Het portaal van de sociale zekerheid gebruikt cookies om de site gebruiksvriendelijker te maken.

Meer weten× Ik begrijp het

Ga naar hoofdinhoud

Het recht op Sociale Zekerheid als een Mensenrecht

Text : Het recht op Sociale Zekerheid als een Mensenrecht

De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens werd op 10 december 1948 door de Verenigde Naties (VN) aanvaard.

In artikel 1 staat dat alle mensen vrij en gelijk worden geboren. In de 30 artikelen van de verklaring zijn alle fundamentele rechten opgesomd. Integriteitsrechten zoals die op leven, op erkenning als persoon voor de wet en op vrijwaring van marteling. Politieke rechten, zoals het recht te kiezen en gekozen te worden in geheime verkiezingen. Het recht op asiel en op speciale bescherming van kinderen. En ook sociaaleconomischerechten, zoals de rechten op werk, maar ook op onderwijs, huisvesting, medische verzorging, …, en sociale zekerheid.

Artikel 22: Een ieder heeft als lid van de gemeenschap recht op maatschappelijke zekerheid en heeft er aanspraak op, dat door middel van nationale inspanning en internationale samenwerking, en overeenkomstig de organisatie en de hulpbronnen van de betreffende Staat, de economische, sociale en culturele rechten, die onmisbaar zijn voor zijn waardigheid en voor de vrije ontplooiing van zijn persoonlijkheid, verwezenlijkt worden.

Artikel 25:

  1. Een ieder heeft recht op een levensstandaard, die hoog genoeg is voor de gezondheid en het welzijn van zichzelf en zijn gezin, waaronder inbegrepen voeding, kleding, huisvesting en geneeskundige verzorging en de noodzakelijke sociale diensten, alsmede het recht op voorziening in geval van werkloosheid, ziekte, invaliditeit, overlijden van de echtgenoot, ouderdom of een ander gemis aan bestaansmiddelen, ontstaan ten gevolge van omstandigheden onafhankelijk van zijn wil.
  2. Moeder en kind hebben recht op bijzondere zorg en bijstand. Alle kinderen, al dan niet wettig, zullen dezelfde sociale bescherming genieten.”

De Universele Verklaring is niet bindend maar er zijn veel verdragen uit voortgekomen die dat wel zijn.


Instellingen

Als gespecialiseerde organisatie van de Volkenbond en later van de Verenigde Naties en belast met het bepalen van internationale arbeidsnormen, heeft de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) sinds haar oprichting in 1919 de realisatie van het recht op sociale zekerheid steeds als een van haar prioritaire doelstellingen beschouwd.

De ILO werd opgericht vanuit het idee dat een duurzame vrede niet mogelijk zou zijn zonder sociale rechtvaardigheid. Om sociale rechtvaardigheid te bereiken heeft de organisatie 4 hoofddoelstellingen geformuleerd:

  • het bevorderen van het recht op werk,
  • het verbeteren van de kans om werk te krijgen en te behouden voor mannen en voor vrouwen,
  • het invoeren en uitbouwen van sociale zekerheid,
  • het bevorderen van sociale dialoog tussen werkgevers, werknemers en overheid.

De ILO probeert door het aannemen van conventies en aanbevelingen de verschillende doelstellingen in bindende normen vast te leggen. Daarvoor wordt ieder jaar in juni een internationale conferentie belegd in Genève. Conventies en aanbevelingen worden daar met meerderheidsbesluiten vastgesteld.

De belangrijkste IAO-conventie inzake de sociale zekerheid is conventie nr. 102 betreffende de minimumnormen der sociale zekerheid, aangenomen door de Conferentie in haar vijf en dertigste zitting, te Genève, 28 juni 1952. Deze conventie definieert de negen klassieke takken van de sociale zekerheid, bepaalt voor elk minimumstandaarden, en bepaalt normen voor het goed bestuur ervan.

Deze conventie had heel wat impact en vormde ook de basis voor de Europese Socialezekerheidscode, en wordt bijvoorbeeld ook vermeld in het Europees Sociaal Handvest en het Verdrag van Amsterdam.

De IAO speelt ook een belangrijke rol inzake het “Social Protection Floors” intitiatief van de Verenigde Naties, waarbij een gezamenlijke coalitie agentschappen van de Verenigde Naties, NGO’s, ontwikkelingsbanken, bilaterale organisaties, enz., landen ondersteunen om een basis sociale bescherming op te bouwen.

De ultieme doelstelling van dit “Social Protection Floor” initiatief is om een solide basis te leggen voor hogere vormen van sociale bescherming, naarmate de economische groei en het fiscale draagvlak het toelaten. De “social protection floors” vormen in die zin de basis van een meertrapsstrategie waarbij de kwaliteit van de bescherming verder wordt verbeterd.


Instellingen

Dit verdrag van de Verenigde Naties is gebaseerd op de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Het kwam tot stand op 19 december 1966 en werd van kracht op 3 januari 1976, na ratificatie door 35 lidstaten. België ondertekende het Verdrag op 10 december 1968, maar keurde het pas goed bij Wet van 15 mei 1981 en ratificeerde op 21 april 1983.

De staten die het verdrag ratificeren verbinden zich ertoe de vermelde rechten progressief en “met volledige gebruikmaking van de hem ter beschikking staande hulpbronnen” (art. 2-1),  te implementeren. Dit met het oog op de volledige realisatie ervan.

Een van deze rechten is het recht op sociale zekerheid.

Artikel 9: “De Staten die partij zijn bij dit Verdrag erkennen het recht van een ieder op sociale zekerheid, daarbij inbegrepen sociale verzekering.”


Instellingen