Het portaal van de sociale zekerheid gebruikt cookies om de site gebruiksvriendelijker te maken.

Meer weten × Doorgaan

Vers le contenu de cette page

Eerste aanwervingen

Deze doelgroepvermindering wordt toegekend aan nieuwe werkgevers gedurende een aantal kwartalen voor maximaal drie werknemers.

Betrokken werkgevers

Alle werkgevers uit de privésector die werknemers tewerkstellen die onderworpen zijn aan de wet van 27 juni 1969 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders.

De werkgever kan gedurende 20 kwartalen nadat hij een 1ste, 2de of 3de werknemer in dienst neemt, een aantal kwartalen deze doelgroepvermindering genieten. Het is belangrijk te bepalen wanneer deze periode van 20 kwartalen aanvangt. Voor alle duidelijkheid zal de situatie voor een 1ste, een 2de en een 3de aanwerving apart worden toegelicht.

In de bespreking die volgt wordt voor de kwalificatie ‘nieuwe werkgever’ en voor het toekennen van de vermindering, nooit rekening gehouden met:

  • jongeren tot 31 december van het jaar dat zij 18 worden;
  • werknemers tewerkgesteld met een contract beoogd in artikel 4 van het koninklijk besluit van 28 november 1969 (leerovereenkomst, stageovereenkomst, overeenkomst socioprofessionele inschakeling);
  • dienstboden;
  • gelegenheidsarbeiders in de land- en tuinbouwsector;
  • gelegenheidsarbeiders in de horeca (werknemers voor wie de socialezekerheidsbijdragen op een aparte manier worden berekend, de zogenaamde 'superextra's', geschrapt vanaf 1 juli 2007);
  • alle andere werknemers die niet onder de socialezekerheidswet van 27 juni 1969 vallen (jobstudenten, …).

Voor de doelgroepvermindering eerste aanwervingen is het dus alsof werknemers die tot een van deze categorieën behoren niet bestaan.

Aanwerving van een 1ste werknemer

Op het moment van indienstneming mag de werkgever nooit onderworpen geweest zijn aan de wet van 27 juni 1969 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders of, sedert ten minste 4 opeenvolgende kwartalen die het kwartaal van indienstneming voorafgaan, hieraan niet meer onderworpen geweest zijn.

Is deze voorwaarde vervuld, dan moet men nagaan of de werkgever samen met andere werkgevers geen zelfde technische bedrijfseenheid uitmaakt. De 1ste werknemer mag immers geen werknemer vervangen die in de loop van de 4 kwartalen voorafgaand aan het kwartaal van indienstneming in dezelfde technische bedrijfseenheid werkzaam geweest is. Om na te gaan of er geen vervanging is in dezelfde technische bedrijfseenheid, gaat men als volgt te werk:

  • eerst bepaalt men het maximum aantal werknemers dat gelijktijdig in dezelfde technische bedrijfseenheid tewerkgesteld was in de loop van de vier kwartalen die de aanwerving voorafgaan (A);
  • vervolgens neemt men het totaal aantal werknemers dat op de eerste dag door de nieuwe werkgever aangeworven wordt, verhoogd met het aantal werknemers dat eventueel nog tewerkgesteld is door andere werkgevers in dezelfde technische bedrijfseenheid (B).

Indien (B) ten minste één meer bedraagt dan (A), wordt het recht op de vermindering voor de aanwerving van de eerste werknemer geopend. Indien de verhoging van het aantal werknemers evenwel kunstmatig wordt veroorzaakt (door bijvoorbeeld de aanwerving van enkele werknemers met een overeenkomst voor één dag), dan zal de RSZ het recht op de vermindering opnieuw ter discussie stellen.

De aanwerving van de 1ste werknemer opent voor een periode van 20 kwartalen met ingang van het kwartaal van indienstneming, het recht van de werkgever op deze doelgroepvermindering voor één werknemer.

Aanwerving van een 2de werknemer

Op het moment van indienstneming mag de werkgever sedert ten minste 4 opeenvolgende kwartalen die het kwartaal van indienstneming voorafgaan, nooit meer dan 1 werknemer onderworpen aan de wet van 27 juni 1969 tegelijkertijd in dienst hebben gehad. De 2de werknemer mag tevens geen werknemer vervangen die in de loop van de 4 kwartalen voorafgaand aan het kwartaal van indienstneming in dezelfde technische bedrijfseenheid werkzaam geweest is.

Om na te gaan of er sprake is van een vervanging in dezelfde technische bedrijfseenheid, gaat men op een gelijkaardige manier te werk als bij de aanwerving van een eerste werknemer.

De aanwerving van de 2de werknemer opent voor een periode van 20 kwartalen met ingang van het kwartaal van indienstneming, het recht van de werkgever op de doelgroepvermindering voor een 2de werknemer, in zoverre tijdens het betreffende kwartaal minstens 2 werknemers, al dan niet tegelijkertijd, bij de werkgever tewerkgesteld zijn. Indien 2 werknemers tegelijkertijd in dienst geweest zijn, kan een volgende periode van 20 kwartalen enkel beginnen na een periode van 4 opeenvolgende kwartalen gedurende welke niet meer dan 1 werknemer tegelijkertijd in dienst geweest is.

Aanwerving van een 3de werknemer

Op het moment van indienstneming mag de werkgever sedert ten minste 4 opeenvolgende kwartalen die het kwartaal van indienstneming voorafgaan, nooit meer dan 2 werknemers onderworpen aan de wet van 27 juni 1969 tegelijkertijd in dienst hebben gehad. De 3de werknemer mag tevens geen werknemer vervangen die in de loop van de 4 kwartalen voorafgaand aan het kwartaal van indienstneming in dezelfde technische bedrijfseenheid werkzaam geweest is.

Om na te gaan of er sprake is van een vervanging in dezelfde technische bedrijfseenheid, gaat men op een gelijkaardige manier te werk als bij de aanwerving van een eerste werknemer.

De aanwerving van de 3de werknemer opent voor een periode van 20 kwartalen met ingang van het kwartaal van indienstneming, het recht van de werkgever op de doelgroepvermindering voor een 3de werknemer in zoverre tijdens het betreffende kwartaal minstens 3 werknemers, al dan niet tegelijkertijd, bij de werkgever tewerkgesteld zijn. Indien 3 werknemers tegelijkertijd in dienst geweest zijn, kan een volgende periode van 20 kwartalen enkel beginnen na een periode van 4 opeenvolgende kwartalen gedurende welke niet meer dan 2 werknemers tegelijkertijd in dienst geweest zijn.

Betrokken werknemers

Het betreft alle werknemers die onderworpen zijn aan de wet van 27 juni 1969 behalve de reeds opgesomde werknemers. De werknemer moet dus vóór zijn aanwerving aan geen enkele specifieke voorwaarde voldoen.

De vermindering is niet gebonden aan een bepaalde werknemer. De werkgever kan dus elk kwartaal opnieuw kiezen voor welke werknemer hij de vermindering toepast. Het is dus best mogelijk dat de werknemer die oorspronkelijk het recht opende, niet meer in dienst is.

Bedrag van de vermindering

Voor indienstnames tot 1 oktober 2012:

1ste werknemer

De werkgever geniet voor één fysieke persoon een forfaitaire vermindering G1 tijdens maximum 5 kwartalen en daarna een forfaitaire vermindering G2 voor maximaal 8 kwartalen op te nemen binnen de 20 kwartalen te rekenen vanaf het kwartaal waarin de werkgever voor het eerst recht had op deze doelgroepvermindering. De werkgever bepaalt zelf de kwartalen waarin hij de vermindering wenst aan te rekenen, voor zover hij voor het gekozen kwartaal aan alle voorwaarden voldoet. Indien de werkgever aangesloten is bij een sociaal secretariaat, heeft hij recht op een tussenkomst in de aansluitingskosten van 36,45 EUR voor de kwartalen waarin hij een doelgroepvermindering voor de aanwerving van een 1ste werknemer aanvraagt (deze tussenkomst wordt niet geproratiseerd).

2de werknemer

De werkgever geniet voor één fysieke persoon een forfaitaire vermindering G2 tijdens maximum 13 kwartalen op te nemen binnen de 20 kwartalen te rekenen vanaf het kwartaal waarin de werkgever voor het eerst recht had op deze doelgroepvermindering. De werkgever bepaalt zelf de kwartalen waarin hij de vermindering wenst aan te rekenen, voor zover hij voor het gekozen kwartaal aan alle voorwaarden voldoet. Deze vermindering kan slechts toegepast worden als in de loop van het kwartaal minstens 2 werknemers werkzaam geweest zijn (tegelijkertijd of opeenvolgend).

3de werknemer

De werkgever geniet voor één fysieke persoon een forfaitaire vermindering G2 tijdens maximum 9 kwartalen op te nemen binnen de 20 kwartalen te rekenen vanaf het kwartaal waarin de werkgever voor het eerst recht had op deze doelgroepvermindering. De werkgever bepaalt zelf de kwartalen waarin hij de vermindering wenst aan te rekenen, voor zover hij voor het gekozen kwartaal aan alle voorwaarden vodoet. Deze vermindering kan slechts toegepast worden als in de loop van het kwartaal minstens 3 werknemers werkzaam geweest zijn (tegelijkertijd of opeenvolgend).

Voor indienstnames vanaf 1 oktober 2012:
  • 1ste werknemer: G8 gedurende maximum 5 kwartalen, G1 gedurende maximum 4 kwartalen en G2 gedurende maximum 4 kwartalen
  • 2de werknemer: G1 gedurende maximum 5 kwartalen en G2 gedurende maximum 8 kwartalen
  • 3de werknemer: G1 gedurende maximum 5 kwartalen en G2 gedurende maximum 4 kwartalen

Vanaf het 1ste kwartaal 2013 zullen de verhoogde bedragen ook gelden voor werkgevers die reeds vóór 1 oktober 2012 hun 1ste, 2de of 3de werknemer in dienst hebben genomen.

Opgelet: de wettelijke bepaling die deze verhoging regelt was nog niet gepubliceerd in het Staatsblad op het moment dat deze bijwerking van de instructies gepubliceerd werd. De mogelijkheid deze verhoogde vermindering te genieten is dus nog voorwaardelijk. Zodra de publicatie in het Staatsblad gebeurd is, zal dit meegedeeld worden via een tussentijdse instructie.

Te vervullen formaliteiten

Geen bijzondere formaliteiten.