Het portaal van de sociale zekerheid gebruikt cookies om de site gebruiksvriendelijker te maken.

Meer weten × Doorgaan

Vers le contenu de cette page

3.3.2.2 Het contingent van 475 arbeidsuren

Het contingent van 475 arbeidsuren waarvoor een student met een studentenovereenkomst niet onderworpen is aan de gewone socialezekerheidsbijdragen, wordt gerekend per kalenderjaar. De teller wordt bij het begin van ieder nieuw kalenderjaar op 475 resterende uren gezet, en het aantal resterende uren wordt op basis van de in Dimona met het werknemerstype STU aangegeven arbeidsuren geactualiseerd.

Enkel de werkelijk gepresteerde arbeidsuren worden aangegeven als ‘uren’ en worden in mindering gebracht van het contingent. De uren voor feestdagen, betaalde ziektedagen en andere betaalde uren die geen werkelijk gepresteerde arbeidsuren zijn maar waarvoor de werkgever een loon betaalt, worden niet in het ‘aantal uren’ opgenomen. De vergoeding voor deze uren wordt wel bij het loon gevoegd voor de berekening van de solidariteitsbijdrage.

Indien het contingent van 475 arbeidsuren overschreden wordt, dan zijn socialezekerheidsbijdragen verschuldigd op de tewerkstelling van de student.

Voor zover hij een correcte Dimona ingediend heeft bij de RSZ geniet de werkgever gedurende de 475 arbeidsuren van het studentencontingent van de solidariteitsbijdrage. Vanaf het 476e arbeidsuur zijn de gewone socialezekerheidsbijdragen verschuldigd. De arbeidsprestaties die de student bij dezelfde werkgever of bij een vorige werkgever verricht heeft voordat het maximum aantal arbeidsuren overschreden werd, worden niet onderworpen aan socialezekerheidsbijdragen, maar enkel aan de solidariteitsbijdrage.

Het aantal arbeidsuren dat een student tijdens een kalenderjaar kan werken aan de solidariteitsbijdrage, wordt bijgehouden op basis van de aangifte als student in Dimona en kan geconsulteerd worden via de website www.studentatwork.be. Het is dus het aantal meegedeelde uren op het moment dat Dimona wordt uitgevoerd (of het moment waarop de basis van de ingediende kwartaalaangifte het contingent wordt aangepast) dat bepalend is voor de berekening van het contingent en niet de datum van tewerkstelling zelf (zie 7.5.3.2.).

De student kan op elk moment via een persoonlijke, beveiligde toegang tot de online toepassing “student@work” het resterende saldo van zijn/haar jaarlijks contingent van 475 arbeidsuren raadplegen. Hij kan een attest met het aantal resterende uren afdrukken voor een toekomstige werkgever of het attest versturen via de elektronische post.
Een werkgever die van een student de toegangscode ontvangt, kan gedurende drie maanden het aantal resterende uren van het contingent van de student consulteren.

Vanaf 1-7-2016 kan er gekozen worden of de solidariteitsbijdrage wordt toegepast of niet. Aangezien dit zowel gevolgen heeft voor de student als voor de werkgever wordt deze keuze best op voorhand besproken en eventueel vastgelegd in de overeenkomst. Het “type werknemer” dat in Dimona wordt aangegeven bepaalt of het gaat om de solidariteitsbijdrage (STU) of niet (EXT – OTH).

Opgelet:  dat een student wordt onderworpen aan de gewone bijdragen, heeft geen invloed op de arbeidsovereenkomst die wordt afgesloten. De student blijft met andere woorden werken met een studentenovereenkomst. Hij moet enkel als dusdanig (STU) worden aangegeven in Dimona als ook de solidariteitsbijdrage voor studenten wordt toegepast.


Op het loon van een student die niet onderworpen wordt aan de gewone socialezekerheidsbijdragen, zijn een solidariteitsbijdrage van 8,13% (zie 5.5.8) en de werkgeversbijdrage van 0,01% voor het Asbestfonds verschuldigd.