Werken tijdens je pensioen
Als gepensioneerde, of als huwelijkspartner van een gepensioneerde die een gezinspensioen ontvangt, kun je onder bepaalde voorwaarden bijverdienen tijdens je pensioen.
Hoeveel je mag bijverdienen, hangt af van:
- je leeftijd (of die van je huwelijkspartner die bijverdient als je een gezinspensioen ontvangt),
- het aantal jaren dat je voor je pensioen werkte,
- het stelsel waarin je een pensioen ontvangt (werknemer, ambtenaar of zelfstandige),
- de reden van je pensionering (enkel in het ambtenarenstelsel),
- de aard van je pensioen (rust- of overlevingspensioen),
- de (eventuele) kinderlast,
- het kalenderjaar waarin je bijverdiende,
- de aard van de beroepsactiviteit, en
- de ingangsdatum van je pensioen.
Elke (beroeps)activiteit die een inkomen of een vergoeding oplevert, wordt meegerekend in het toegelaten grensbedrag.
Je moet elke activiteit die een inkomen oplevert, aangeven bij de pensioeninstelling die je pensioen toekent.
Als je een gezinspensioen ontvangt, moet je huwelijkspartner ook een aangifte doen.
Waar je je aangifte moet indienen, hangt af van je situatie:
- ofwel bij de Federale Pensioendienst (FPD) als je een pensioen als werknemer of als ambtenaar ontvangt,
- ofwel het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (RSVZ) als je enkel een zelfstandigenpensioen ontvangt.
Als je meerdere pensioenen ontvangt, volstaat één aangifte: de aangifte bij het RSVZ geldt ook voor de Pensioendienst en omgekeerd.
Door een toegelaten beroepsactiviteit uit te oefenen tijdens je pensioen, bouw je in principe geen extra pensioenrechten op, maar hier bestaan wel enkele uitzonderingen op.
De pagina's Bijverdienen tijdens je pensioen op de site van de Federale Pensioendienst en Mag ik als zelfstandige nog bijverdienen als ik met pensioen ben? op de website van het RSZV geeft antwoord op al je vragen.