Het portaal van de sociale zekerheid gebruikt cookies om de site gebruiksvriendelijker te maken.

Meer weten× Ik begrijp het

Ga naar hoofdinhoud

De financiering van de sociale zekerheid

Ons systeem van sociale bescherming kan opgedeeld worden in drie beschermingsstelsels, die grotendeels samenhangen met de professionele activiteit van een individu. De drie beschermingsstelsels zijn die van werknemers, zelfstandigen en ambtenaren. De financiering wordt in de drie stelsels anders geregeld.

Vanaf het einde van de 20ste eeuw werden de werkgeversbijdragen voor de sociale zekerheid fors verlaagd en gedeeltelijk vervangen door alternatieve financieringsbronnen.

Vanaf het einde van de 20ste eeuw werden de werkgeversbijdragen voor de sociale zekerheid fors verlaagd en gedeeltelijk vervangen door alternatieve financieringsbronnen.

Het doel van deze alternatieve financiering is tweeërlei, namelijk een inperking van de staatstoelagen en een daling van de werkgeversbijdrage. In plaats van arbeid te belasten, zoekt men alternatieve middelen die de grote pot van de sociale zekerheid vullen.

De alternatieve financiering bestaat deels uit een percentage van de BTW-ontvangsten.

Andere fiscale inkomsten zoals accijnzen en de personen- en vennootschapsbelasting, kunnen ook onderdeel van de alternatieve financiering zijn.


Instellingen

De financiering wordt in de 3 stelsels anders geregeld.

Werknemers

In het werknemersstelsel moeten zowel de werknemers als de werkgevers bijdragen betalen aan de RSZ. Tot 1994 werden die bijdragen afzonderlijk vastgelegd voor iedere tak. De RSZ betaalde aan de verschillende parastatale instellingen het percentage uit dat bestemd was voor de tak(ken) onder hun beheer. Sinds 1 januari 1995 echter is er een globaal financieel beheer van kracht. Dit globaal beheer financiert de takken van de sociale zekerheid volgens hun behoeften, en niet langer volgens vaste percentages.

Verschillende maatregelen om de tewerkstelling te bevorderen verminderen de socialezekerheidsbijdragen voor bepaalde doelgroepen: oudere werknemers, langdurig werkzoekenden, eerste aanwervingen, jonge werknemers, lage lonen, hoge lonen, werknemers die genieten van de collectieve arbeidsduurvermindering in hun onderneming of van de vierdagenweek.

De lasten van de sociale zekerheid worden niet alleen door de werkgevers en de werknemers gedragen. De federale overheid betaalt jaarlijks een forfaitaire som aan de RSZ. Daarnaast bestaat er sinds enkele jaren ook een alternatieve financiering van de sociale zekerheid. Het doel hiervan is een inperking van de staatstoelagen en een daling van de werkgeversbijdrage. In plaats van arbeid te belasten, zoekt men alternatieve middelen om de sociale zekerheid te financieren.

Zelfstandigen

Zelfstandigen betalen een driemaandelijkse bijdrage aan het sociaal verzekeringsfonds waarbij ze zijn aangesloten.  Mensen die naast hun hoofdberoep (bijvoorbeeld als werknemer) ook een zelfstandig bijberoep uitoefenen, en tewerkgestelde ("actieve") gepensioneerden betalen geen bijdrage of betalen een verminderde bijdrage, tenzij hun jaarinkomen hoger ligt dan een bepaald bedrag dat jaarlijks wordt bepaald.

Ambtenaren

Voor ambtenaren die niet tewerkgesteld zijn bij een plaatselijke of provinciale overheidsdienst betaalt de tewerkstellende overheid zelf de sociale uitkeringen. Die ambtenaren hoeven enkel persoonlijke bijdragen te betalen van 7,5 % voor de overlevingspensioenen en van 3,55 % voor de tak geneeskundige verzorging. Die laatste bijdrage wordt verhoogd met de werkgeversbijdrage (3,86 %) en wordt aan de RSZ betaald.

De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ) is bevoegd voor de personeelsleden van de provinciale en de lokale overheidsdiensten.

Het (niet-statutair) personeel van de plaatselijke en provinciale overheidsdiensten dat aangeworven is met een arbeidsovereenkomst, valt onder de algemene regeling voor werknemers.