Het portaal van de sociale zekerheid gebruikt cookies om de site gebruiksvriendelijker te maken.

Meer weten × Doorgaan

Vers le contenu de cette page

5.5.13.1. Het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT)

De RSZ is belast met de inning van een bijzondere werkgeversbijdrage en een persoonlijke inhouding op de werknemers in het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (afgekort SWT).

Alhoewel de maatregel in principe enkel mogelijk is voor de werkgevers van de privésector, kan een lokaal of provinciaal bestuur waarvoor de Ministerraad of de Executieve een saneringsplan goedgekeurd heeft en die als een onderneming in herstructurering of een onderneming in moeilijkheden erkend werd, op zijn contractuele personeelsleden de regeling SWT toepassen.

Kan als “onderneming in moeilijkheden” erkend worden door de Minister van Werk, de onderneming die in de jaarrekeningen van de twee boekjaren die de datum van de aanvraag van de erkenning voorafgaan voor belastingen, een verlies uit de gewone bedrijfsuitoefening boekt, wanneer voor het laatste boekjaar dit verlies het bedrag van de afschrijvingen en de waardevermindering op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa overschrijdt.

Kan als “onderneming in herstructurering” erkend worden door de Minister van Werk, de werkgever die overgaat tot een collectief ontslag of waar het jaar voorafgaand aan de erkenning het aantal werkloosheidsdagen minstens 20% van het totaal aangegeven dagen van de werknemers uitmaakt zoals bepaald in Hoofdstuk 7 van het Koninklijk Besluit van 3-5-2007.

Het SWT bestaat uit:

  • een werkloosheidsuitkering ten laste van de RVA;
  • een bedrijfstoeslag ten laste van een debiteur.

De periodiciteit van de bedrijfstoeslag is in de regel maandelijks tot en met maand dat de begunstigde de leeftijd van 65 jaar bereikt, maar de debiteur kan de bedrijfstoeslag kapitaliseren en de bedrijfstoeslag met een lagere frequentie dan de maandelijkse betalen.

De bijzondere bijdrage en de persoonlijke inhouding zijn verschuldigd door de debiteur van de bedrijfstoeslag. Dit kan de vroegere werkgever zijn, maar ook een andere persoon of instelling waaraan de werkgever bij overeenkomst zijn verplichting tot uitbetaling van de bedrijfstoeslag overdraagt.

Als de werkloze in het SWT het werk hervat, dan zijn de bijzondere werkgeversbijdrage en de persoonlijke inhouding niet verschuldigd als

  • de activiteit niet rechtstreeks of onrechtstreeks geschiedt bij de werkgever (of een werkgever van dezelfde groep) die de werknemer ontslagen heeft;
  • het individueel of collectief akkoord expliciet vermeldt dat de bedrijfstoeslag doorbetaald wordt bij een werkhervatting.