Basisbijdrage fonds sluiting ondernemingen
Oorspronkelijk werd het Fonds tot Vergoeding van de in Geval van Sluiting van Ondernemingen Ontslagen Werknemers (hierna Fonds voor Sluiting van Ondernemingen genoemd ) opgericht om tussen te komen wanneer een werkgever zijn verplichtingen ten opzichte van zijn werknemers niet meer naleeft (in het algemeen bij faillissement). Tot 2008 werd deze tussenkomst gefinancierd door bijdragen ten laste van werkgevers met een handels- of industriële finaliteit.
Vanaf het 2e kwartaal 2008 zijn ook de werkgevers van de niet-commerciële sector, conform de wet van 26 juni 2002 betreffende de sluiting van ondernemingen, een basisbijdrage voor het Fonds voor sluiting van ondernemingen verschuldigd. Dit betekent dat nog slechts een aantal werkgevers de basisbijdrage FSO niet verschuldigd zijn.
Werkgevers met een industrieel of commercieel doel
Betrokken werkgevers en werknemers
Alle werkgevers (natuurlijke of rechtspersoon) die een onderneming uitbaten met een handels- of industriële finaliteit, zijn deze bijdrage verschuldigd voor AL hun werknemers die aan de Belgische sociale zekerheid onderworpen zijn (arbeiders, bedienden, leerlingen en leerplichtigen,...). De autonome overheidsbedrijven bedoeld in artikel 1, § 4 van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, worden eveneens geacht een "onderneming" uit te baten met een handels- of industriële finaliteit maar zijn de basisbijdrage FSO enkel verschuldigd voor hun contractueel personeel.
Buitenlandse werkgevers van een land van de Europese Unie, met of zonder exploitatiezetel in België, zijn nu eveneens de basisbijdrage FSO verschuldigd voor al hun werknemers die aan de Belgische sociale zekerheid onderworpen zijn.
Buitenlandse werkgevers van buiten de Europese Unie zijn deze bijdrage enkel verschuldigd als zij een Belgische exploitatiezetel hebben en dan voor al hun werknemers onderworpen aan de Belgische sociale zekerheid.
De bijdrage wordt niet geïnd voor de werknemers voor wie louter een bijzondere bijdrage verschuldigd is (studenten voor wie enkel de solidariteitsbijdrage verschuldigd is, werknemers die genieten van het STW of SWAV, ...).
Bedrag van de bijdrage
Te vervullen formaliteiten
Er zijn geen bijzondere formaliteiten na te leven.
De RSZ verwerkt de bijdrage op basis van een FSO-code, die aan iedere werkgever wordt toegekend in functie van zijn eigenschappen (grote bijdrage commerciële werkgevers/kleine bijdrage commerciële werkgevers/bijdrage niet-commerciële werkgevers/geen bijdrage verschuldigd). De FSO-code wordt toegekend op basis van de rechtsvorm en/of van de werkgeverscategorie. Het is dus niet de categorie die determineert welke bijdrage verschuldigd is, maar ze kan wel een goede oriëntatie geven om uit te maken of het gaat om een commerciële of niet-commerciële werkgever.
Werkgevers die menen dat de RSZ voor hen een verkeerde FSO-codering toepast, kunnen hun redenen schriftelijk laten kennen aan de Directie Identificatie van de RSZ.
Werkgevers zonder industrieel of commercieel doel
Betrokken werkgevers en werknemers
Vanaf het 2e kwartaal 2008 zijn ook de werkgevers die geen handels- of industriële finaliteit hebben een basisbijdrage voor het Fonds voor sluiting van ondernemingen verschuldigd.
Het betreft werkgevers van de private sector die tot één van de volgende categorieën behoren:
- verenigingen zonder winstoogmerk;
- internationale verenigingen zonder winstoogmerk;
- instellingen of stichtingen van openbaar nut;
- feitelijke verenigingen zonder handels- of industriële finaliteit;
- vennootschappen met een sociaal oogmerk waarvan de statuten bepalen dat de vennoten geen enkel vermogensvoordeel nastreven;
- ziekenfondsen of landsbonden van ziekenfondsen;
- beroepsverenigingen;
- burgerlijke vennootschappen;
- vrije beroepen (een vrij beroep wordt gedefinieerd als elke zelfstandige beroepsactiviteit, die dienstverlening of levering van goederen omvat welke geen daad van koophandel of ambachtsbedrijvigheid is, zoals bedoeld in de wet van 18 maart 1965 op het ambachtsregister en die niet bedoeld wordt in de wet van 14 juli 1991 op de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument, met uitsluiting van de landbouwbedrijvigheden en de veeteelt. We merken op dat deze definitie ruimer is dan de definitie van vrij beroep in het kader van de herverdeling der sociale lasten. Dit betekent dat niet alle werkgevers die vallen onder de definitie 'vrij beroep' in het kader van de FSO-wetgeving deelnemen aan de herverdeling sociale lasten.)
Buitenlandse werkgevers die behoren tot de niet-commerciële sector, zijn deze bijdrage niet verschuldigd.
De openbare sector (zowel Belgisch als internationaal) blijft eveneens uitgesloten van de basisbijdrage FSO voor de niet-commerciële sector. Het gaat hier om de openbare sector in de ruime betekenis van het woord, dus zowel Federale overheidsdiensten, Gemeenschappen en Gewesten,openbare instellingen ... als bv. de kerkfabrieken en sociale huisvestingsmaatschappijen.
De bijdrage is verschuldigd voor alle werknemers (arbeiders, bedienden, gesubsidieerde contractuelen, leerlingen en leerplichtingen, ...). Ze wordt niet geïnd voor de werknemers voor wie louter een bijzondere bijdrage verschuldigd is (studenten voor wie enkel de solidariteitsbijdrage verschuldigd is, werknemers die genieten van het STW of SWAV, ...) en evenmin voor de dienstboden en het ander huispersoneel (al dan niet onderworpen aan de sociale zekerheid).
Bedrag van de bijdrage
Te vervullen formaliteiten
Er zijn geen bijzondere formaliteiten na te leven.
De RSZ verwerkt de bijdrage op basis van een FSO-code, die aan iedere werkgever wordt toegekend in functie van zijn eigenschappen (grote bijdrage commerciële werkgevers/kleine bijdrage commerciële werkgevers/bijdrage niet-commerciële werkgevers/geen bijdrage verschuldigd). De FSO-code wordt toegekend op basis van de rechtsvorm en/of van de werkgeverscategorie. Het is dus niet de categorie die determineert welke bijdrage verschuldigd is, maar ze kan wel een goede oriëntatie geven om uit te maken of het gaat om een commerciële of niet-commerciële werkgever.
Werkgevers die menen dat de RSZ voor hen een verkeerde FSO-codering toepast, kunnen hun redenen schriftelijk laten kennen aan de Directie Identificatie van de RSZ.
Bijkomende informatie 1
Bijkomende informatie - Basisbijdrage voor FSO
FSO-codes toegekend aan werkgevers:
-
C: Werkgevers met een handels- of industriële finaliteit die de basisbijdrage FSO verschuldigd zijn
-
B: Werkgevers zonder een handels- of industriële finaliteit die de basisbijdrage FSO verschuldigd zijn
-
N: Werkgevers uitgesloten van de FSO-bijdragen in een bijdrageplichtige categorie
-
O: Werkgever met een categorie die uitgesloten is uit het toepassingsgebied van de FSO-bijdrage
In DMFA wordt de basisbijdrage FSO aangegeven per werknemerslijn in het blok 90001 “Bijdrage verschuldigd voor de werknemerslijn” met volgende werknemerskengetallen:
Belangrijkheidscode | Werknemerskengetal | Type | Werknemers |
---|---|---|---|
≤ 3 | 809 | 0 | Met loon-matigingsbijdrage |
≤ 3 | 809 | 2 | Zonder loon- |
≥ 4 | 809 | 4 | Zonder loon-matigingsbijdrage of GESCO of vervangers in de openbare sector |
≥ 4 | 809 | 5 | Met loon- |
Alles | 809 | 6 | Speciale bijdragen |
Alles | 809 | 8 | Bijdrage niet verschuldig (zeevarenden) |
Werknemerskengetal | Type | Werknemers |
---|---|---|
811 | 0 | Met loon-matigingsbijdrage |
811 | 2 | Zonder loon- |
De berekeningsbasis moet vermeld worden.
Als DMFA wordt ingediend via web wordt deze bijdrage automatisch aangerekend voor de werknemers voor wie ze verschuldigd is.