Het portaal van de sociale zekerheid gebruikt cookies om de site gebruiksvriendelijker te maken.

Meer weten × Doorgaan

Vers le contenu de cette page

Lidstaten van de Europese Unie (EU), Zwitserland, IJsland, Noorwegen en Liechtenstein

Vanaf 1 mei 2010 bepaalt de Verordening (EG) 883/2004 de toepasselijke socialezekerheidswetgeving voor de onderdanen van de volgende landen, indien zij hun beroepsactiviteiten uitoefenen op het grondgebied van een of meerdere van deze landen:

België, Frankrijk, Nederland, Duitsland, Groothertogdom Luxemburg, Italië, Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië  en Noord-Ierland, Ierland, Denemarken, Griekenland, Spanje, Portugal, Oostenrijk, Finland, Zweden, Polen, Letland, Estland, Litouwen, Malta, Cyprus (Grieks gedeelte), Tsjechië, Slowakije, Hongarije, Slovenië, Roemenië, Bulgarije en (vanaf 1 juli 2013) Kroatië.

Vanaf 1 april 2012 is deze Verordening eveneens van toepassing op Zwitserland en vanaf 1 juni 2012 op IJsland, Noorwegen en Liechtenstein.

Vanaf 1 januari 2011 is deze Verordening ook van toepassing op onderdanen van derde landen die alleen vanwege hun nationaliteit niet onder de bepalingen van de Verordening vallen, op voorwaarde dat ze legaal op het grondgebied van één van de genoemde landen verblijven en zich niet in een situatie bevinden die volledig in de interne sfeer van één lidstaat ligt.

Deze uitbreiding van de Verordening tot onderdanen van derde landen geldt evenwel niet voor Denemarken, Zwitserland, IJsland, Noorwegen, Liechtenstein en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland.   Voor dat laatste blijft de Verordening (EEG) 1408/71 van toepassing, voor Denemarken, Zwitserland, IJsland, Noorwegen en Liechtenstein is deze uitbreiding nooit van toepassing geweest.

Indien een persoon op grond van de Verordening (EG) 883/2004 onderworpen moet worden aan de wetgeving van een andere lidstaat dan die waaraan die persoon reeds op grond van titel II van de Verordening (EEG) 1408/71 onderworpen was, blijft hij onderworpen aan de wetgeving die vóór 1 mei 2010 op hem van toepassing was, op voorwaarde dat:

  • de situatie van de betrokken persoon ongewijzigd blijft;
  • de betrokken persoon niet zelf om de toepassing van de nieuwe verordening vraagt;
  • dit geldt voor een maximumperiode van 10 jaar (tot 1 mei 2020, voor Zwitserland loopt deze periode tot 1 april 2022 en voor IJsland, Noorwegen en Liechtenstein tot 1 juni 2022).