Het portaal van de sociale zekerheid gebruikt cookies om de site gebruiksvriendelijker te maken.

Meer weten × Doorgaan

Vers le contenu de cette page

Responsabiliseringsbijdrage opeenvolgende dagcontracten in de uitzendsector

Om de gebruikers van uitzendarbeid te responsabiliseren die oneigenlijk gebruik maken van opeenvolgende dagcontracten (ODC's), voorziet de programmawet van 26 december 2022 (BS van 30 december 2022) een bijzondere RSZ-bijdrage ten laste van de gebruiker wanneer een uitzendkracht per semester bij eenzelfde gebruiker een bepaald aantal ODC’s overschrijdt.

Welke uitzendkrachten?

De maatregel slaat op alle uitzendkrachten die tewerkgesteld worden met opeenvolgende dagcontracten, inclusief studenten aangegeven onder de solidariteitsbijdrage, maar met uitsluiting van de volgende specifieke categorieën:

  • gepensioneerden,
    • >=  65-jarigen;
    • < 65-jarigen waarvoor de zone 'P' (notie gepensioneerd) in de DmfA is ingevuld;
  • flexijobbers;
  • gelegenheidswerkers tewerkgesteld bij gebruikers onder PC 144 landbouw, PC 145 tuinbouwbedrijf en PC 302 hotelbedrijf.

Welke dagcontracten?

Alle dagcontracten die elkaar onmiddellijk, dus van dag op dag, opvolgen, worden als opeenvolgende dagcontracten (ODC’s) beschouwd. Om het aantal ODC’s te bepalen, telt het 1ste contract ook mee. Een dagcontract voor maandag en één voor dinsdag, tellen dus als twee opeenvolgende dagcontracten.  

De bepaling van het aantal ODC’s van eenzelfde uitzendkracht bij dezelfde gebruiker gebeurt door de RSZ op basis van de aangegeven dagcontracten in de DmfA. Specifiek voor studenten geeft het uitzendkantoor zelf het aantal ODC’s bij eenzelfde gebruiker op. Werkt eenzelfde persoon zowel als gewone werknemer en als student bij eenzelfde gebruiker, dan worden beide aantallen ODC’s niet samengeteld. Oefent eenzelfde uitzendkracht bij eenzelfde gebruiker in opeenvolgende dagcontracten een andere functie uit, dan heeft dit geen invloed op de bepaling van het aantal ODC’s.

Berekening van de bijdrage?

De berekening van de bijdrage gebeurt per periode van 6 maanden (voor het 1ste en 2de kwartaal samen, en voor het 3de en 4de kwartaal samen) op basis van het aantal ODC’s dat eenzelfde uitzendkracht via hetzelfde uitzendkantoor bij dezelfde gebruiker presteert:

  • als het aantal ODC’s >= 40 maar =< 59, dan bedraagt de bijdrage 10,00 EUR x het totale aantal ODC's;
  • als het aantal ODC’s >= 60 maar =< 79, dan bedraagt de bijdrage 15,00 EUR x het totale aantal ODC's;
  • als het aantal ODC’s >= 80 maar =< 99, dan bedraagt de bijdrage 30,00 EUR x het totale aantal ODC's;
  • als het aantal ODC’s >= 100, dan bedraagt de bijdrage 40,00 EUR x het totale aantal ODC's.

DmfA-aangifte?

De regel dat opeenvolgende contracten die dezelfde kenmerken hebben en die elkaar opvolgen zonder dat er zich tussen de contracten andere dan de normale rustdagen bevinden, in eenzelfde tewerkstellingslijn samengevoegd mochten worden, is vanaf 1 januari 2023 niet meer geldig voor uitzendkrachten. Vanaf dan moet voor elk contract van bepaalde duur (ongeacht of het gaat om een contract van één of van meerdere dagen) telkens een nieuwe tewerkstellingslijn begonnen worden, ook indien deze dezelfde karakteristieken hebben.

Let wel:

  • verschillende contracten op dezelfde dag bij dezelfde gebruiker en ongeacht of ze dezelfde karakteristieken hebben, worden voor de telling als 1 contract gezien;
    • als ze dezelfde karakteristieken hebben, mogen ze voor de DmfA samengenomen worden en toch op één tewerkstellingslijn worden gezet;
  • de verlenging van een dagcontract moet in de DmfA aangegeven worden op aparte tewerkstellingslijnen;
    • als de verlenging 1 dag bedraagt, wordt dit in de telling beschouwd als 2 ODC's
    • als de verlenging meer dan 1 dag bedraagt, wordt enkel het oorspronkelijke contract als een dagcontract beschouwd
    • als het contract meerdere keren wordt verlengd, moet per verlenging een tewerkstellingslijn begonnen worden overeenkomstig de respectievelijke verlengingen;
  • als een meerdaags contract wordt ingekort tot een dagcontract, wordt in de DmfA een tewerkstellingslijn voor één dag aangegeven en wordt dit in de telling als een dagcontract beschouwd.

In de DmfA moet de gebruiker van de uitzendarbeid per tewerkstellingslijn uniek geïdentificeerd zijn. Beschikt de gebruiker over een KBO-nummer, dan is het gebruik ervan verplicht (zowel in Dimona als in de DmfA). Het uitzendkantoor dient daartoe steeds het KBO-nummer van de gebruiker op te vragen. Beschikt de gebruiker niet over een KBO-nummer, dan zal deze op een andere wijze geïdentificeerd moeten worden.

De berekening van het aantal opeenvolgende contracten andere dan deze van studenten, wordt door de RSZ uitgevoerd.

Studenten onder solidariteitsbijdrage

Specifiek voor studenten aangegeven onder de solidariteitsbijdrage, gebeurt de aangifte van het aantal ODC’s van eenzelfde student bij eenzelfde gebruiker in een nieuwe zone, die wordt voorzien in het blok 'identificatie onderneming-gebruiker', waar het aantal ODC's moet worden opgegeven. In tegenstelling met de gewone werknemers gebeurt de telling hier per kwartaal.

Eerste betaling?

De 1ste facturatie ten aanzien van de klant-gebruiker is voorzien voor oktober 2023.