Het portaal van de sociale zekerheid gebruikt cookies om de site gebruiksvriendelijker te maken.

Meer weten × Doorgaan

Vers le contenu de cette page

Activeringsbijdrage

Vanaf 1 januari 2018 wordt een activeringsbijdrage als ontradende maatregel ingevoerd voor werkgevers die hun werknemers met een al dan niet verminderd loon, vrijstellen van prestaties om op deze manier de striktere voorwaarden van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) te omzeilen.

Vanaf 1 januari 2024 worden de percentages voor de activeringsbijdrage en de minimaal vereiste prestaties om niet in aanmerking te komen voor deze bijzondere bijdrage, verhoogd. 

Betrokken werkgevers

  • de werkgevers op wie de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités van toepassing is;
  • de autonome overheidsbedrijven bedoeld in de wet van  21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven.

Betrokken werknemers

  • het gaat om alle werknemers die gedurende een volledig kalenderkwartaal vrijgesteld zijn van prestaties of prestaties leveren die overeenkomen met minder dan 1/3de van de wekelijkse arbeidstijd van de voltijdse werknemers van dezelfde categorie in het bedrijf, behalve
    • in het geval van wettelijke volledige schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst zoals
      • de schorsingen bepaald in de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten (ziekte en ongeval, ...)
      • bij volledige onderbreking in het kader van tijdskrediet
      • bij volledige onderbreking in het kader van een thematische verlof
    • in het geval van vrijstelling van prestaties tijdens de periode van opzegging zoals bedoeld bij artikel 37 van diezelfde wet
    • indien gedurende het kwartaal een periode van wettelijke schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst aan de periode van vrijstelling voorafgaat
      • bijvoorbeeld, een werknemer was langdurig ziek en hervat het werk op 1 februari 2019; omdat hij op het einde van het jaar met pensioen zal gaan, beslist de werkgever hem vanaf 1 februari vrij te stellen van prestaties; de activeringsbijdrage is niet verschuldigd voor het 1ste kwartaal 2019 omdat het 1ste deel van het kwartaal een wettelijke schorsing volgens de arbeidsovereenkomstenwet is; vanaf het 2de kwartaal 2019 is hij de bijzondere bijdrage wél verschuldigd
    • indien gedurende het kwartaal de periode van vrijstelling gevolgd wordt door het ontslag, pensionering of een periode van vrijstelling van prestaties tijdens een opzegging zoals bedoeld bij artikel 37 van diezelfde wet
  • met uitzondering van de werknemers
    • die effectief in een systeem van volledige vrijstelling van prestaties zijn gestapt vóór 29 december 2017
    • of die in een systeem van volledige vrijstelling van prestaties zijn gestapt in toepassing van een CAO van bepaalde duur neergelegd vóór 29 december 2017
    • of die in een systeem van volledige vrijstelling van prestaties zijn gestapt in toepassing van een individuele overeenkomst afgesloten vóór 29 december 2017
    • of die, in het geval van een autonoom overheidsbedrijf, in een systeem van volledige vrijstelling van prestaties zijn gestapt in toepassing van een regeling afgesloten in het PC vóór 29 december 2017.
  • het gaat dus evenmin om statutaire werknemers in de openbare sector (afwezigheden gelijkgesteld met dienstactiviteit, terbeschikkingstelling voorafgaand aan pensioen).

Percentage en minimumbedrag

  •  de bijdrage is afhankelijk van de leeftijd op het ogenblik dat de werkgever de werknemer voor meer dan 2/3de van zijn prestaties vrijstelt:

 

leeftijd bij het begin van de vrijstelling

percetage van het loon

(verhoogd tot 108 % voor de handarbeiders

minimum per kwartaal

(EUR)

< 55 jaar 50 % 300,00
>= 55 < 58 jaar 50  % 300,00
>= 58 < 60 jaar 50 % 300,00
>= 60 < 62 jaar 45 % 225,60
>= 62 jaar  40 % 225,60
  • de bijdrage is niet verschuldigd op een ontslagpremie of een gouden handdruk.

Uitsluitingen

  • de bijdrage is niet verschuldigd als de werknemer gedurende de eerste 4 kwartalen van vrijstelling van prestaties verplicht een opleiding heeft gevolgd die door de werkgever werd georganiseerd en waarvan de kostprijs minstens 20 % bedraagt van het brutojaarloon waarop hij recht had vóór de vrijstelling
  • en evenmin voor de kwartalen gedurende welke hij een 'nieuwe' tewerkstelling heeft aangevat van minstens 1/3de VTE (voltijdsequivalent) op kwartaalbasis
    • bij één of meerdere werkgevers
    • of als zelfstandige.

Vermindering van het bijdragepercentage

  • het bijdragepercentage wordt met 40 % verminderd gedurende de eerste 4 kwartalen als de werknemer tijdens de periode van vrijstelling van prestaties wordt verplicht om een opleiding georganiseerd door zijn werkgever te volgen, die ten minste 15 dagen omvat over een periode van 4 opeenvolgende kwartalen, tijdens deze kwartalen een outplacementbegeleiding te volgen van 60 uren
    • overeenkomend met de waarde van 1/12de van de jaarlijkse bezoldiging voor het kalenderjaar voorafgaand aan de vrijstelling van prestaties,
    • met een minimumwaarde van 1.800,000 EUR en een maximumwaarde van 5.500,00 EUR,
    • die beantwoordt aan de kwaliteitscriteria, bepaald in artikel 11/4 van de wet van 5 september 2001 tot verbetering van de werkgelegenheidsgraad van de werknemers.
  • voor werknemers die vóór 1 januari 2024 reeds werden vrijgesteld van prestaties, blijft het bijdragepercentage met 40 % verminderd gedurende de 4 kwartalen dat de werknemer wordt verplicht om een opleiding georganiseerd door zijn werkgever te volgen, die ten minste 15 dagen omvat over een periode van 4 opeenvolgende kwartalen.

Verhoging van het bijdragepercentage

De bijzondere bijdragen worden verhoogd met 25 % wanneer de activeringsbijdragen voor minstens 10 % van de werknemers verschuldigd is. Hierbij wordt elke werknemer geteld die in de loop van het kwartaal werkzaam was ongeacht de prestatie, met uitzondering van:

  • studenten onder solidariteitsbijdragen
  • leerlingen - alternerend leren
  • flexi-werknemers
  • gelegenheidswerknemers in de land- of tuinbouw
  • gelegenheidswerknemers in de horeca

DmfA

  • op het niveau van de werknemerslijn wordt een nieuw blok gecreëerd 'activering informatie'
  • op het niveau van de tewerkstellingslijn wordt in het blok 'tewerkstelling inlichtingen' een nieuwe zone gecreëerd 'notie vrijstelling prestaties'.

 

Bijkomende informatie 1

Bijkomende informatie DMFA - aangifte van de activeringsbijdrage

In DmfA wordt de activeringsbijdrage aangegeven per werknemerslijn in het blok 90001 "bijdrage verschuldigd voor de werknemerslijn" onder werknemerskengetal 260 (normale bijdrage) of 261 (verlaagde bijdrage).

- het type bijdrage varieert naargelang de leeftijd van de werknemer bij het begin van de vrijstelling van prestaties: 

 

 Normale bijdrage  Verlaagde bijdrage  Leeftijd bij begin vrijstelling prestaties  Type bijdrage
 WKNGT 260  WKNGT 261  < 60 jaar  0
       
       
 WKNGT 260  WKNGT 261  < 62 jaar  3

 WKNGT 260

 WKNGT 261  ≥ 62 jaar  4
 WKNGT 260  WKNGT 261  < 60 jaar ; activeringsbijdrage voor 10% of meer van de werknemers  5
 WKNGT 260  WKNGT 261  < 62 jaar ; activeringsbijdrage voor 10% of meer van de werknemers  6
 WKNGT 260  WKNGT 261  ≥ 62 jaar ; activeringsbijdrage voor 10% of meer van de werknemers  7

 

 - In het blok 90313 "Tewerkstelling-Inlichtingen", moet de zone 00826 "Notie vrijstelling van prestaties" ingevuld worden met één van volgende waarden :

0 = geen vrijstelling prestaties
2 = volledige vrijstelling van prestaties tijdens volledig kwartaal
3 = volledige vrijstelling van prestaties  voorafgaand aan 29/12/2017
4 = volledige vrijstelling van prestaties tijdens volledig kwartaal CAO afgesloten voorafgaand aan 29/12/2017
5 = volledige  vrijstelling van prestaties tijdens volledig kwartaal en opleiding met kost ≥ 20% brutojaarloon
6 = vrijstelling van prestaties tijdens volledig kwartaal en tewerkstelling van minstens 1/3 tijd tijdens het volledig kwartaal

7 = vrijstelling van prestaties tijdens volledig kwartaal tot < 1/3

8 = vrijstelling van prestaties tijdens volledig kwartaal tot < 1/3 en vorming met kost ≥ 20% brutojaarloon

! Geen recht op vermindering Ouderen - Vlaanderen of vermindering oudere werknemers - Wallonië (zonder de Duitstalige gemeenschap) of vermindering oudere werknemers - Duistalige Gemeenschap als de notie vrijstelling prestaties de waarde 2, 3, 4, 5, 6 of blanco heeft.

Recht op deze vermindering als de notie vrijstelling prestaties de waarde 0, 7 of 8 heeft.

- Als de waarde 2 of 7 is ingevuld in de zone "Notie vrijstelling van prestaties", moet een blok 90578 "Activering - Inlichtingen" gelinkt aan de werknemerslijn ingevuld worden met volgende informatie:

  • zone 01191 : datum van begin vrijstelling prestaties
  • zone 01192 : datum van begin status vorming
  • zone 01193 : status vorming