Het portaal van de sociale zekerheid gebruikt cookies om de site gebruiksvriendelijker te maken.

Meer weten × Doorgaan

Vers le contenu de cette page

7.2.2. Werknemers

Een Dimona-aangifte moet gebeuren voor alle personeelsleden die een arbeidsrelatie hebben met de werkgever. Het toepassingsgebied van de Dimona-aangifte valt in feite samen met de reglementering inzake sociale documenten. De verplichting tot een Dimona-aangifte geldt zowel voor het statutair als voor het contractueel personeel. Ook indien de tewerkstelling van een personeelslid niet leidt tot bijdragebetaling in de socialezekerheidsregeling voor de werknemers, is een Dimona-aangifte verplicht.

De werkgever dient een Dimona-aangifte te verrichten voor:

  • de personeelsleden die in het buitenland wonen;
  • de minderjarigen die tot en met het vierde kwartaal van het jaar waarin zij acht-tien jaar worden, tewerkgesteld worden met een arbeidsovereenkomst (zie 3.1.1.2.);
  • de leerlingen (zie 3.3.7.);
  • de personen met een leer-, stage- en ervaringsovereenkomst die niet beschouwd worden als leerling, maar die in dienst genomen werden vóór 1-7-2015; 
  • de studenten;
  • de vrijwillige brandweerlieden;
  • de werknemers aangeworven in het kader van artikel 60, § 7 van de organieke OCMW-wet;
  • de niet beschermde lokale mandatarissen;
  • de monitoren die gedurende maximaal 25 arbeidsdagen per kalenderjaar mogen worden tewerkgesteld met vrijstelling van socialezekerheidsbijdragen;
  • de werknemers met een kort contract (bijvoorbeeld hostessen, stadsgidsen, modellen…);
  • de werknemers die door een andere werkgever ter beschikking gesteld zijn en die een bijkomende vergoeding ontvangen van het plaatselijk of provinciaal bestuur;
  • de vastbenoemde en contractuele personeelsleden van de onderwijsinstellingen die geen gesubsidieerde wedde (van de Gemeenschap) ontvangen en enkel " niet gesubsidieerde prestaties" voor het bestuur verrichten (bijvoorbeeld een niet gesubsidieerd lesambt);
  • de contractuele personeelsleden van de onderwijsinstellingen die naast een gesubsidieerde wedde vergoedingen van het lokaal bestuur ontvangen voor bijkomende prestaties, andere dan toezicht in het kleuter en lager onderwijs en busbegeleiding (bijvoorbeeld een bijkomend niet gesubsidieerd lesambt of een vergoeding voor prestaties in de schoolbibliotheek);
  • de vastbenoemde personeelsleden van de onderwijsinstellingen die naast een gesubsidieerde wedde (van de Gemeenschap) vergoedingen van het bestuur ontvangen voor bijkomende prestaties, andere dan toezicht in het kleuter en lager onderwijs en busbegeleiding, in het kader van een aparte contractuele aanstelling (bijvoorbeeld een bijkomend niet gesubsidieerd lesambt of een vergoeding voor prestaties in de schoolbibliotheek).

Al deze werknemers moeten eveneens op de driemaandelijkse socialezekerheidsaangifte (DmfAPPL) vermeld worden.

Er moet ook een Dimona-aangifte verricht worden voor:

  • de jongeren in een RVA-instapstage volgen
  • de stagiairs die een individuele beroepsopleiding (IBO) volgen;
  • de stagiairs die verbonden zijn met een sui generis stageovereenkomst op basis waarvan zij niet onderworpen kunnen worden aan de sociale zekerheid.

Deze personen worden niet vermeld op de DmfAPPL.

Er moet geen Dimona-aangifte verricht worden voor:

  • de beschermde lokale mandatarissen;
  • de vastbenoemde en contractuele personeelsleden van de onderwijsinstellingen die gesubsidieerde prestaties (bijvoorbeeld een gesubsidieerd lesambt) verrichten en voor wie een aangifte van indiensttreding gebeurde in Dimona bij de RSZ, indien deze personeelsleden van het provinciaal of plaatselijk bestuur:
    • enkel een weddencomplement voor de gesubsidieerde prestaties ontvangen (bijvoorbeeld een diplomavergoeding of anciënniteitstoelage);
    • uitsluitend een van socialezekerheidsbijdragen vrijgestelde vergoeding voor toezicht in het kleuter- en lager onderwijs of voor begeleiding in het leerlingenvervoer ontvangen.
    • uitsluitend een van socialezekerheidsbijdragen vrijgestelde.kostenvergoeding ontvangen (bijvoorbeeld voor verplaatsing van en naar het werk);
    • uitsluitend bijkomende prestaties, andere dan toezicht in het kleuter- en lager onderwijs en busbegeleiding, verrichten in de hoedanigheid van vastbenoemd personeelslid (bijvoorbeeld een bijkomend niet gesubsidieerd lesambt of een vergoeding voor prestaties in de schoolbibliotheek).

De beschermde mandatarissen en de personeelsleden van de onderwijsinstellingen moeten wel vermeld worden op de DmfAPPL.

Er moet geen Dimona-aangifte worden ingediend voor:

  • de vrijwilligers waarvan de vergoedingen vrijgesteld zijn van socialezekerheidsbijdragen (zie 3.3.5.);
  • de kunstenaars die artistieke prestaties leveren of artistieke werken verrichten in het kader van de kleine vergoedingsregeling (zie 3.3.6.);
  • twee categorieën van stagiairs:

o de leerlingen, studenten of cursisten voor stageactiviteiten waarvan de duur niet expliciet wordt vastgesteld door de bevoegde overheid en die uit gevoerd worden in het kader van een opleiding die zij volgen in een door de bevoegde gemeenschap of het bevoegde gewest ingerichte, gesubsidieerde of erkende onderwijsinstelling of opleidingscentrum, voor zover de totale duur van deze stageactiviteiten zestig dagen niet overschrijdt in de loop van een jaar;
o de leerlingen, studenten of cursisten voor stageactiviteiten die uitgevoerd worden bij een werk- of stagegever en waarvan de duur expliciet wordt vastgesteld door de bevoegde overheid binnen het kader van een cursus die leidt tot het afleveren van een diploma, getuigschrift of een bewijs van beroepsbekwaamheid.

Deze personen moeten niet vermeld worden op de DmfAPPL.