Het portaal van de sociale zekerheid gebruikt cookies om de site gebruiksvriendelijker te maken.

Meer weten× Ik begrijp het

Ga naar hoofdinhoud

Leefloon, IGO en andere financiële hulp voor kwetsbare groepen

Als je niet genoeg hebt om rond te komen, kan je een uitkering of andere steun krijgen. Heb je geen recht op stempelgeld of een andere voorziening? Dan helpt het OCMW je.

Het OCMW helpt je als je op geen enkele andere manier meer aan een inkomen geraakt. Je krijgt dan praktische hulp en vaak een leefloon. Als je ouder bent en je komt niet rond met je pensioen, krijg je een inkomensgarantie voor ouderen (IGO). OCMW-hulp moet je aanvragen. Een IGO krijg je meestal vanzelf.

Als je niet genoeg hebt om van te leven, kan je een aanvraag om hulp indienen bij het OCMW van je gemeente.

Het OCMW geeft je niet altijd een leefloon. De opdracht van het OCMW is niet om jou een inkomen te geven, maar wel om je de kans te bieden om je eigen leven weer in handen te nemen en mee te draaien in de maatschappij (‘maatschappelijke integratie’). Als dat mogelijk is, helpt het OCMW je dus aan werk. Het geeft je pas een leefloon als laatste redmiddel, als je geen enkele andere bron van inkomsten hebt. Het OCMW kan je wel altijd helpen om de uitkeringen of maatregelen te krijgen waarop je recht hebt.

Het OCMW kan je deze hulp geven:

  • een inkomen – het leefloon,
  • de kans om met het OCMW een project uit te werken, sociaal of voor een job,
  • steun en bijstand van het OCMW om betaald werk te vinden, of om studies of een opleiding te volgen,
  • enzovoort.

Wat zijn de voorwaarden om OCMW-hulp te krijgen?

Er zijn vijf voorwaarden waaraan je moet voldoen op het moment dat je hulp aanvraagt:

  1. Je nationaliteit

    Je bent:

    • Belg,
    • (familie van) een onderdaan van een lidstaat van de EU en je hebt een verblijfsrecht van meer dan drie maanden,
    • ingeschreven in het bevolkingsregister als vreemdeling,
    • erkend vluchteling, of
    • staatloos.
  2. Je verblijfplaats

    Je woont in België en verblijft er legaal.

  3. Je leeftijd

    • Je bent meerderjarig (minstens 18 jaar oud), of
    • Je bent niet meerderjarig maar voldoet aan een van volgende voorwaarden: 
      • Je bent minderjarig en getrouwd (‘ontvoogd door het huwelijk’),
      • Je bent een ongehuwde minderjarige die een of meer kinderen ten laste heeft,
      • Je bent een minderjarige die zwanger is.
  4. Je bestaansmiddelen

    Je hebt niet genoeg inkomsten en je kunt zelf niet voor een inkomen zorgen.

    Als het OCMW je aanvraag verwerkt, onderzoekt het hoeveel geld of bezit je hebt. Het zal je vragen om meer uitleg te geven en documenten voor te leggen.

  5. Je bent bereid om te werken

    Je bent bereid om te werken en je kunt dat aantonen: 

    • je bent ingeschreven als werkzoekende,
    • je zoekt persoonlijk en regelmatig werk,
    • je bent positief als het OCMW je een job voorstelt,
    • je neemt deel aan een module voor het actief zoeken naar werk,
    • je volgt een aanvullende opleiding, enzovoort.

Kan je echt niet werken door je gezondheid of om andere redenen? Dan moet je dat aan het OCMW vertellen. Gezondheidsredenen zijn bijvoorbeeld: ernstige rugproblemen, zwangerschap, aan een ziekte lijden, enzovoort. De andere redenen (’billijkheidsredenen’) zijn bijvoorbeeld: studies volgen, een kind met een handicap hebben dat bijzondere aandacht verdient, in je eentje voor kleine kinderen zorgen, enzovoort.

Het OCMW zal beoordelen of de redenen die je geeft, volstaan.


Wie alle socialezekerheidsrechten uitgeput heeft, valt terug op een leefloon. Dat leefloon is gekoppeld aan een begeleidingstraject om uit je moeilijke situatie te geraken.

Aan welke voorwaarden moet je voldoen om een leefloon te krijgen?

Je moet voldoen aan de voorwaarden voor OCMW-hulp zoals ze hierboven beschreven staan (onder ‘Hulp vragen aan het OCMW’).

Hoe vraag je een leefloon aan?

  1. Neem contact op met het OCMW van de gemeente waar je woont of gewoonlijk verblijft. Zeg dat je een aanvraag voor een leefloon wil indienen.
  2. Een maatschappelijk werker gaat een gesprek met je aan om te achterhalen wat je precies nodig hebt.
  3. De maatschappelijk werker doet een sociaal onderzoek. Jij werkt daar actief aan mee.
  4. Het OCMW beslist of je een leefloon toegekend krijgt. Het is ook mogelijk dat het je een andere vorm van dienstverlening aanbiedt.
  5. Binnen de 3 maanden na de toekenning, maakt het OCMW afspraken met jou rond verdere begeleiding en maatschappelijke integratie. Dat heet een ‘geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie’ (GPMI).

Welke bewijzen moet je meebrengen?

Breng het volgende mee bij je bezoek aan het OCMW:

  • je identiteitskaart,
  • als je inkomsten hebt: bewijzen van jouw huidige inkomsten van jou en eventueel die van je gezinsleden, en
  • een overzicht van je spaargeld, als je dat hebt.

Hoeveel bedraagt een leefloon?

De wet bepaalt hoeveel leefloon je iedere maand kan krijgen:

  • Categorie 1: Je leeft samen met één of meer personen waarmee je je huishouden samen regelt = bedrag voor een samenwonende.
  • Categorie 2: Je leeft alleen = bedrag voor een alleenstaande.
  • Categorie 3: Je hebt een gezin ten laste met minstens één minderjarig ongehuwd kind. 

Je vindt de tabel met bedragen op de site van de POD MI.


Instellingen

Wanneer je een aanvraag indient voor een leefloon of een andere sociale uitkering, kan de behandeling van die aanvraag veel tijd in beslag nemen. Je krijgt dus niet van de ene dag op de andere de som geld waarop je recht hebt. Het OCMW kan je een voorschot geven om de periode te overbruggen die de instelling die je aanvraag behandelt, nodig heeft om een uitspraak te doen over je dossier.

Om een voorschot op sociale uitkeringen te krijgen, moet je een aanvraag indienen bij het OCMW van je gemeente.

Wat zijn de voorwaarden?

Het OCMW zal je een voorschot op sociale uitkeringen toekennen als je aan twee voorwaarden voldoet:

  1. Je bent behoeftig

    Het OCMW moet beoordelen of je behoeftig bent of niet. Het zal een sociaal onderzoek uitvoeren om je financiële, sociale en medische toestand te bepalen.

    In principe zal het OCMW oordelen dat je behoeftig bent als je zelf niet kunt zorgen of betalen voor de volgende dingen:

    • onderdak (huisvesting),
    • eten,
    • kleren,
    • je kunnen wassen (hygiëne verzekeren), en
    • de zorgen van een dokter, tandarts enzovoort (gezondheidszorg).
  2. Je hebt recht op een sociale uitkering

    Het OCMW zal met jou onderzoeken of je inderdaad recht hebt op een sociale uitkering. Het zal je helpen om:

    • je aanvraag tot sociale uitkering in te dienen bij de bevoegde instelling, of
    • te weten hoe het zit met je dossier bij de instelling die het behandelt.

Instellingen

De inkomensgarantie voor ouderen (IGO) is een uitkering voor personen die de wettelijke pensioenleeftijd bereikt hebben en die niet over voldoende bestaansmiddelen beschikken.

Heb ik recht op een IGO?

Je hebt recht op een IGO als je voldoet aan deze voorwaarden:

  1. Je bent minstens 65 jaar (vanaf 2025 minstens 66 jaar en vanaf 2030 minstens 67 jaar).
  2. Je bent Belg of je woont legaal in België.
  3. Je hebt je hoofdverblijfplaats in België.
  4. Je inkomsten zijn lager dan de grensbedragen van de IGO.

Lees de details van de voorwaarden om een IGO te krijgen op de website van de Pensioendienst.

Hoeveel IGO krijg ik?

Het bedrag van de IGO hangt af van je financiële middelen en van je gezinssituatie. Je ziet hoeveel IGO je krijgt op de website van de Federale Pensioendienst.

Moet ik de IGO aanvragen?

In de meeste gevallen moet je zelf geen aanvraag indienen voor de IGO. Het onderzoek start automatisch als je:

  • een pensioen aanvraagt in België,
  • al een pensioen krijgt in België,
  • een tegemoetkoming voor personen met een handicap krijgt en de wettelijke pensioenleeftijd bereikt, of
  • een leefloon krijgt en de wettelijke pensioenleeftijd bereikt.

In alle andere gevallen moet je de IGO aanvragen. Hoe je dat doet, lees je op de pagina ‘Hoe vraag ik mijn pensioen aan?’ op de website van de Pensioendienst.


Onlinediensten

Instellingen

Deze steun maakt om het voor jou mogelijk om aan sport te doen of deel te nemen aan culturele activiteiten, creatieve workshops en meer, als je zelf niet veel middelen hebt.

Het OCMW kan je ook helpen bij de aankoop van een computer, een printer, een internetabonnement, een informaticaopleiding en andere.

Een deel van deze maatregelen is ook gewijd aan de strijd tegen kinderarmoede.

Hoe maak je gebruik van deze maatregelen?

Om dit soort steun te krijgen, moet je een aanvraag indienen bij het OCMW van jouw gemeente.

Soorten activiteiten

Dit soort hulp ondersteunt een heleboel activiteiten: alles wat te maken heeft met sport, cultuur en het sociale leven hoort erbij. Het gaat om:

  • sportactiviteiten,
  • bezoeken aan de bioscoop of het theater,
  • bezoeken aan musea of tentoonstellingen,
  • muziekfestivals,
  • informaticacursussen,
  • deelname aan bosklassen of aan een kamp voor kinderen,
  • creatieve workshops (tekenen, fotografie, schrijven, schilderen, enz.),
  • deelname aan een collectieve activiteit…

Het gaat ook om steun die kinderarmoede bestrijdt, zoals:

  • deelname aan sociale programma's,
  • schoolondersteuning,
  • psychologische ondersteuning voor het kind of voor de ouders bij raadpleging van een specialist,
  • paramedische ondersteuning,
  • hulp bij de aankoop van tools en pedagogische spellen, en
  • kosten voor het opzetten van acties voor de sociale integratie van kansarme kinderen.

Het OCMW beslist zelf hoe het de toekenning van deze steun organiseert. Om hier meer over te weten, moet je inlichtingen vragen bij het OCMW van de gemeente waar je woont.


Instellingen

Sociale bijstand is een zogenaamd ‘subsidiair recht’. Het wordt alleen toegekend als aanvulling, wanneer je geen enkele andere mogelijkheid hebt om aan voldoende inkomen te geraken.

Kan de sociale zekerheid nog iets voor je doen?

Het OCMW bekijkt eerst of je ten volle gebruikmaakt van de bescherming van de sociale zekerheid. Het gaat dus na of je recht hebt op uitkeringen voor mensen met een handicap, op een werkloosheidsuitkering of op de inkomensgarantie voor ouderen.

Heb je een ziekte- en invaliditeitsverzekering?

In België is de verzekering tegen ziekte en invaliditeit verplicht. Die verzekering heb je als je aangesloten bent bij een ziekenfonds of mutualiteit.

Ben je in een situatie geraakt waarin je geen ziekenfonds (meer) hebt? Als je OCMW-bijstand krijgt, kan het OCMW je (opnieuw) aansluiten bij een ziekenfonds, of het kan je zaken bij het ziekenfonds in orde brengen.

Als je niet verzekerd bent tegen ziekte en invaliditeit en je OCMW-bijstand krijgt, dan is het OCMW verplicht je aan te sluiten bij een ziekenfonds. Je kiest dan zelf het ziekenfonds waarvan je lid wil zijn. Als het OCMW geen antwoord van jou krijgt, zal het je aansluiten bij de Hulpkas voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (HZIV).


Instellingen

Onlinediensten