Personeelscategorieën van de overheidssector
Dit gegeven is onontbeerlijk. Het moet dus in elke lijn van de gegevens van de tewerkstelling met betrekking tot de overheidssector worden opgenomen.
De categorie van het overheidspersoneel levert een essentieel element voor de berekening van het pensioen in de overheidssector: het tantième.
Het tantième is de noemer van de loopbaanbreuk die, wanneer zij met de referentiewedde vermenigvuldigd wordt, in het bedrag van het pensioen resulteert.
De pensioenstelsels van de overheidssector hebben een tiental verschillende tantièmes, waarvan de meeste lokale en provinciale besturen er slechts enkele kunnen gebruiken. Bij een provinciaal of plaatselijk bestuur zijn de meest voorkomende tantièmes 1/60 en 1/50, maar voor een lid van een personeelscategorie die een tantième geniet dat in een bijzondere regeling wordt bepaald, kan ook het tantième 1/55 van toepassing zijn.
Bij wijze van overgangsmaatregel zijn bij bepaalde werkgevers ook de tantièmes 1/40 en 1/45 nog mogelijk.
Bovendien voorzien sommige specifieke wetgevingen voor eenzelfde personeelscategorie, in een combinatie van verschillende tantièmes per schijf van gepresteerde dienstjaren . In dit geval spreekt men van meerdere tantièmes.
Aan elke tantième en aan elke combinatie van meerdere tantièmes werd een code toegekend. Elke code beschrijft de personeelscategorie(ën) waarvoor de wettelijke of reglementaire pensioenbepalingen voorzien dat de dienstjaren naar rata van het overeenkomstige tantième in aanmerking genomen worden.
In totaal bestaat de nomenclatuur van de categorieën van overheidspersoneel uit 14 codes die opgenomen zijn in de gestructureeerde bijlage 43 op de portaalsite van de sociale zekerheid..
De meest gebruikelijke tantièmes zijn van toepassing op talrijke personeelscategorieën. De beschrijvingen die ermee overeenstemmen, kunnen dus vrij lang zijn.
U moet de code kiezen die overeenstemt met de personeelscategorieën waartoe de werknemer die u aangeeft, behoort. Het tantième dat op deze categorieën van toepassing is, werd evenwel ter informatie aangeduid.
Bepaalde pensioenstelsels bevatten bijzondere (overgangs)bepalingen, krachtens dewelke bepaalde werknemers die op een bepaalde datum tewerkgesteld waren, een bijzonder tantième genieten. Hoewel ze meestal tot dezelfde personeelscategorieën behoren als hun collega’s die deze overgangsbepalingen niet genieten, moet u deze werknemers aangeven door middel van de code waarmee het bijzonder tantième dat op hen van toepassing is, overeenstemt. Elke andere werkwijze zou de sociaal verzekerde op het moment van de berekening van zijn rustpensioen immers kunnen benadelen.
De categorie van het overheidspersoneel is een stabiel gegeven. Werknemers die tot deze categorie behoren, zullen zelden van categorie veranderen.
Indien dit geval zich echter voordoet, moet u een nieuwe lijn van de gegevens van de tewerkstelling met betrekking tot de overheidssector aanmaken.
Het gebruik van de codes voor de categorieën van overheidspersoneel zal aan de hand van een referentiesysteem gecontroleerd worden. Dit referentiesysteem is een tabel die voor elke werkgever, die de gegevens van de tewerkstelling met betrekking tot de overheidssector moet aanvullen, de code(s) bevat voor de categorieën van overheidspersoneel die hij mag gebruiken.
1. Bijzonder geval: de notie ‘betrekking in actieve dienst’
De titularissen van een functie die opgenomen is in de tabel die bij de algemene wet van 21 juli 1844 op de burgerlijke en kerkelijke pensioenen gevoegd is, genieten, indien ze in « actieve dienst » zijn, een voordeliger tantième bij het in aanmerking nemen van hun diensten (1/50 per jaar in plaats van 1/60). Deze werknemers zijn opgenomen in de categorieën die het tantième 1/50 genieten en moeten worden aangegeven door middel van de code die met dit tantième overeenstemt (code 4), en dit zolang ze titularis van de betrokken functie blijven. Voor deze werknemers bepaalt het gegeven dat u in de zone « aard van de dienst » vermeldt, of zij al dan niet in « actieve dienst » zijn, en bijgevolg of zij al dan niet op het gunstiger tantième recht hebben.
2. Verduidelijking in verband met het onderwijspersoneel
De categorie « personeelslid van het onderwijs (uitgezonderd arbeiders) » is slechts van toepassing op de personeelsleden van het niet-universitair onderwijs die een wedde (gemeenschapsonderwijs) of een weddetoelage (gesubsidieerd onderwijs ) ontvangen die door een Gemeenschap betaald wordt. Enkel deze personen kunnen aanspraak maken op het tantième 1/55 (code 3) voor de diensten die zij in het onderwijs gepresteerd hebben.
De personeelsleden van het niet gesubsidieerd officieel onderwijs die rechtstreeks bezoldigd worden door de overheid (gemeente, provincie …) die hen tewerkstelt, worden inzake pensioenen met administratieve personeelsleden gelijkgesteld. De diensten die deze personeelsleden in het gemeentelijk of provinciaal onderwijs gepresteerd hebben, worden immers volgens het tantième 1/60 in aanmerking genomen. Bijgevolg moeten deze werknemers als administratief personeel worden aangegeven door middel van de code die voor deze categorie voorzien is (code 1).
3. Verduidelijking in verband met de beroepsbrandweerlieden
Vier criteria moeten tegelijkertijd en cumulatief vervuld zijn opdat een vast benoemde brandweerman van een hulpverleningszone zou kunnen genieten van het preferentieel tantième 1/50 en met de waarde “4” mag vermeld worden in de zone 962 van de DmfA van de provinciale en plaatselijke besturen:
- het betreft een beroepsbrandweerman (die desgevallend ook de hoedanigheid heeft van beroepsambulancier);
- die behoort tot het operationeel personeel;
- die zich in de administratieve stand dienstactiviteit bevindt;
- die rechtstreeks deelneemt aan de brandbestrijding.