Inleiding
Sociale zekerheid is een openbaar systeem om inkomen en/of verzorging te garanderen voor individuen of gezinnen die, tijdelijk of blijvend, niet (langer) in staat zijn om zelf (voldoende) inkomen en/of verzorging te voorzien. Dat geldt bijvoorbeeld bij pensioen, ziekte, arbeidsongeschiktheid, overlijden van naasten of werkloosheid.
We vertrekken vanuit een persoonlijke situatie.
Het handvest van de sociaal verzekerde
Sinds 1997 is "het handvest van de sociaal verzekerde" in werking. Dat handvest bevat een aantal belangrijke principes in verband met de rechten en plichten van de bevolking (de sociaal verzekerden) in hun contacten met de socialezekerheidsinstellingen.
Het voornaamste doel van het handvest is de bevolking te beschermen met een aantal regels waaraan alle socialezekerheidsinstellingen zich moeten houden. Het gaat dan om de parastatalen voor werknemers, zelfstandigen en ambtenaren en de instellingen van de sociale bijstand.
We beperken ons hier tot de voornaamste principes.
Vooreerst is elke socialezekerheidsinstelling verplicht om de bevolking zo duidelijk mogelijk te informeren over haar rechten. Enerzijds kan een sociaal verzekerde zelf specifieke vragen stellen aan een instelling, anderzijds is de instelling verplicht om ook uit eigen beweging initiatieven te nemen om de bevolking te informeren.
Bij een aanvraag voor een uitkering moet de instelling binnen een redelijke termijn antwoorden. Binnen vier maanden moet ze een beslissing nemen en vervolgens binnen vier maanden de uitkering uitbetalen. Bij vertraging moet zij intresten betalen aan de gerechtigde.
Bij elke beslissing moet de instelling alle beroepsmogelijkheden, de redenen van de beslissing en de referenties aan de sociaal verzekerde meedelen. De beroepstermijn voor een rechtscollege (doorgaans de arbeidsrechtbank) is minstens 3 maanden.
Uit dit sociaal handvest blijkt alvast heel duidelijk dat de overheid de burger meer en beter wil informeren.
Wet tot invoering van het "handvest" van de sociaal verzekerde