5.6.2. De inhoudingen op de pensioenen
Een progressieve solidariteitsafhouding is ingevolge artikel 68 van de wet van 30-3-1994 verschuldigd op de wettelijke ouderdoms-, rust-, anciënniteits- en overlevingspensioenen alsook op elk ander als zodanig geldend voordeel of elk voordeel bedoeld als aanvulling van een pensioen (extralegale voordelen), voor zover het totale bedrag van deze pensioenen en voordelen het minimum bereikt vanaf hetwelk de bijdrage verschuldigd is voor de betrokkene.
De afhouding varieert volgens het totaal maandelijks brutobedrag van de diverse voornoemde pensioenen en voordelen en naargelang de begunstigde alleenstaand is dan wel gezinslast heeft, en bedraagt:
P* | B |
---|---|
van 0,01 euro tot 2.222,18 euro | 0 |
van 2.222,19 euro tot 2.290,90 euro | (P – 2.222,18 euro) x 50% |
van 2.290,91 euro tot 2.478,31 euro | P X 1,5% |
van 2.478,32 euro tot 2.504,09 euro | 37,18 + (P – 2.478,31 euro) x 50% |
vanaf 2.504,10 euro | P X 2% |
P = maandelijks (geïndexeerd) brutobedrag van de pensioenen en andere voordelen. B = (geïndexeerd) bedrag van de bijdrage. |
P* | B |
---|---|
van 0,01 euro tot 2.569,12 euro | 0 |
van 2.569,13 euro tot 2.648,57 euro | (P – 2.569,12 euro) x 50% |
van 2.648,58 euro tot 2.832,36 euro | P X 1,5% |
van 2.832,37 euro tot 2.861,81 euro | 42,49 + (P – 2.832,36 euro) x 50% |
vanaf 2.861,82 euro | P X 2% |
P = maandelijks (geïndexeerd) brutobedrag van de pensioenen en andere voordelen. B = (geïndexeerd) bedrag van de bijdrage. |
De afhouding betreft dezelfde gepensioneerden die in aanmerking worden genomen voor de ZIV-inhouding van 3,55%:
- de gewezen mandatarissen;
- de gewezen vastbenoemde personeelsleden voor wie het bestuur zelf instaat voor het beheer en de betaling van de pensioenen of deze taak toevertrouwd heeft aan een voorzorgsinstelling;
- de gewezen vrijwillige brandweerlieden aan wie het bestuur een erkentelijkheidspremie betaalt.
Zijn uitgesloten uit de inningbasis van de bijdrage:
- het aan de gepensioneerden toegekende vakantiegeld en aanvullende vakantiegeld;
- de verwarmingstoelage;
- de renten voor de arbeidsongevallen;
- de herstelpensioenen van oorlogstijd en vredestijd.
De pensioenen en aanvullende voordelen die anders dan per maand betaald worden (jaarlijks, enz.) worden in maandbedragen geëvalueerd en deze die onder de vorm van een kapitaal werden betaald, worden omgezet in een fictieve rente.