Het portaal van de sociale zekerheid gebruikt cookies om de site gebruiksvriendelijker te maken.

Meer weten × Doorgaan

Vers le contenu de cette page

De werknemerslijn

Zoals gezegd is er per werknemer steeds één werknemerslijn. Alleen in het geval dat de werknemer in de loop van het kwartaal van werkgeverscategorie verandert (d.w.z. indien de werkgever tijdens het kwartaal van activiteit verandert, of in het geval het een werkgever betreft die verschillende activiteiten uitoefent, de werknemer blijvend van de ene naar de andere wordt overgeplaatst) of dat het werknemerskengetal verandert (d.w.z. wanneer de bijdragen verschillen), moet u meer dan één werknemerslijn maken. In dat geval moeten de gevraagde gegevens per werknemerslijn vermeld worden.

In essentie is de werknemerslijn het niveau waarop de socialezekerheidsbijdragen berekend worden. Dit betekent dat zelfs als de loon- en arbeidstijdgegevens tijdens het kwartaal verder opgesplitst moeten worden, de bijdragen worden berekend op het totaal van de lonen dat op een werknemerslijn betrekking heeft. De onderstaande gegevens moet u slechts eenmaal per werknemerslijn vermelden, ook als er voor die werknemerslijn verschillende tewerkstellingslijnen moeten worden gebruikt.

De werkgeverscategorie en het werknemerskengetal

De werkgeverscategorie-aanduiding wordt toegekend door de RSZ, en laat toe een onderscheid te maken tussen de werkgevers naargelang hun verplichtingen in functie van de bijzondere kenmerken die eigen zijn aan de uitgeoefende activiteit. In nagenoeg alle gevallen is dat omdat er andere bijdragepercentages van toepassing zijn (meestal sectorspecifieke bijdragen voor fondsen voor bestaanszekerheid). Meer uitleg over bepaalde specifieke werkgeverscategorieën vindt men onderaan.

Op basis van de werknemerskengetallen is het mogelijk te bepalen welke bijdragen voor de werknemer verschuldigd zijn. Daarom zijn er verschillende werknemerskengetallen voor bedienden, arbeiders, leerlingen, met fooien bezoldigden,...

Begin- en einddatum van het kwartaal

Het is de begindatum en de einddatum van het kwartaal, dus niet te verwarren met de begin- en einddatum van de tewerkstellingslijn. Deze datums hebben steeds betrekking op het volledige kwartaal. Dit betekent dat ook als de werknemer in de loop van het kwartaal in dienst treedt, als begindatum de begindatum van het kwartaal wordt opgegeven, en niet de datum waarop de werknemer in dienst trad.

De begin- en einddatum valt in de meeste gevallen samen met de eerste dag (01/01, 01/04, 01/07, 01/10) of de laatste dag (31/03, 30/06, 30/09, 31/12) van het burgerlijk kwartaal. Wanneer de periode gedekt door een loonbetaling niet samenvalt met de burgerlijke maand (bv. werknemers betaald per week, per vier weken,...) wordt onder begindatum verstaan de eerste dag van de betalingsperiode waarvan de sluitingsdatum in het burgerlijk kwartaal valt. Onder einddatum wordt in dat geval verstaan de laatste dag van de betalingsperiode die nog in het burgerlijk kwartaal valt. Als deze laatste dag echter onmiddellijk gevolgd wordt door één of meer gewone rustdagen, dan wordt de rustdag, indien het geen zondag is, in het kwartaal OPGENOMEN en wordt dat de einddatum.

Opgelet: in afwijking van deze regel eindigt het vierde kwartaal van het jaar steeds op 31 december, en begint het eerste kwartaal steeds op 1 januari.

De risicoklasse voor arbeidsongevallen

U vindt dit gegeven in uw verzekeringspolis. Het stelt uw verzekeraar in staat om de verschuldigde premie correct te berekenen. Het hoeft echter niet in alle gevallen ingevuld te worden, maar alleen indien de werknemer behoort tot een risicoklasse die afwijkt van de voornaamste activiteit van de werkgever en dit aanleiding heeft gegeven tot een afzonderlijke tariefzetting in de polis:

  • indien er in de arbeidsongevallenpolis van de onderneming voor een werknemerscategorie (bedienden/arbeiders) slechts één risicoklasse is voorzien, moet u het gegeven niet in de DmfA meedelen;
  • indien er in de polis voor één werknemerscategorie meerdere risicoklassen zijn voorzien (bijvoorbeeld sedentaire bedienden en vertegenwoordigers), moet u het gegeven voor elke werknemer meedelen.

Indien u een sportclub bent, moet u het gegeven steeds invullen voor elke sportbeoefenaar. Voor deze werknemerscategorie is het immers ook onontbeerlijk voor de berekening van het basisloon, indien er zich een arbeidsongeval voordoet.

Dit gegeven wordt meegedeeld op de eerste driemaandelijkse aangifte waarop de werknemer wordt aangegeven. Het moet niet herhaald worden op de aangiften voor de daaropvolgende kwartalen, tenzij de risicoklasse verandert. Voor werknemers die in een voorafgaand kwartaal in dienst zijn getreden, wordt het gegeven dus niet meegedeeld, tenzij de risicoklasse van de werknemer blijvend veranderde ten opzichte van de vroeger meegedeelde klasse. Er is evenwel geen bezwaar tegen dat dit gegeven toch ieder kwartaal wordt meegedeeld als dat voor de aangever eenvoudiger is.

Indien de werknemer in de loop van het kwartaal blijvend van risicoklasse verandert, dan geeft u de code weer die betrekking heeft op toestand van de werknemer op de laatste dag van het kwartaal, of op de laatste dag van tewerkstelling in de hoedanigheid van de betreffende werknemerslijn. De sedentaire arbeider die op werven gaat werken, zal dus gekend zijn als een " arbeider op werf". Een sedentaire arbeider die een sedentaire bediende wordt, zal gekend zijn als sedentaire arbeider voor de aangifte als arbeider en als sedentaire bediende voor de aangifte als bediende.

De volgende codes moeten worden gebruikt :

Arbeiders:

  • 001: Arbeider zonder verplaatsingen
    Arbeiders, gespecialiseerd of niet, die tijdens de werktijd de werkplaats (atelier, fabriek,...) niet verlaten, en die dus gebruik maken van de infrastructuur en de beveiligings- en preventiesystemen van de onderneming.
  • 002: Arbeider op de werf
    Arbeiders, gespecialiseerd of niet, die geen vaste plaats van tewerkstelling hebben, maar die werken bij derden of op werven.
  • 003: Huisbewaarders
    Personen van het type dienstbode, in dienst van private personen (voorbeeld: appartementsgebouw) of van ondernemingen, en die meestal diverse voordelen zoals woonst, verwarming, verlichting,..., genieten.
  • 004: Schoonmaak- en onderhoudspersoneel
    Personeelsleden van de onderneming die zich bezighouden met het kuisen van de bureaus, industriële lokalen, ateliers,..., of met het onderhoud en herstel van het materiaal, de industriële installaties, het sanitair,...
  • 005: Keukenpersoneel
    Personeel van de onderneming dat werkt in het bedrijfsrestaurant (koken, bedienen, afwassen,...). Niet gebruiken voor HORECA-ondernemingen.
  • 006: Chauffeur
    Personeelsleden van de onderneming die niet rechtstreeks deelnemen aan het sociaal doel van de onderneming, en die belast zijn met het vervoer of de levering van grondstoffen, (half) afgewerkte producten of personen.

Bedienden:

  • 401: Bediende zonder verplaatsingen
    Bedienden die tijdens de werktijd hun werkplaats nooit verlaten voor beroepsdoeleinden.
  • 402: Bediende met occasionele opdrachten buiten de onderneming. Personen die bepaalde, niet repetitieve, taken buiten de onderneming vervullen (maximum 10% van de werktijd)
  • 403: Bediende met regelmatige opdrachten buiten de onderneming
    Personen die regelmatig taken buiten de onderneming vervullen (11 tot 50% van de werktijd)
  • 404: Vertegenwoordiger, reizend personeel, loopjongen
    Personen die voor het grootste deel (>50%) hun werk buiten hun onderneming of hun woonplaats uitvoeren. Meestal gaat het om commerciële of technisch-commerciële functies, maar ook om loopjongens, inspecteurs, verzorgers van zieken en bejaarden bij de patiënt thuis,....
  • 405: Bediende die manueel werk verricht
    Personen met het statuut van bediende die voor een belangrijk deel werk doen dat van manuele aard is (bv. bepaalde beenhouwers in grootwarenhuizen).
  • 406: Thuiswerkende bediende
    Sedentaire bedienden die hun beroep bij zich thuis uitoefenen (dikwijls met een telefoon- of informaticaverbinding met hun werkgever) en voor wie dus het risico ongeval op weg naar en van het werk niet bestaat.
  • 407: Verplegend personeel
    Artsen, verple(e)g(st)ers, hulpverple(e)g(st)ers, ambulanciers, ...
  • 408: Verkoper
    Sedentair personeel met een commerciële functie, meestal betaald met een vast loon en een commissieloon.
  • 409: Voetballer onderworpen aan het statuut van betaalde sportbeoefenaar.
  • 410: Voetballer niet onderworpen aan het statuut van betaalde sportbeoefenaar
    met een vaste jaarwedde van 1239,47 EUR of meer.
  • 411: Voetballer niet onderworpen aan het statuut van betaalde sportbeoefenaar
    met een vaste jaarwedde van minder dan 1239,47 EUR.
  • 412: Andere sportbeoefenaar dan voetballer.

De notie grensarbeider

Deze zone alleen invullen indien de werknemer het fiscale statuut heeft van grensarbeider. Dit is onder andere belangrijk omdat de vakantiekassen voor grensarbeiders geen bedrijfsvoorheffing inhouden op het vakantiegeld.

Vanaf 2004 kunnen alleen nog arbeiders die in de Franse grensstreek wonen, de hoedanigheid hebben van 'grensarbeider'. Alleen zij kunnen nog worden vrijgesteld van de bedrijfsvoorheffing op hun vakantiegeld in België en hun belastingen betalen in het land waar zij wonen. Voor arbeiders die in de Franse grensstreek wonen, moet bijgevolg de zone "grensarbeider" van de werknemerslijn worden ingevuld, voor zover zij beantwoorden aan de voorwaarden vereist door de FOD Financiën. De vermelding niet meer aanbrengen indien de werknemer niet langer het statuut van grensarbeider heeft (bijvoorbeeld indien de werknemer verhuist uit de grensstreek). Ook bedienden kunnen het statuut 'grensarbeider' hebben en als dusdanig worden aangeduid.

Telkens wanneer een grensarbeider voor het eerst met de vermelding 'grensarbeider' in de DmfA wordt aangegeven, moet een formulier 276 F (ingevuld door de werknemer, de werkgever en de Franse fiscale administratie) worden bezorgd aan de bevoegde vakantiekas.

Bijkomende informatie 1

Bijkomende informatie - Creatie, aanpassing of schrapping van categorieën

Categorieën 069-169: aanpassing

Tot 31/12/2017 was het Paritair Comité voor het Huiden- en lederbedrijf en vervangingsproducten onderverdeeld in verschillende subcomités:

  • 128.01: Paritair Subcomité voor de leerlooierij en de handel in ruwe huiden en vellen
  • 128.02: Paritair Subcomité voor de schoeiselindustrie, de laarzenmakers en de maatwerkers
  • 128.03: Paritair Subcomité voor het marokijnwerk en de handschoennijverheid
  • 128.05: Paritair Subcomité voor de zadelmakerij, de vervaardiging van riemen en industriële artikelen in leder

Vanaf 1 januari 2018 worden deze subcomités geschrapt en overgeheveld naar PC 128.

De CAO van 6/9/2017 creëert een nieuw "Fonds voor het huiden- en lederbedrijf en vervangingsproducten" die de verschillende bestaande fondsen in de subcomités opvolgt.

Vanaf het jaar 2018 is de RSZ belast met de inning van de bijdragen voor dit FBZ en die bedragen

  • 1,65% voor de werkgevers van de schoeiselindustrie
  • 0,80% voor de andere werkgevers van PC 128

De reeds bestaande categorieën 069 en 169 blijven behouden, maar worden als volgt geherdefinieerd:

- cat 069: voor de werkgevers van de schoeiselindustrie (ex subpc 128.02)

                (PC 200 - voorzien voor de bedienden)

 - cat 169: voor alle andere werkgevers die afhangen van PC 128 (ex subpc 128.01, 128.03, 128.05)

                (PC 201 - detailhandel,voorzien voor de bedienden)

Als het PC voorzien voor de bedienden niet van toepassing is bij een werkgever, moet voor de bedienden een bijkomende categorie aangevraagd worden bij de dienst Identificatie.

 

Categorieën 105, 205, 305 en 405: creatie

Vanaf 1/1/2018 werden nieuwe categorieën gecreëerd met het oog op de integratie van  de zeevarenden, die voorheen werden aangegeven bij de Hulp- en Voorzorgskas voor Zeevarenden (HVKZ), in de DmfA.

  • categorie 105: voor reders die varend personeel tewerkstellen in de koopvaardij (PC 316)
  • categorie 205: voor reders die varend personeel tewerkstellen in de baggerwerken (PC 316)
  • categorie 305: voor reders die varend personeel tewerkstellen in de zeesleepvaart (PC 316)
  • categorie 405: categorie uitsluitend voorbehouden voor de aangifte van de vakantiedagen opgenomen door de zeevarenden (PC 316)