Het portaal van de sociale zekerheid gebruikt cookies om de site gebruiksvriendelijker te maken.

Meer weten × Doorgaan

Vers le contenu de cette page

Het basisloon

Het normaal loon wordt aangegeven met de bezoldigingscode 101. Op het normaal loon of het basisloon zonder wettelijke of buitenwettelijke premies en vergoedingen zijn socialezekerheidsbijdragen verschuldigd. Het omvat:

  • het loon voor normale, werkelijke arbeid voor de contractuele werknemers;
  • de baremieke wedde voor de vastbenoemden;
  • de fooien en bedieningsgelden voor de werknemers die met fooien en bedieningsgelden worden bezoldigd;
  • het gewaarborgd loon bij ziekte of ongeval (gewaarborgd dagloon, gewaarborgd loon eerste week voor arbeiders, gewaarborgd maandloon voor bedienden en de verdere uitbetaling van de wedde voor de vastbenoemden). Het gaat daarbij zowel om ziekten en ongevallen van gemeen recht als om tijdelijke arbeidsongeschiktheid ingevolge een arbeidsongeval of een erkende beroepsziekte in de openbare regeling;
  • de vergoeding ten belope van 90% ten gevolge van een arbeidsongeval;
  • het enkelvoudig vakantiegeld;
  • het loon voor afwezigheden met behoud van loon;
  • de vergoeding ingevolge disponibiliteit wegens ziekte of gebrekkigheid;
  • de voordelen in natura toegekend aan conciërges die uitsluitend betaald worden met voordelen in natura;
  • de vergoeding voor bijkomende prestaties, andere dan het KB nr. 418, toegekend aan het vastbenoemd onderwijzend personeel van het lager- en kleuteronderwijs; bedoeld zijn de bijkomende of aanvullende lessen die gegeven worden aan de leerlingen van een andere klas of een gemengde klas (= niet aan de eigen klas);
  • het barema, de gewaarborgde wedde, het gewaarborgd aandeel in de pool of de horararia die toegekend worden aan de geneesheren.

Wat betreft het gewaarborgd loon is het belangrijk te noteren dat, bij herval na een werkhervatting in geval van een ziekte of ongeval van gemeen recht, er slechts opnieuw gewaarborgd loon verschuldigd is indien de tewerkstelling na de werkhervatting ten minste veertien dagen duurt. Bij een arbeidsongeval en bij beroepsziekte daarentegen is er bij herval na een werkhervatting steeds opnieuw gewaarborgd loon verschuldigd.

De baremieke wedde van een vastbenoemd personeelslid dat voor een langere periode gedetacheerd is naar een land waarmee België niet verbonden is door een socialezekerheidsverdrag, wordt aangegeven met de looncode 110. Als de tewerkstellingsduur niet van korte duur is, valt hij niet meer onder de Belgische wetgeving en is de RSZ niet meer bevoegd om socialezekerheidsbijdragen te innen. Indien het bestuur aangesloten is bij het gesolidariseerd pensioenfonds van de provinciale en plaatselijke besturen, dan is de baremieke wedde van deze vastbenoemde enkel onderworpen aan pensioenbijdragen, niet aan socialezekerheidsbijdragen.

Het loon van een vastbenoemd personeelslid dat afwezig is in het kader van een “maatregel tot reorganisatie van de arbeidstijd”, en dat onderworpen is aan socialezekerheidsbijdragen, maar niet aan pensioenbijdragen, wordt aangegeven met de looncode 120.
Met deze code wordt bijvoorbeeld het loon aangegeven dat uitbetaald wordt aan een vastbenoemd personeelslid dat in het kader van een tuchtprocedure in de stand van non-activiteit geplaatst wordt en waarvan de afwezigheid met de MRA-code 511 aangeduid wordt. Ook het wachtgeld van het operationeel politiepersoneel in de periode van non-activiteit voorafgaand aan het pensioen die aangeduid wordt met de MRA-code 516, wordt met de looncode 120 aangegeven.

Het loon van een vastbenoemd personeelslid, dat afwezig is in het kader van een “maatregel tot reorganisatie van de arbeidstijd” en dat onderworpen is aan socialezekerheidsbijdragen en aan pensioenbijdragen, wordt aangegeven met de looncode 170. Deze code moet verplicht gebruikt worden bij een bezoldigde volledige afwezigheid met de MRA-codes 501, 503, 507, 508 of 509.

De geactiveerde uitkering die de RVA of het OCMW toekent aan een contractuele werknemer in het kader van een tewerkstellingsmaatregel wordt aangegeven met de looncode 150. Met deze code moeten worden aangegeven:

  • de werkuitkering van de RVA of de financiële tussenkomst van het OCMW in het kader van het activaplan (inclusief activa-start en activa preventie- en veiligheidsbeleid);
  • de integratieuitkering van de RVA of de financiële tussenkomst van het OCMW in het kader van een doorstromingsprogramma;
  • de herinschakelingsuitkering van de RVA of de financiële tussenkomst van het OCMW in het kader van de sociale inschakelingseconomie;
  • de ervaringsuitkering van de RVA of de financiële tussenkomst van het OCMW voor de opleiders van een onderwijsinstelling die in dienst genomen werden na een ontslag ingevolge herstructurering in de privésector.

De geactiveerde uitkering is loon dat onderworpen is aan socialezekerheidsbijdragen.

Voor de werknemers, tewerkgesteld in het kader van de sociale Maribel, wordt met de code 26 het bedrag van bepaalde 'ontvangen premies en/of subsidies andere dan sociale Maribel' aangegeven: 

  • de premies en subsidies Activa;
  • de premies en subsidies plan impulsion (met uitzondering van impulsion 55+).

De overige ontvangen premies en subsidies (bijv. tussenkomst in de arbeidsongevallenverzekering, tegemoetkoming Vlaams Agentschap Personen met een Handicap,...) en de bijdrageverminderingen worden niet met deze code aangegeven.

De code 26 heeft geen impact op de bijdrageberekening.