Het portaal van de sociale zekerheid gebruikt cookies om de site gebruiksvriendelijker te maken.

Meer weten× Ik begrijp het

Ga naar hoofdinhoud

Sociale zekerheid in België

De klassieke sociale zekerheid in België bestaat uit drie stelsels en zeven takken. De sociale zekerheid zorgt voor vervangingsinkomens en aanvulling op het inkomen. Solidariteit is het centrale begrip van ons systeem. De sociale bijstand vormt tenslotte een residueel vangnet voor wie uit de boot valt.

Het klassieke socialezekerheidsstelsel bestaat uit drie stelsels:

  1. een stelsel voor werknemers (bijvoorbeeld bankbedienden, arbeiders in een autoassemblagebedrijf)
  2. een stelsel voor zelfstandigen 
  3. een stelsel voor (federale) ambtenaren

In dit gedeelte Burger van de site vertrekken we vanuit het werknemersstelsel want de meeste mensen zijn aan dat stelstel onderworpen. Ook de verschilpunten met de andere stelsels komen aan bod. 

De klassieke sociale zekerheid bevat zeven takken:

  1. rust- en overlevingspensioenen
  2. werkloosheid
  3. arbeidsongevallenverzekering
  4. beroepsziekteverzekering
  5. gezinsbijslag (inmiddels gedefederaliseerd)
  6. verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen
  7. jaarlijkse vakantie

Voor zelfstandigen bestaat ook een sociale verzekering in geval van faillissement en een stelsel van moederschapshulp ten gunste van vrouwelijke zelfstandigen.

Ambtenaren hebben een aparte regeling die wordt beschreven in het statuut van de federale ambtenaar op de website van de FOD BOSA.

De sociale zekerheid vervult drie functies:

  • bij verlies van arbeidsinkomsten (bv. In geval van werkloosheid, pensionering, arbeidsongeschiktheid) wordt een vervangingsinkomen betaald;
  • bij bepaalde ‘sociale lasten’ (bijkomende kosten), zoals het opvoeden van kinderen of ziektekosten, is er een aanvulling op het inkomen of terugbetaling van (een deel van) de kost (ziektekosten);
  • wie onvrijwillig en vaststelbaar over te weinig bestaansmiddelen beschikt, ontvangt bijstandsuitkeringen zoals het leefloon.

Voor wat betreft de organisatie van het Belgisch socialezekerheidssysteem moet er in de eerste plaats een onderscheid worden gemaakt tussen de drie stelsels. Het socio-economisch statuut van een persoon bepaalt onder welk stelsel die valt.

Werknemers

In het werknemersstelsel worden werknemers verzekerd voor volgende takken:

  • geneeskundige verzorging
  • ziekte- en invaliditeitsverzekering (vervangingsinkomens)
  • moederschapsuitkering
  • pensioenen
  • werkloosheid
  • beroepsziekten
  • arbeidsongevallen

Het werknemersstelsel is het grootste van de drie en dekt het grootste deel van de bevolking.

De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ) heeft in de eerste plaats de opdracht om zowel de werknemers- als de werkgeversbijdragen voor de sociale zekerheid te innen.

Volgende instellingen zijn verantwoordelijk voor bepaalde takken van de sociale zekerheid:

  • Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA)
  • Federale Pensioendienst (FPD)
  • Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (RIZIV)
  • Federaal Agentschap voor Beroepsrisico’s (Fedris)
  • Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie (RJV)

Zelfstandigen

Zelfstandigen zijn verzekerd voor de volgende takken in de sociale zekerheid:

  • geneeskundige verzorging
  • ziekte- en invaliditeitsuitkering
  • moederschapsuitkering
  • pensioenen
  • overbruggingsrecht
  • rouwuitkering
  • uitkering mantelzorg
  • vaderschaps- en geboorte-uitkering 

Zelfstandigen sluiten zich aan bij en betalen sociale bijdragen aan een sociaal verzekeringsfonds voor zelfstandigen of bij de Nationale Hulpkas die beheerd wordt door het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (RSVZ). Het RSVZ beheert de sociale zekerheid van de zelfstandigen en beschermt het sociaal statuut van zelfstandige ondernemers. Meer informatie vind je op de RSVZ-website.

De sociale verzekeringsfondsen hebben ook de taak bepaalde uitkeringen uit te betalen aan zelfstandigen (moederschapshulp, uitkeringen in het kader van het overbruggingsrecht, rouwuitkering, uitkering mantelzorg en de vaderschaps- en geboorte-uitkering). Het pensioen als zelfstandige wordt uitbetaald door de Federale Pensioendienst.

Ambtenaren

Ambtenaren bestaan uit twee groepen: personeelsleden van plaatselijke en provinciale overheden en personeelsleden van andere administraties. Voor de eerste categorie is de RSZ de bevoegde instelling. Voor de andere ambtenaren is de tewerkstellende overheid zelf verantwoordelijk voor de inning en uitbetaling van de bijdragen, met uitzondering van de bijdragen voor geneeskundige verzorging, die in de gewone werknemersregeling terechtkomen. Meer informatie over het statuut van federale ambtenaren op de website van de FOD BOSA.


Wie op grond van eigen werk of het werk van een gezinslid geen aanspraak kan maken op rechten, kan in aanmerking komen voor sociale bijstand. Dat zijn het leefloon, de tegemoetkomingen voor personen met een handicap en de inkomensgarantie voor ouderen (IGO).


Instellingen