Het portaal van de sociale zekerheid gebruikt cookies om de site gebruiksvriendelijker te maken.

Meer weten × Doorgaan

Vers le contenu de cette page

6.1.1.2. Berekening van de vermindering

Om het bedrag van de bijdragevermindering te berekenen waarop een werknemer aanspraak kan maken, moeten volgende stappen worden gevolgd:

  • bepalen van het refertemaandloon van de werknemer;
  • bepalen van het basisbedrag van de vermindering aan de hand van het refertemaandloon;
  • vaststelling van het verminderingsbedrag in functie van de prestatiebreuk van de werknemer.

1. Bepaling van het refertemaandloon van de werknemer

S= (W / H) x U)

Waarbij:

  • S = refertemaandsalaris = het salaris van een werknemer indien deze voltijdse prestaties verricht heeft gedurende de gehele betreffende kalendermaand.
  • W = het brutoloon dat betrekking heeft op de betrokken kalendermaand en dat werkelijk aan de werknemer werd uitbetaald.
  • De factor W omvat alle vergoedingen waarop, op basis van artikel 23 van de wet van 29-6-1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers en artikel 19 van het in uitvoering van deze wet genomen Koninklijk Besluit van 28-11-1969, socialezekerheidsbijdragen (het dubbel vakantiegeld valt niet onder dit loonbegrip) verschuldigd zijn, met uitzondering van:
    • de vergoedingen uitgekeerd aan werknemers wegens verbreking van de arbeidsovereenkomst;
    • het enkelvoudig vertrekvakantiegeld (in de vakantieregeling privésector), uitbetaald door de werkgever waar de werknemer uit dienst treedt;
    • de eindejaarspremies (o.a. de attractiviteitspremie voor de personeelsleden van de openbare ziekenhuizen).
      Wanneer de eindejaarspremie groter is dan de factor S, wordt de factor S verhoogd met het verschil tussen de eindejaarspremie en de factor S voor de maand tijdens dewelke zij wordt uitbetaald.
    De factor W wordt (bij een nieuwe werkgever) verhoogd met het enkelvoudig vakantiegeld dat (in de vakantieregeling privésector) vervroegd werd uitbetaald door de vroegere werkgever.
  • H = het aantal door de werknemer in de betrokken maand verrichte arbeidsuren.
  • U = het aantal arbeidsuren dat een voltijds werknemer in de betrokken maand zou hebben verricht.
  • Onder “arbeidsuren” worden verstaan de uren waarvoor de werknemer ten laste van de werkgever een loon geniet, met uitzondering van de uren/dagen gedekt door een verbrekingsvergoeding.
  • De breuk W / H wordt afgerond naar de dichtstbijzijnde eurocent (0,005 EUR wordt 0,01 EUR).

2. Bepaling van het basisbedrag van de vermindering

Het basisbedrag van de vermindering (Rp) wordt vastgesteld in functie van de hoogte van het refertemaandloon (S).

Het basisbedrag (Rp) is afhankelijk van de zone waarin het refertemaandloon (S) van de werknemer zich bevindt. Hiertoe worden volgende 2 loongrenzen gehanteerd: het gemiddeld minimum maandinkomen X 103% (S1) en 1.828,72 EUR (S2). De loongrenzen zijn gekoppeld aan spilindex 103,14 (basis 100 = 1996) en bedragen respectievelijk 1,577,89 EUR (S1) en 2.461,27 EUR (S2).

Het maximale verminderingsbedrag (V) van de werkbonus is gelijk aan 12,65% van het gemiddeld minimum maandinkomen (S1). V wordt berekend tot het tweede cijfer na de komma en 0,005 wordt naar boven afgerond. Voor een gemiddeld minimum maandinkomen van 1.546,87 EUR is V gelijk aan 189,98 EUR.    

 

  • Is het refertemaandloon kleiner dan of gelijk aan 1.577,89 EUR, dan is het basisbedrag van de vermindering gelijk aan het maximale verminderingsbedrag van 193,79 EUR.
  • Is het refertemaandloon groter dan 1.577,89 EUR, maar kleiner dan of gelijk 2.461,27 EUR, dan wordt het basisbedrag van de vermindering berekend met de volgende formule:
    R(p) = 193,79 – {alfa x (S – S1)} =193,79 – {alfa x (S – 1.577,89)}
    waarbij "al3,a" = 193,79/ (S2 - S1).
  • Is het refertemaandloon groter dan 2.461,27 EUR, dan is het basisbedrag van de vermindering gelijk aan nul en heeft de werknemer geen recht op een werkbonus.

De forfaitaire vermindering daalt evenredig van de maximale werkbonus bij de laagste loongrens van 1.577,89 EUR naar een werkbonus van nul EUR bij de hoogste loongrens van 2.461,27 EUR.

R(p) wordt afgerond op de dichtstbijzijnde eurocent waarbij 0,005 EUR naar boven wordt afgerond. Alfa wordt afgerond tot op het vierde cijfer na de komma waarbij 0,00005 naar boven afgerond wordt, en is op basis van de geïndexeerde bedragen gelijk aan "193,79 / (2.461,27 - 1.577,89) " of 0,2194,00.

Onderstaande tabel geeft de bedragen weer die, rekening houdend met de aanpassing van de loongrenzen aan de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen, van toepassing zijn:







Refertemaandloon (S) in EUR

Basisbedrag van de vermindering (Rp) in EUR

< = 1.577,89

193,79

> 1.577,89 en <= 2.461,27

193,79 - {0,2194 x (S – 1.577,89)}

> 2.461,27

0

3. Berekening van het verminderingsbedrag van de persoonlijke bijdragen

Het op het refertemaandloon (S) berekende basisbedrag van de vermindering (Rp) moet evenredig worden aangepast naargelang de prestaties die de werknemer tijdens de betrokken kalendermaand heeft geleverd.

P = Rp x (H / U)

  • H = het aantal door de werknemer in de betrokken maand verrichte arbeidsuren.
  • U = het aantal arbeidsuren dat een voltijds werknemer in de betrokken maand zou hebben verricht.
  • De prestatiebreuk (H/U) wordt afgerond tot het tweede cijfer na de komma waarbij 0,005 naar boven wordt afgerond en zij is steeds een getal tussen 0 en 1. Deze breuk geeft voor een voltijds werknemer met volledige prestaties als resultaat 1 en voor een voltijds werknemer met onvolledige prestaties en voor een deeltijds werknemer een getal tussen 0 en 1.
  • P = het bedrag van de vermindering van de persoonlijke socialezekerheidsbijdragen op dewelke de werknemer recht heeft gedurende de betrokken kalendermaand. Dit bedrag wordt afgerond op de dichtstbijzijnde eurocent, waarbij 0,005 EUR naar boven wordt afgerond.

De som van de vermindering voor 2017 mag het bedrag van 2.325,48 EUR (= 193,79 X12) per kalenderjaar en per werknemer niet overschrijden. De vermindering mag evenmin het bedrag van de verschuldigde persoonlijke socialezekerheidsbijdragen van de betrokken maand overschrijden.

Enkel indien de vermindering niet volledig toegepast kan worden wegens de af trek van het enkelvoudig vakantiegeld dat vervroegd werd uitbetaald door de vroegere werkgever, mag het bedrag van de overschrijding worden afgetrokken van de verschuldigde persoonlijke bijdragen van de volgende maand. Deze overdracht naar de volgende maand is echter enkel mogelijk voor zover deze zich in hetzelfde kwartaal bevindt.

Deze vermindering wordt berekend door de werkgever bij de betaling van het loon. Indien dit loon wordt betaald volgens een andere periodiciteit dan een maandelijkse, berekent de werkgever de vermindering bij de laatste betaling van het loon dat betrekking heeft op deze maand. Voor de werknemers met meerdere arbeidsovereenkomsten binnen de tijdspanne van een kalendermaand, wordt het voor deel van de toegekende vermindering bepaald aan het einde van iedere overeenkomst of bij iedere betaling die betrekking heeft op deze arbeidsovereenkomsten.