aangegeven via de overeenkomstige prestatiecode.
Indien de dagen van afwezigheid een periode bestrijken, dan wordt de afwezigheidsperiode aangeduid met de overeenstemmende code “maatregel tot reorganisatie van de arbeidstijd” op het niveau van de tewerkstellingslijn. Voor de betrokken periode wordt tevens de begin- en einddatum vermeld alsook het gemiddeld aantal uren per week dat het personeelslid effectief gewerkt heeft (in dit geval nul uur).
Er zijn dus slechts vier volledige afwezigheden van het statutair personeel die aangeduid worden OFWEL in de zone “maatregel tot reorganisatie van de arbeidstijd” OFWEL in het blok prestaties. Zij mogen echter in geen geval gelijktijdig in beide zones worden vermeld.
Indien het een periode – een afwezigheid langer dan vijf opeenvolgende kalenderdagen – betreft, dient de zone “maatregel tot reorganisatie van de arbeidstijd” op het niveau van de tewerkstellingslijn gebruikt te worden.
Indien het een afwezigheid betreft die betrekking heeft op dagen of delen van dagen gespreid in de tijd, dan zijn er twee mogelijkheden:
- Ofwel duidt U de maatregel tot reorganisatie van de arbeidstijd aan en dient het aantal noodzakelijke tewerkstellingslijnen te worden gecreëerd.
- Ofwel duidt U de arbeidstijdgegevens aan en moeten de dagen onder één prestatiecode worden opgegeven.
Dezelfde afwezigheid mag nooit EN met een “maatregel tot reorganisatie van de arbeidstijd“ EN met één van de vier prestatiecodes voor vastbenoemden worden aangegeven. Er dient een keuze gemaakt te worden.