3.2.2.5. Verschuldigde socialezekerheidsbijdragen
Het loonbedrag van de onthaalouders vormt de berekeningsbasis voor de te betalen persoonlijke en patronale socialezekerheidsbijdragen. Het op de onthaalouders toepasselijke basisbijdragepercentage beloopt 42,27% (13,07% werknemersbijdrage en 29,20% werkgeversbijdrage).
Evenwel worden de aldus berekende persoonlijke én patronale (basis)bijdragen voor sociale zekerheid verminderd volgens de twee hierna vermelde regelingen:
1. Vermindering van de persoonlijke socialezekerheidsbijdragen
Daar voor de onthaalouders de socialezekerheidsbijdragen berekend worden op basis van een fictief forfaitair uurloon van 8,94 euro, kunnen zij genieten van een vermindering van de persoonlijke socialezekerheidsbijdragen op grond van de regeling die geldt voor de werknemers met een laag loon.
Gelet op het feit dat het fictief maandloon van een onthaalouder die volledige maandprestaties zou hebben verricht (= 164,67 uren), gelijk is aan 1.472,40 euro, bedraagt het bedrag van de vermindering steeds 184 euro per maand voor een onthaalouder met volledige prestaties.
Heeft de onthaalouder onvolledige maandprestaties verricht, wordt het bedrag van de vermindering verkregen door 184 euro te vermenigvuldigen met de prestatiebreuk van de onthaalouder in de betrokken maand. De breuk van de prestaties is de verhouding tussen het (fictieve) aantal arbeidsuren van de onthaalouder in de maand en het aantal uren overeenstemmend met volledige maandelijkse prestaties voor een persoon die instaat voor dagopvang van kinderen (= 164,67 uren).
2. Vermindering van de patronale socialezekerheidsbijdragen
Driemaandelijks wordt een vrijstelling toegekend van de verschuldigde werkgeversbijdragen voor een deel van het fictief forfaitair loon, de “franchise” (F) genoemd. Het basisbedrag van de toegekende franchise (Fb) is vastgesteld op 2.270,01 euro.
Het bedrag van de vrijstelling van de werkgeversbijdragen wordt berekend door de franchise te vermenigvuldigen met het percentage aan werkgeversbijdragen. Voor de onthaalouders die volledige driemaandelijkse prestaties hebben verricht (d.w.z. aangegeven zijn voor een tewerkstelling van 494 uur per kwartaal), komt de toepasselijke franchise (F) overeen met het basisbedrag (= 2.270,01 euro). Het bedrag van de vrijstelling beloopt derhalve 661,03 euro per kwartaal.
Voor de onthaalouders die onvolledige driemaandelijkse prestaties hebben verricht, wordt, voor zover de tewerkstelling een minimumgrens bereikt, de franchise proportioneel toegekend in verhouding tot de prestaties waarbij deze in voorkomend geval nog eens gecorrigeerd wordt door middel van een coëfficiënt. Het basisbedrag van de franchise moet in dit geval vermenigvuldigd worden met de breuk van de prestaties verricht door de onthaalouder tijdens het kwartaal en, desgevallend, met de correctiecoëfficiënt (ss) die gelijk is aan 1,25.
De prestatiebreuk (µ) die van deze rekensom het resultaat is, is de verhouding tussen het aantal arbeidsuren van de onthaalouder in het kwartaal en het aantal uren overeenstemmend met volledige driemaandelijkse prestaties voor een persoon die instaat voor dagopvang van kinderen (= 494 uren). De breuk wordt afgerond op de tweede decimaal na de komma, waarbij 0,005 naar boven wordt afgerond.
De toegekende franchise voor de onthaalouders met onvolledige kwartaalprestaties wordt derhalve als volgt berekend:
- Wanneer de breuk van de prestaties van de onthaalouder minder bedraagt dan 33%, heeft de onthaalouder geen recht op de franchise.
- Wanneer de breuk van de prestaties van de onthaalouder ten minste gelijk is aan 33% en ten hoogste gelijk is aan 80%, is de franchise (F) gelijk aan: 2.270,01 euro (Fb) x prestatiebreuk (µ) x 1,25 (ss). F wordt afgerond op de tweede decimaal na de komma, waarbij 0,005 naar boven wordt afgerond.
- Wanneer de breuk van de prestaties van de onthaalouder meer bedraagt dan 80%, is de toegekende franchise gelijk aan 2.270,01 euro (Fb).