Het portaal van de sociale zekerheid gebruikt cookies om de site gebruiksvriendelijker te maken.

Meer weten × Doorgaan

Vers le contenu de cette page

Voor wie?

Lees de instructie bij scenario 9 (Aangifte voor het vaststellen van het recht op jeugd- of seniorvakantie - Hoofdstuk "Voor wie") voor de voorwaarden waaraan de jongere of de oudere werknemer moet voldoen om recht te hebben op jeugd- of seniorvakantie.

De werknemer die recht heeft op jeugd- of seniorvakantie mag 4 weken vakantie (gewone betaalde vakantie plus jeugdvakantie) nemen, of 24 vakantiedagen in het zesdaagse stelsel. De jeugd- en seniorvakantie wordt echter maar toegekend ná de uitputting van de gewone betaalde vakantie. Opmerking: de werknemer is niet verplicht zijn recht op aanvullende vakantiedagen ("europese vakantie") uit te putten vooraleer jeugd- of seniorvakantie te kunnen nemen.

Het aantal jeugd- en seniorvakantie-uitkeringen wordt per maand bekomen via de formule V-uren x 6 / S - saldo J (dit is het saldo van de betaalde vakantiedagen). Meer informatie over de werkwijze die de RVA toepast bij de toekenning van jeugdvakantie-uitkeringen en seniorvakantie-uitkeringen vindt u in de "Technische bijlage met berekeningswijze voor de werkgever".

Uw eerste maandelijkse aangifte in het vakantiejaar moet voorafgegaan worden door een "Aangifte voor het vaststellen van het recht op jeugd- of seniorvakantie" (scenario 9).