Het portaal van de sociale zekerheid gebruikt cookies om de site gebruiksvriendelijker te maken.

Meer weten × Doorgaan

Vers le contenu de cette page

Regularisatie ontslag openbare sector

Krachtens wettelijke bepalingen inzake sociale zekerheid, is de toepassing van de wet voor sommige personen beperkt tot bepaalde regelingen van de sociale zekerheid. Deze personen hebben daarom over het algemeen geen recht op de voordelen van de stelsels waarvoor noch hun werkgever, noch zijzelf bijdragen betalen. Deze situatie betreft voornamelijk het statutair personeel in de overheidssector (in de brede zin van het woord) en het statutair onderwijzend personeel.

Een bijzondere regeling van onderwerping voorziet dat deze personen in geval van ontslag, onder bepaalde voorwaarden, toch recht hebben op werkloosheidsuitkeringen en uitkeringen van de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering.

Betrokken werkgevers

De betrokken werkgevers zijn essentieel de overheidsdiensten en de publiekrechtelijke instellingen. Bepaalde andere werkgeverscategorieën zijn voor de hierna besproken bepalingen gelijkgesteld met openbare diensten.

Bepaalde van deze werkgevers stellen personeelsleden tewerk die door een andere openbare dienst worden aangegeven (Persopoint voor de statutaire ambtenaren van de FOD's, de Gemeenschappen voor statutaire leerkrachten,...). De regularisatie voor ontslagen personeelsleden gebeurt steeds door hun eigenlijke werkgever.

Betrokken werknemers

Deze reglementering geldt voor de statutaire personeelsleden:

  • van wie de arbeidsverhouding in een overheidsdienst of in een andere publiekrechtelijke instelling een einde neemt, omdat zij eenzijdig wordt verbroken door de overheid of omdat de benoemingsakte wordt vernietigd, ingetrokken, opgeheven of niet hernieuwd en die,
  • omwille van hun arbeidsverhouding, inzake sociale zekerheid niet gedekt zijn door de stelsels van de werkloosheid en van de ziekte- en invaliditeitsverzekering (sector van de uitkeringen).

Bovendien zijn gelijkgesteld met personen tewerkgesteld in een overheidsdienst of een publiekrechtelijke instelling:

  • de personeelsleden van de onderwijsinstellingen georganiseerd door natuurlijke personen of privaatrechtelijke rechtspersonen, voor zover zij een weddetoelage of een loon genieten van een Gemeenschap of van een Gemeenschapscommissie;
  • de leden van het academisch personeel van de instellingen voor universitair onderwijs opgericht door natuurlijke personen of privaatrechtelijke rechtspersonen erkend door een Gemeenschap;
  • de personeelsleden van de diensten voor school- en beroepsoriëntering, van de psycho-medisch-sociale centra en van de pedagogische begeleidingsdiensten, opgericht door natuurlijke personen of privaatrechtelijke rechtspersonen, voor zover zij een weddetoelage genieten ten laste van een Gemeenschap of van een Gemeenschapscommissie;
  • de bedienaars van de katholieke, protestantse, orthodoxe, anglicaanse, Israëlitische erediensten, de imams van de islamitische eredienst en de afgevaardigden van de Centrale Vrijzinnige Raad;
  • de Commissaris-generaal voor de vluchtelingen en staatlozen, zijn adjuncten alsook de vaste voorzitters en assessoren van de Vaste Beroepscommissie voor Vluchtelingen;
  • de leden van de ombudsdienst van de autonome overheidsbedrijven bedoeld bij artikel 44 van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven;
  • de Adviseur-generaal en de Adjunct-adviseur-generaal van de Dienst voor Strafrechtelijk Beleid;
  • de Vaste Secretaris voor het Preventiebeleid en de Adjunct-secretarissen.

Zijn echter niet betrokken, de personen:

  • die de arbeidsverhouding in een overheidsdienst slechts uitoefenen naast een andere activiteit waarvoor ze wel onderworpen zijn aan de regelingen inzake arbeidsvoorziening en werkloosheid en de ziekte- en invaliditeitsverzekering (afgekort ZIV), sector uitkeringen;
  • die de pensioengerechtigde leeftijd bereikt hebben of die worden ontslagen met onmiddellijk ingaand recht op pensioen;
  • die zelf ontslag nemen;
  • die de Krijgsmacht tewerkstelt.

Voor bepaalde militairen van de Krijgsmacht die naar het burgerleven terugkeren, geldt eenzelfde systeem, maar dan op basis van een andere wettelijke bepaling.

De sociale dekking van de betrokkenen moet enkel geregulariseerd worden wanneer deze personen, binnen de 30 dagen na het beëindigen van de dienstbetrekking, hetzij:

  • de hoedanigheid hebben verkregen van werknemer die onderworpen is aan de socialezekerheidswetgeving der loonarbeiders, der mijnwerkers of der zeelieden ter koopvaardij;
  • zich als werkzoekende hebben laten inschrijven bij een subregionale tewerkstellingsdienst;
  • bewijzen dat zij arbeidsongeschikt waren of zich in moederschapsrust bevonden, overeenkomstig de wetgeving inzake ziekte en invaliditeit.

Procedure voor de regularisatie

De regularisatie gebeurt door de storting aan de RSZ van de bijdragen voor het werkloosheidsstelsel en het stelsel van de ZIV. Deze bijdragen, berekend op basis van de laatste activiteitswedde, dienen de noodzakelijke periode te dekken zodat de betrokkene de sociale voordelen kan genieten die door de beide stelsels worden toegekend, met name:

  • voor het stelsel van de ZIV, sector uitkeringen: 12 maanden;
  • voor het werkloosheidsstelsel: naargelang van de leeftijd, het aantal vereiste arbeidsdagen (in het stelsel van zes dagen per week) om recht te hebben op werkloosheidsuitkeringen.

De toepasselijke bijdragepercentages zijn deze van het kwartaal waarin de arbeidsverhouding verbroken wordt. De bijdragen voor het werkloosheidsstelsel zijn vastgesteld op 2,33 % (1,46 + 0,87) en deze voor de ZIV, sector uitkeringen, op 3,50 % (1,15 + 2,35).

Voorbeeld: Een vastbenoemde beambte van een instelling van openbaar nut wordt op 1 februari 2017 ontslagen. Hij is 31 jaar oud en zijn maandelijkse brutowedde bedraagt 2.225,00 EUR. Binnen de 30 dagen schrijft hij zich als werkzoekende in en vraagt werkloosheidsuitkeringen te genieten. Zijn sociale toestand wordt geregulariseerd door de storting van de volgende bijdragen:

  • 12 maanden bijdragen aan het ZIV-stelsel, enkel voor de sector uitkeringen, hetzij:
    (12 x 2.225,00 EUR) x 3,50 % = 934,50 EUR;
  • 12 maanden bijdragen voor het werkloosheidsstelsel, hetzij:
    (12 x 2.225,00 EUR) x 2,33 % = 622,11 EUR.

De werknemersbijdragen vallen in principe ten laste van de werkgever. Wanneer echter, krachtens het statuut dat op de betrokkene toepasselijk is, het verbreken van de arbeidsverhouding aanleiding geeft tot het storten van een premie, toelage of vergoeding wegens ontslag of tot een na te komen opzeggingstermijn, zijn de werknemersbijdragen slechts ten laste van de werkgever, indien zij de bijdragen overtreffen die ingehouden kunnen worden op de bedragen die toegekend zijn of op de wedden die gestort worden tijdens de eventuele opzeggingstermijn.

Opmerkingen:

  • De laatste activiteitswedde is de wedde van de betrokkene op het ogenblik van het verbreken van de arbeidsverhouding. Zij bestaat uit de baremieke wedde, vermeerderd met de aan socialezekerheidsbijdragen onderworpen premies, toelagen of vergoedingen die op de maand betrekking hebben (geen eindejaarspremie). Zo nodig wordt deze wedde aangepast aan de wedde van een voltijdse betrekking.
  • De duur van de in aanmerking te nemen periodes (voor elk van beide stelsels) mag in geen geval groter zijn dan de duur van de periode waarin de arbeidsverhouding bestaan heeft. Wanneer, wat het stelsel van de ZIV betreft, de duur van de arbeidsverhouding geen 12 maanden bedraagt, en deze verbroken werd in de loop van een kalendermaand, wordt de basis voor de berekening van de bijdragen voor de ZIV als volgt berekend:
    (maandelijkse wedde x aantal kalenderdagen)/30
  • Als de beslissing die een einde maakte aan de arbeidsverhouding, vernietigd of ingetrokken wordt, zal de RSZ enkel de werknemersbijdragen terugbetalen aan diegene door wie zij ten laste werden genomen. De werkgeversbijdragen worden in geen geval terugbetaald.

Te vervullen formaliteiten

Een Dimona-OUT moet onmiddellijk na het beëindigen van de arbeidsverhouding ingediend worden.

De DmfA-aangifte moet ingevuld worden volgens specifieke regels.

De werkgever die bij deze regularisatie moeilijkheden ondervindt, kan de RSZ verzoeken de berekening in hun plaats de doen. Daartoe moet hij alle noodzakelijke inlichtingen mededelen:

  • het Rijksregisternummer of bisnummer van de betrokken werknemer;
  • de laatste activiteitswedde;
  • de leeftijd op het moment van het ontslag;
  • de datum van indiensttreding en de ingangsdatum van de benoeming;
  • de datum van het ontslag van het betrokken personeelslid.

 De werkgever overhandigt (of bezorgt met een aangetekend schrijven) op de laatste activiteitsdag aan de betrokkene:

  • alle door de socialezekerheidswetgeving vereiste documenten;
  • een attest van ontslag;
  • een bericht met de formaliteiten die de ontslagen statutair moet vervullen.