Mobiliteitsbudget
Vanaf 1 maart 2019 voorziet men een systeem waarbij de werkgever die een bedrijfswagen aan zijn personeelsleden ter beschikking stelt, ter vervanging daarvan een budget kan ter beschikking stellen en de de werknemer de keuze kan geven hoe hij zijn mobiliteitsuitgaven invult (milieuvriendelijkere wagen, openbaar vervoer, gebruik van een elektrische fiets of een combinatie, bepaalde kosten van een woning dicht bij het werk,...).
Inhoudstafel
- Bedragen betaald bij de beëindiging van de dienstbetrekking
- Het vakantiegeld
- De voordelen in natura
- Terugbetaling van kosten
- Woon-werkverplaatsing, bedrijfsvoertuigen en mobiliteitsvergoeding
- Mobiliteitsbudget
- Ecocheques
- Sport/cultuurcheques
- Geschenken / geschenkcheques
- Anciënniteitspremie
- Aanvullingen bij sociale voordelen
- Vrijgevigheden
- Tariefvoordelen
- Werknemersparticipaties en winstpremies - aandelen - aandelenopties
- PC-privé-plan
- Zachte landingsbaan
- Statutairen openbare sector
Het mobiliteitsbudget is niet onderworpen aan socialezekerheidsbijdragen. Naargelang het geval zijn er bijzondere bijdragen verschuldigd.
Wat houdt dit in naar de aangifte toe?
- het jaarbedrag van het mobiliteitsbudget moet aangegeven worden in een nieuwe zone 'tewerkstelling inlichtingen - mobiliteitsbudget' enkel op het moment dat het saldo (pijler 3) wordt uitbetaald (of zou moeten worden uitbetaald maar het saldo '0' is) en dit in alle situaties (keuze voor een milieuvriendelijkere wagen, alternatieven of uitbetaling van een saldo en alle mogelijke combinaties)
- als een keuze gemaakt wordt voor een milieuvriendelijkere wagen (pijler 1) moet elk kwartaal:
- een solidariteitsbijdrage worden aangegeven op het niveau van de werknemerslijn
- het voordeel voor de werknemer van het gebruik van de (milieuvriendelijkere) bedrijfswagen worden aangegeven (DmfA-looncode 10 of DmfAPPL-looncode 770);
- als het budget geheel of gedeeltelijk wordt besteed aan alternatieven, is er naast de eenmalige vermelding van het jaarbedrag, geen specifieke aangifte (pijler 2);
- als er een restsaldo wordt uitbetaald (of zou moeten worden uitbetaald maar het saldo '0' is), moet op de aangifte van het kwartaal waarin het restsaldo wordt uitbetaald of zou moeten worden uitbetaald (uitbetaling ten laatste in de maand volgend op het kalenderjaar) (pijler 3):
- een bijzondere bijdrage ten laste van de werknemer in rekening gebracht worden en aangegeven op het niveau van de werknemerslijn
- het saldo worden aangegeven met een nieuwe looncode 'saldo mobiliteitsbudget' (dus eventueel '0').