Het portaal van de sociale zekerheid gebruikt cookies om de site gebruiksvriendelijker te maken.

Meer weten × Doorgaan

Vers le contenu de cette page

2.6.3 De berekening op basis van de gegevens in de DmfAPPL

Het personeelsbestand en het aantal jonge werknemers van een bestuur worden berekend op basis van de VTE-breuken van de individuele werknemers op het niveau van de tewerkstelling.

Voor een voltijdse werknemer met volledige prestaties in de loop van het kwartaal is de VTE-breuk van een tewerkstelling gelijk aan 1. Voor een voltijdse werknemer met onvolledige prestaties of voor een deeltijdse werknemer is de VTE-breuk gelijk aan een getal tussen 0 en 1. De afronding van een VTE-breuk gebeurt tot twee cijfers na de komma, waarbij 0,005 naar boven afgerond wordt.

Voor de berekening van het personeelsbestand wordt de VTE-breuk van een tewerkstelling bepaald op basis van de formule (Z1) / (U x E) waarbij

  • Z1 = de som van het aantal uren, aangegeven voor de tewerkstelling, voor
    o de arbeidsdagen (= prestatiecode 1, 2, 41 en 42) met uitsluiting van de dagen gedekt door een verbrekingsvergoeding (= looncodes 130 en 132);
    o de gelijkgestelde dagen (= prestatiecodes 21, 71 en 72);
  • U = het gemiddeld aantal uren per week van de maatpersoon = 38 uren/week;
  • E = het aantal weken in het kwartaal = 13 weken.

Voor de berekening van het aantal jonge werknemers wordt de VTE-breuk van een tewerkstelling bepaald op basis van de formule (Z2) / (U x E) waarbij

  • Z1 = de som van het aantal uren, aangegeven voor de tewerkstelling, voor
    o de arbeidsdagen en de gelijkgestelde dagen (= alle prestatiecodes met uitzondering van de prestatiecodes 30, 31 en 32) met uitsluiting van de dagen gedekt door een verbrekingsvergoeding (= looncodes 130 en 132);
  • U = het gemiddeld aantal uren per week van de maatpersoon = 38 uren/week;
  • E = het aantal weken in het kwartaal = 13 weken.

Als een werknemer met meerdere tewerkstellingen aangegeven wordt, dan wordt de VTE-breuk voor iedere tewerkstelling afzonderlijk berekend. De VTE-breuken van alle tewerkstellingen worden getotaliseerd op het niveau van de werknemer. Het totaal van de VTE-breuken van alle tewerkstellingen van een werknemer kan nooit groter zijn dan 1, en desgevallend wordt de breuk afgerond op 1.

De dubbeltelling van jonge werknemers voor de berekening van de VTE-breuken wordt slechts in aanmerking genomen als de betrokken jongeren correct aangeduid zijn in de zone “maatregel ter bevordering van de werkgelegenheid” van de DmfAPPL (zie 8.3.3.8.).