Het portaal van de sociale zekerheid gebruikt cookies om de site gebruiksvriendelijker te maken.

Meer weten × Doorgaan

Vers le contenu de cette page

4.1.2.2. Het niet aan socialezekerheidsbijdragen onderworpen loon

Ongeacht de bijzondere gevallen, vermeld in 4.1.3., vallen de hiernavermelde voordelen niet onder de toepassing van het begrip "aan de socialezekerheidsbijdragen onderworpen loon":

  • de voordelen toegekend in de vorm van arbeidsgereedschap of werkkledij;
  • de bedragen die de werkgever aan de werknemer betaalt om zich te kwijten van zijn verplichting arbeidsgereedschap of werkkledij te bezorgen of om te zorgen voor kost en inwoning, wanneer de werknemer ver van zijn woning tewerkgesteld is;
  • de bedragen aan de werknemers toegekend wegens hun aansluiting bij een vak-organisatie ten belope van 135 EUR per jaar en per werknemer;
  • de vergoedingen toegekend aan de leden van het onderwijzend of ander personeel voor het toezicht in het kleuter-en lager onderwijs of voor de begeleiding van leerlingen in het leerlingenvervoer, voor zover dit toezicht of deze begeleiding verzekerd wordt bij wijze van bijkomende prestaties bij dezelfde werkgever (= bijambt, niet het hoofdambt);
  • de vergoeding die overeenstemt met 60% van het gedeelte van het normaal loon dat de loongrens die in aanmerking komt voor de berekening van de uitkering van ziekte- en invaliditeitsverzekering niet overschrijdt, voor de periode van zeven dagen volgend op het gewaarborgd weekloon, alsook de bijkomende vergoeding die voor dezelfde periode - naar analogie van de collectieve arbeidsovereenkomst 12bis of 13bis - door een bestuur betaald wordt aan zijn personeelsleden;
  • het verschaffen van maaltijden beneden de kostprijs in het bedrijfsrestaurant;
  • het wettelijk dubbel vakantiegeld;
  • de vergoeding waarop de werknemer recht heeft op grond van willekeurig ontslag, op voorwaarde dat dit recht ontstaan is vóór 1-1-2014;
  • de bedragen die gelden als reële terugbetaling van de kosten die de werknemer heeft verricht om zich van zijn woonplaats naar zijn werkplaats te begeven;
  • de kosten die gelden als terugbetaling van de beroepskosten aan de werknemer (de vergoedingen voor verlichting, verwarming, telefoon, dienstverplaatsingen, enz.) en die ten laste van zijn werkgever vallen;
  • de kilometervergoeding, toegekend door de werkgever aan de werknemer voor verplaatsingen met de fiets tussen de woonplaats en de plaats van tewerkstelling, voor een bedrag van maximaal 0,145 EUR per kilometer; het bedrag is gekoppeld aan het indexcijfer van consumptieprijzen van het Rijk en is voor het jaar 2017 gelijk aan maximaal 0,23 EUR per kilometer;
  • de maandelijkse premie die toegekend wordt aan vastbenoemde personeelsleden die gebruik maken van de halftijdse vervroegde uittreding of het halftijds werken vanaf 50 tot 55 jaar;
  • de premie voor operationaliteit en onregelmatige prestaties van het brandweerpersoneel.