Nieuw dit kwartaal
1.2.3.3. Verduidelijking. Wettelijke regelingen. Arbeidsongevallenregeling van de privé-sector.
De verenigingen van provincies en de autonome provinciebedrijven die geen personeelslid met een publiekrechterlijk statuut in dienst hebben, vallen onder de arbeidsongevallenregeling van de privé-sector.
Wettelijke basis:
Artikel twee van het koninklijk besluit van 26 november 2012 houdende wijziging van het koninklijk besluit van 13 juli 1970 betreffende de schadevergoeding ten gunste van sommige personeelsleden van provincies, gemeenten, agglomeraties en federaties van gemeenten, verenigingen van gemeenten, openbare centra voor maatschappelijk welzijn, diensten, instellingen en verenigingen voor maatschappelijk welzijn, diensten van het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie en diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie en openbare kassen van lening, voor arbeidsongevallen en voor ongevallen op de weg naar en van het werk (B.S. 13-12-2012)
1.2.4.2. Nieuwigheid. Wettelijke regelingen. Aanvullende vakantie.
Het begrip “aanvatten van een activiteit” wordt gepreciseerd door te verwijzen naar het (Europees) recht op vier weken vakantie. Een deeltijdse werknemer die overschakelt naar een voltijdse tewerkstelling, heeft recht op de aanvullende vakantiedagen. Het (voltijds of deeltijds) ouderschapsverlof wordt in aanmerking genomen voor het bepalen van de periode waarna men een activiteit kan hervatten met recht op een aanvullende vakantie.
Wettelijke basis:
Koninklijk Besluit van 30 augustus 2013 tot wijziging van artikel 3bis van het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers, wat het stelsel van de aanvullende vakantie betreft (B.S., 13-09-2013)
Koninklijk Besluit van 30 augustus 2013 tot wijziging van artikel 3bis van het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers, wat het ouderschapsverlof (B.S., 17-09-2013)
2.3.4.4. Nieuwigheid. Verplichtingen van de aangesloten besturen – de aangifte van sociaal risico.
Voor de sector “arbeidsongevallen” moeten vanaf 1-1-2014 de werkgevers die onder de regeling van de publieke sector vallen, een aangifte sociaal risico indienen bij het Fonds voor Arbeidsongevallen via de portaalsite van de sociale zekerheid (= Publiato).
Wettelijke basis:
koninklijk besluit van 7 mei 2013 houdende uitvoering van artikel 20sexies van de wet van 3 juli 1967 betreffende de preventie van of de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector (B.S., 17-5-2013)
2.6. Verduidelijking. Verplichtingen van de aangesloten besturen – de startbaanverplichting.
Verduidelijking van de berekening van de startbaanverplichting voor jonge werknemers (zie 6.2.5.2. tot en met 2013-3).
4.1.2 .1. en 4.1.2.2. Nieuwigheid. Het loonbegrip. Niet aan socialezekerheidsbijdragen onderworpen loon.
De aan de werknemer verschuldigde vergoedingen wanneer de werkgever zijn wettelijke, reglementaire of contractuele verplichtingen niet nakomt, worden beschouwd als loon.
De vergoeding die een werkgever betaalt aan een beschermde werknemer (tijdens een periode van ziekte, ouderschapsverlof, zwangerschapsverlof…) is onderworpen aan socialezekerheidsbijdragen.
Wettelijke basis:
koninklijk besluit van 24 september 2013 tot wijziging van artikel 19 van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders (B.S., 27-09-2013)
6.2.1.6. Verduidelijking. Doelgroepverminderingen – kenmerken en berekening.
Bij een reorganisatie kan het nieuwe provinciale of plaatselijke bestuur verder genieten van de doelgroepvermindering voor zover de nieuwe werkgever behoort tot het toepassingsgebied van de doelgroepvermindering. De nieuwe werkgever die een doelgroepvermindering wenst verder te zetten, kan bij de RSZPPO een attest “overdracht doelgroepvermindering” aanvragen dat bevestigt dat de voordelen, verbonden aan de lopende tewerkstelling, voortgezet worden.
Wettelijke basis:
artikel 353ter van de programmawet (I) van 24 december 2002 (B.S., 31-12-2002)
6.3.1. Verduidelijking. Bijdrageverminderingen – de vierdagenweek en het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar in de openbare sector.
Sommige werkgevers van het Waals Gewest zijn toegetreden tot het stelsel van de vierdagenweek en het halftijds werken. Het toepassingsgebied en de voordelen worden nader toegelicht.
Het Vlaams Gewest besliste om de regeling niet van toepassing te maken op de Vlaamse besturen.
Wettelijke basis:
wet van 19 juli 2012 betreffende de vierdagenweek en het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar in de openbare sector (B.S., 6-8-2012)