Het portaal van de sociale zekerheid gebruikt cookies om de site gebruiksvriendelijker te maken.

Meer weten × Doorgaan

Vers le contenu de cette page

Bedrag baremieke wedde

Dit gegeven is onmisbaar. Het moet dus voorkomen op elke lijn van de baremieke wedde.

Het bedrag van de baremieke wedde is een jaarlijks bedrag, uitgedrukt aan de spilindex van 138,01van kracht in de overheidsfunctie. Het gaat dus om een niet-geïndexeerd bedrag.

Hij moet in elk geval samenvallen met het bedrag van de trap dat overeenstemt met de geldelijke anciënniteit in de weddeschaal van toepassing tijdens de aangegeven periode.

Volgende elementen moeten dus nog steeds overeenstemmen:

  • begindatum en, indien van toepassing, einddatum van de baremieke wedde;
  • datum van ranginneming in de geldelijke anciënniteit;
  • referentie van de weddeschaal;
  • bedrag van de baremieke wedde.

Daar volgt ook uit dat het bedrag van de baremawedde steeds overeenstemt met een volledige wedde voor een functie met volledige opdracht (voltijds), zelfs wanneer de werknemer een functie met onvolledige opdracht vervult (deeltijds of voltijds met beperkte opdracht).

Wanneer de werknemer een andere bezoldiging ontvangt dan zijn activiteitswedde (bv. wachtgeld bij disponibiliteit wegens ziekte) of geen enkele bezoldiging meer ontvangt van zijn werkgever en toch een arbeidsrelatie met hem bewaart (bv. wanneer hij in verlof is voor volledige loopbaanonderbreking of langdurig afwezig om persoonlijke redenen), moet het aan te geven weddebedrag het bedrag zijn dat de werkgever zou ontvangen indien hij in dienst gebleven zou zijn.

Wanneer de werknemer opnieuw in dienst treedt na een periode waarin hij zijn recht op weddeverhoging verloren is (omdat hij bv. non-actief was), dan dient de geldelijke anciënniteit opnieuw berekend te worden om het weddebedrag vast te stellen dat aan hem betaald moet worden.

In zulk geval ligt het nieuwe bedrag dat overeenstemt met de nieuwe datum van ranginneming aan te geven op de nieuwe aan te maken lijn van de baremieke wedde lager dan het bedrag van de baremieke wedde aangegeven tijdens de periode van afwezigheid, omdat tijdens die periode van afwezigheid het bedrag en de anciënniteit fictief bleven evolueren.

Deze ogenschijnlijk paradoxale situatie is volledig conform de aangiftewijze van de baremieke wedde die, ter herinnering, gelijkwaardig moet zijn met de behoeften inzake pensioen voor de overheidssector.

Elke verandering in het bedrag van de wedde, of die nu voortvloeit uit een verandering binnen dezelfde weddeschaal of het gevolg is van het toekennen van een nieuwe weddeschaal, moet het voorwerp uitmaken van een nieuwe lijn van de baremieke wedde.

 

Aanpassing ingevolge het Koninklijk Besluit van 25 oktober 2013 (enkel personeel van het federaal niveau)

Conform het bepaalde in Titel III – Overgangsmaatregelen ten voordele van de personeelsleden in functie bij de inwerkingtreding van dit besluit (artikel 35 en volgende) van het KB van 25 oktober 2013 betreffende de geldelijke loopbaan van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt (BS 14 november 2013 - eerste editie), de verloning van de personeelsleden in dienst vóór 1 januari 2014 en die verloond werden op basis van een oude weddeschaal (onder andere Copernicus) zal bestaan uit 3 afzonderlijke bezoldigingselementen vanaf 1 januari 2017:

  • de geblokkeerde oude weddeschaal;
  • een nieuwe verhoging verbonden aan de vooruitgang naar de hogere trap van de oude weddeschalen (artikel 48);
  • de eerste schaalbonificatie en de volgende schaalbonificaties (artikel 42 en 45).

De nieuwe verhoging verbonden aan de vooruitgang naar de hogere trap moet apart worden aangegeven in het blok weddebijslag. Idem voor de eerste schaalbonificatie en de volgende schaalbonificaties. ( toegekend onder voorwaarden).

Bovendien moet de som van de wedde verschuldigd overeenkomstig de geblokkeerde weddeschaal, de nieuweverhoging verbonden aan de vooruitgang naar de hogere trap van de oude weddeschalen, de eersteschaalbonificatie en de volgende bonificaties worden beperkt tot het maximum van de hoogste weddeschaal in de nieuwe loopbaan van de graad of de beschouwde klasse. Dit maximumbedrag wordt opgetrokken tot het bedrag van de laatste trap van de oude weddeschaal of oude specifieke weddeschaal wanneer hun hoogste trap hoger ligt dan het maximum van de hoogste weddeschaal inde nieuwe loopbaan van de graad of de beschouwde klasse, bijvoorbeeld de weddeschaal 22B (artikel 47).