De structurele vermindering (DmfA)
Betrokken werkgevers
Alle werkgevers die werknemers tewerkstellen die onderworpen zijn aan het geheel der regelingen.
Betrokken werknemers
Alle werknemers die onderworpen zijn aan het geheel der regelingen. Voor de RSZ zijn dit:
- de rust- en overlevingspensioenen voor werknemers;
- de ziekte- en invaliditeitsverzekering, sector geneeskundige verzorging;
- de ziekte- en invaliditeitsverzekering, sector uitkeringen;
- de werkloosheid;
- de beroepsziekten;
- de arbeidsongevallen;
- de jaarlijkse vakantie.
Voor de privésector komen dus onder andere niet in aanmerking:
- de jongeren tot 31 december van het jaar waarin ze de leeftijd van 18 jaar bereiken;
- de betaalde sportbeoefenaars;
- gelegenheidsarbeiders in de land- en tuinbouw;
- de geneesheren in opleiding tot specialist;
- de onthaalouders.
De meeste statutaire en contractuele personeelsleden van de openbare sector vallen niet onder alle socialezekerheidsregelingen en komen dus niet in aanmerking voor de vermindering. De Koninklijke Muntschouwburg en het Paleis voor Schone Kunsten komen voor al hun personeel tewerkgesteld onder arbeidsovereenkomst echter wel in aanmerking.
De mogelijkheid om de vermindering toe te passen is bijgevolg alleen voorzien voor die werkgevers uit de openbare sector die personeelsleden kunnen tewerkstellen die onder alle regelingen vallen (bv. kerkfabrieken, erkende maatschappijen voor het bouwen van goedkope woningen, polders en wateringen, bepaalde plaatselijke vervoermaatschappijen, HR Rail, de naamloze vennootschappen van publiek recht 'Brussels South Charleroi Airport Security', 'Liège Airport Security' en 'le circuit de Spa-Francorchamps', ...).
Bedrag van de vermindering
De structurele vermindering (Ps) berekent men door een forfaitair verminderingsbedrag te vermenigvuldigen met de vaste vermenigvuldigingsfactor en de prestatiebreuk:
Ps = R x µ x ßs
Ps wordt afgerond tot op de eurocent waarbij 0,005 EUR wordt afgerond naar 0,01 EUR.
Het forfaitaire verminderingsbedrag R wordt samengesteld uit een vast forfaitair bedrag F, een lagelonencomponent indien het refertekwartaalloon S lager is dan een vastgelegde loongrens S0 en een hogelonencomponent indien het loon W hoger is dan een vastgelegde loongrens S1.
Vanaf 2012 worden S0 voor de beschutte werkplaatsen en S1 voor alle categorieën aangepast bij elke verhoging van de loongrenzen van de werkbonus als gevolg van een indexaanpassing. Vanaf 2014 wordt ook S0 voor de algemene categorie en voor de categorie sociale maribel automatisch aangepast. De wijziging loopt vanaf het kwartaal dat volgt op het kwartaal waarin deze loongrenzen verhoogd worden of, indien deze verhoging samenvalt met het begin van een kwartaal, vanaf het kwartaal van verhoging van de loongrenzen.
R = F + α x (S0 – S) + δ x (W – S1)
De hellingscoëfficiënt α (‘alfa’) vergroot het complement lineair naargelang het referteloon S lager is ten opzichte van de lageloongrens S0. Het complement α x (S0 – S) wordt afzonderlijk afgerond tot op de eurocent waarbij 0,005 EUR wordt afgerond naar 0,01 EUR, en wordt als 0,00 EUR beschouwd mocht het resultaat van de berekening negatief zijn.
De hellingscoëfficiënt δ (‘delta’) vergroot het complement lineair naargelang het loon W hoger is ten opzichte van de hogeloongrens S1. Het complement δ x (W – S1) wordt afzonderlijk afgerond tot op de eurocent waarbij 0,005 EUR wordt afgerond naar 0,01 EUR, en wordt als 0,00 EUR beschouwd mocht het resultaat van de berekening negatief zijn.
Zowel S0, S1, F als α zijn afhankelijk van de categorie waartoe de werknemer (zowel deze onder arbeidsovereenkomst als onder leerovereenkomst) behoort:
- categorie 1: werknemers die niet tot een van de twee volgende categorieën behoren en vanaf het 2de kwartaal 2016 de werknemers van de Koninklijke Muntschouwburg en het Paleis voor Schone Kunsten tewerkgesteld onder arbeidsovereenkomst ;
- categorie 2: werknemers tewerkgesteld door werkgevers die onder het toepassingsgebied van de sociale maribel vallen met uitzondering van de werknemers tewerkgesteld bij een werkgever onder het paritair comité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp en zij die worden tewerkgesteld in een erkende beschutte werkplaats;
- categorie 3: werknemers die worden tewerkgesteld in een erkende beschutte werkplaats; vanaf het 2de kwartaal 2016 maakt men een onderscheid tussen werknemers voor wie de loonmatiging verschuldigd is en zij voor wie de loonmatiging niet verschuldigd is.
De formules om het forfaitaire verminderingsbedrag R te berekenen, uitgedrukt in EUR, zien er dus als volgt uit (per categorie waartoe de werknemer behoort, met de overeenkomstige waarden van S0 en S1 na een eventuele loonevolutieaanpassing, het vast forfaitair bedrag F en de hellingscoëfficiënten α en δ):
Te vervullen formaliteiten
Geen bijzondere formaliteiten.
Bijkomende informatie 1
Bijkomende informatie DmfA - Aangifte van de Structurele vermindering
De Structurele vermindering wordt aangegeven in het blok 90109 "vermindering tewerkstelling" met volgende vermeldingen :
Vermindering | Duur | Verminderingscode in DMFA | Berekeningsbasis in DMFA | Bedrag van de vermindering in DMFA |
---|---|---|---|---|
Structurele vermindering | De volledige duur van de tewerkstelling zolang de voorwaarden zijn voldaan | 3000 | / | ja* |
* Een macro om het bedrag van de vermindering te berekenen is beschikbaar in TechLib.
Als de DmfA wordt ingediend via web wordt de vermindering 3000 automatisch berekend als ze wordt geactiveerd.
De Structurele vermindering is cumuleerbaar met één enkele doelgroepvermindering en met de Sociale Maribel.