Persoonlijke assistenten
Vanaf 1 januari 2005 voorziet de socialezekerheidswetgeving expliciet dat personen die arbeid verrichten in het kader van het 'persoonlijke-assistentiebudget' in een situatie waar van een arbeidsovereenkomst geen sprake kan zijn, onder bepaalde voorwaarden onder toepassing van het socialezekerheidsstelsel voor loontrekkenden vallen. In het kader van de vernieuwde regelgeving rond persoonsvolgende financiering in de Vlaamse Gemeenschap werd dit uitgebreid tot het 'budget voor niet-rechtstreeks toegankelijke zorg'.
Het gaat om volgende personen:
- De personen die arbeid verrichten als persoonlijke assistent ten voordele van een familielid dat tot de tweede graad verwant is of van een persoon die deel uitmaakt van hun gezin en geniet van een persoonlijk assistentiebudget, evenals de personen die houder zijn van het persoonlijk assistentiebudget, toegekend door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, die hen bezoldigen.
- De personen die in het kader van de persoonsvolgende financiering voor personen met een handicap, arbeid verrichten op basis van een overeenkomst waarbij wordt voorzien in het verlenen van zorg en ondersteuning in een één-op-één-relatie met de persoon met een handicap of aan verschillende personen met een handicap die op hetzelfde adres wonen en tot hetzelfde gezin behoren, ten voordele van een familielid dat tot de tweede graad verwant is of van een persoon die deel uitmaakt van hun gezin en geniet van een budget voor niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning, evenals de personen die houder zijn van dit budget voor niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning, toegekend door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, die hen bezoldigen.