Het portaal van de sociale zekerheid gebruikt cookies om de site gebruiksvriendelijker te maken.

Meer weten× Ik begrijp het

Ga naar hoofdinhoud

Financiering van de sociale zekerheid

De financiering wordt in de drie stelsels (werknemers, zelfstandigen en ambtenaren) anders geregeld.

In het werknemersstelsel moeten zowel de werknemers als de werkgevers bijdragen betalen aan de RSZ. Tot 1994 werden die bijdragen afzonderlijk vastgelegd voor iedere tak. De RSZ betaalde aan de verschillende parastatale instellingen het percentage uit dat bestemd was voor de tak(ken) onder hun beheer. Sinds 1 januari 1995 echter is er een globaal financieel beheer van kracht. Dit globaal beheer financiert de takken van de sociale zekerheid volgens hun behoeften, en niet langer volgens vaste percentages.

Verschillende maatregelen om de tewerkstelling te bevorderen verminderen de socialezekerheidsbijdragen voor bepaalde doelgroepen: oudere werknemers, langdurig werkzoekenden, eerste aanwervingen, jonge werknemers, lage lonen, hoge lonen, werknemers die genieten van de collectieve arbeidsduurvermindering in hun onderneming of van de vierdagenweek.

De lasten van de sociale zekerheid worden niet alleen door de werkgevers en de werknemers gedragen. De federale overheid betaalt jaarlijks een forfaitaire som aan de RSZ. Daarnaast bestaat er sinds enkele jaren ook een alternatieve financiering van de sociale zekerheid. Het doel hiervan is een inperking van de staatstoelagen en een daling van de werkgeversbijdrage. In plaats van arbeid te belasten, benut men daarbij alternatieve middelen om de sociale zekerheid te financieren.


Instellingen

Wanneer ben je een zelfstandige?

Je bent een zelfstandige wanneer je in België een beroepsbezigheid uitoefent zonder arbeidsovereenkomst of zonder statuut (ambtenaar). Je bent dus geen werknemer of ambtenaar.

Je bent zelfstandige in hoofdberoep wanneer je parallel met je zelfstandige bezigheid gewoonlijk en hoofdzakelijk geen andere activiteit uitoefent.

Je bent zelfstandige in bijberoep wanneer je parallel met je zelfstandige bezigheid gewoonlijk en hoofdzakelijk een andere bezigheid uitoefent of een vervangingsinkomen geniet. Je hebt dus een andere hoofdactiviteit.

Je bent een gepensioneerde zelfstandige wanneer je de pensioenleeftijd bereikt hebt of effectief een vervroegd rustpensioen als zelfstandige of werknemer uitbetaald krijgt en tegelijk nog een zelfstandige activiteit uitoefent.

Wat zijn je verplichtingen als zelfstandige?

Als zelfstandige heb je twee verplichtingen:

Wanneer ben je een helper van een zelfstandige?

Je bent een helper als je een zelfstandige bijstaat of vervangt in de uitoefening van zijn beroep, zonder door een arbeidsovereenkomst verbonden te zijn met hem.

Behalve enkele uitzonderingen heb je als helper dezelfde verplichtingen als een zelfstandige.

Welke helpers vallen buiten het sociaal statuut van zelfstandige?

In sommige gevallen val je als helper buiten het sociaal statuut van zelfstandige:

  • als je de echtgenoot of echtgenote bent van een zelfstandige zonder een ‘meewerkende echtgenoot’ te zijn (je leest meer over de verplichtingen van meewerkende echtgenoten op de site van het RSVZ);
  • als je jonger bent dan 20 én niet getrouwd bent;
  • als je een toevallige helper bent. Dit is het geval als de activiteit niet regelmatig is en minder dan 90 dagen per jaar omvat OF als je een student bent die recht geeft op kinderbijslag.

Voor ambtenaren die niet tewerkgesteld zijn bij een plaatselijke of provinciale overheidsdienst betaalt de tewerkstellende overheid zelf de sociale uitkeringen. Die ambtenaren hoeven enkel persoonlijke bijdragen te betalen van 7,5 % voor de overlevingspensioenen en van 3,55 % voor de tak geneeskundige verzorging. Die laatste bijdrage wordt verhoogd met de werkgeversbijdrage (3,86 %) en wordt aan de RSZ betaald.

De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ) is bevoegd voor de personeelsleden van de provinciale en de lokale overheidsdiensten.

Het (niet-statutair) personeel van de plaatselijke en provinciale overheidsdiensten dat aangeworven is met een arbeidsovereenkomst, valt onder de algemene regeling voor werknemers.


Instellingen

Vanaf het einde van de 20ste eeuw werden de werkgeversbijdragen voor de sociale zekerheid fors verlaagd en gedeeltelijk vervangen door alternatieve financieringsbronnen.

Het doel van deze alternatieve financiering is tweeërlei, namelijk een inperking van de staatstoelagen en een daling van de werkgeversbijdrage. In plaats van arbeid te belasten, zoekt men alternatieve middelen om de financiering van de sociale zekerheid te verbreden.

De alternatieve financiering bestaat deels uit een percentage van de BTW-ontvangsten.

Andere fiscale inkomsten zoals accijnzen en de personen- en vennootschapsbelasting, kunnen ook onderdeel van de alternatieve financiering zijn.


Instellingen

Onlinediensten