Het portaal van de sociale zekerheid gebruikt cookies om de site gebruiksvriendelijker te maken.

Meer weten × Doorgaan

Vers le contenu de cette page

Wat invullen?

1 - Medisch attest van eerste vaststelling

Opdat de arbeidsongevallenaangifte volledig zou zijn, moet eveneens een " medisch attest van eerste vaststelling" worden ingevuld door de arts die de eerste medische zorgen verstrekt. Dit medisch attest kan NIET via elektronische weg worden overgebracht. Zodra dit attest in uw bezit is, moet u het aan uw arbeidsongevallenverzekeraar bezorgen. U vermeldt het ticketnummer van de aangifte sociaal risico op het attest. Als u het dossiernummer bij de verzekeraar reeds kent, kan u het best deze referentie ook vermelden op het attest.

Het is belangrijk dat u de medische attesten die de latere periodes van tijdelijke arbeidsongeschiktheid staven zo snel mogelijk aan uw arbeidsongevallenverzekeraar bezorgt. U hoeft dus niet te wachten tot het maandelijks rapport hieromtrent verzonden wordt (scenario 2).

2 - De elektronische aangifte

Wij vestigen er uw aandacht op dat in de aangifte de zones "naam van de aangever" en "hoedanigheid van de aangever" onmisbaar zijn en dus moeten ingevuld worden. De zone "voornaam van de aangever" is facultatief. De aangever is degene die de aangifte van het sociaal risico uiteindelijk definitief verzendt.

In de ongevallenaangifte kan u acht gegevensdomeinen onderscheiden: gegevens met betrekking tot de werkgever, het slachtoffer, de letsels, de medische zorgen, de gevolgen van het ongeval, de preventie, de vergoeding van de arbeidsongeschiktheid en het ziekenfonds van het slachtoffer. Deze acht domeinen worden in de functionele blokken van de elektronische aangifte uitgesplitst.

2.1 - Werkgever (functioneel blok 90056)

De meeste gegevens in verband met de werkgever worden automatisch ingevoerd vanuit het werkgeversrepertorium van het RSZ.

Bankrekeningnummer (zones 00268, 00868 en 00869)

Vanaf 2008 is het mogelijk om het bankrekeningnummer van de werkgever in IBAN-formaat en het identificatienummer van de bank van de werkgever in BIC-formaat aan te geven. Deze formaten zijn verplichtend vanaf 2011.

Vestigingseenheidsnummer (zone 00042)

Vanaf 2008 moet de werkgever het vestigingseenheidsnummer aangeven als het ongeval in een vestigingseenheid van de onderneming is voorgevallen. Dit nummer wordt net als het ondernemingsnummer door de Kruispuntbank van Ondernemingen toegekend.

2.2 - Slachtoffer (functioneel blok 90090)

De identificatiegegevens van het slachtoffer worden eveneens automatisch ingevoerd. Ze zijn afkomstig van Dimona.

Bankrekeningnummer (zones 00514, 00868 en 00869)

Vanaf 2008 is het mogelijk om het bankrekeningnummer van het slachtoffer in IBAN-formaat en het identificatienummer van de bank van het slachtoffer in BIC-formaat aan te geven. Deze formaten zijn verplichtend vanaf 2011.

2.3 - Werk (functioneel blok 90004)

De uitzendkrachten en de werkzaamheden van ondernemingen van buitenaf (zones 00265 en 00244)

Er kan de werknemer een arbeidsongeval overkomen op het moment dat hij zijn activiteit uitoefent in een andere onderneming dan die van zijn werkgever. Dat is het geval bij uitzendkrachten en bij werknemers die voor hun werkgever " werkzaamheden van ondernemingen van buitenaf" in een andere vestiging uitvoeren. Indien het slachtoffer zich in een van voorgaande gevallen bevindt, moet zijn werkgever in de ongevallenaangifte het ondernemingsnummer (zone 00131- blok 90107) van het inleenbedrijf opnemen, voor zover het om een uitzendkracht gaat, of het ondernemingsnummer (zone 00014 - blok 90362) van de onderneming waar het slachtoffer "werkzaamheden van ondernemingen van buitenaf" uitoefende. Bij gebrek aan ondernemingsnummer moet de werkgever van het slachtoffer de benaming en het adres van het uitleenbedrijf (zone 00153 - blok 90107) opgeven of van het bedrijf waar de werkzaamheden werden uitgevoerd (zone 00157 - blok 90362).

De "werkzaamheden van ondernemingen van buitenaf" worden opgevat zoals bedoeld in afdeling 1, hoofdstuk IV, van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn op het werk.

De anciënniteit van het slachtoffer (zone 00886)

Vanaf 2008 geeft de werkgever enkel die gegevens in verband met de anciënniteit van het slachtoffer aan waarvoor hij als authentieke bron beschouwd kan worden. Het gaat om de duur van de diensttijd in de onderneming zelf en het beroep van het slachtoffer. De code en de beschrijving van dit beroep worden in bijlage 18 (internationale code van de beroepen) van de gestructureerde bijlagen gegeven.

2.4 - Ongeval (functioneel blok 90024)

Oorzaken en omstandigheden van het ongeval (zones 00246, 00250, 00252, 00255, 00256, 00257, 00258)

De gegevens in verband met de oorzaken en de omstandigheden van de ongevallen werden in 2005 in de ongevallenaangifte ingevoerd. Dat gebeurde in het kader van de harmonisering van de door Eurostat verzamelde Europese arbeidsongevallengegevens. Het gaat om het soort plaats waar het ongeval zich heeft voorgedaan, het soort werk van het slachtoffer en zijn specifieke lichamelijke activiteit op het moment van het ongeval, de gebeurtenissen die afweken van het normale proces en die het ongeval veroorzaakt hebben, en de betrokken voorwerpen die ermee verband houden. Deze gegevens worden gebruikt bij de regeling van het ongeval door de verzekeraar. Ze dienen ook voor de ontwikkeling van een preventiebeleid van arbeidsongevallen op nationale en op Europese schaal.

Het soort werkplaats (zone 00252), ingevoerd in de ongevallenaangifte vanaf 2008, kadert eveneens in het harmoniseringsproject dat door Eurostat werd opgestart. Dit gegeven beoogt de identificatie van de aard van het werk dat het slachtoffer gewoonlijk of tijdelijk uitvoerde op het moment van het ongeval. De "vaste werkplaats" moet restrictief opgevat worden, dit wil zeggen steeds binnen de lokale eenheid van het werk dat het slachtoffer gewoonlijk uitvoert (vaste plaats in een atelier of in een kantoor). De tijdelijke werkplaats wordt iets ruimer opgevat: Een mobiele werkplaats (bestuurder, bouwvakker, hersteller, veger, enz.) of tijdelijke situaties voor personen die gewoonlijk op een vaste werkplaats werken (tijdelijke verplaatsing, vergadering, opdracht, installatie, enz.) of een tijdelijke toewijzing (meerdere dagen of weken) op een andere vaste werkplaats of een andere plaats in het bedrijf, of in een ander bedrijf (tijdelijke detachering, uitzendarbeid, onderhoudswerken bij een klant, enz.).

2.5 - Economische gevolgen (functioneel blok 90039)

Gevolgen van het ongeval (zone 00264)

Dankzij de gegevens in verband met de economische gevolgen (tijdelijke ongeschiktheid, voorziene blijvende ongeschiktheid of overlijden), de afwijkende gebeurtenis (zone 00257), het betrokken voorwerp (zone 00258) en de aard van het letsel (zone 00280) moet de werkgever kunnen bepalen of het gaat om een ernstig ongeval volgens de definitie van de welzijnscode. De analyse van deze elementen bepaalt de verplichtingen van de werkgever: onmiddellijke kennisgeving aan de controlediensten van het Welzijn op het Werk, overbrenging aan deze diensten van een verslag over de ongevalsomstandigheden binnen tien dagen (artikelen 26 en 27 van het KB van 27 maart 1998, gewijzigd door het KB van 24 februari 2005). Zie rubriek 5.3. in de bijkomende gegevens.

2.6 - Berekeningsbasis van de uitkeringen (functioneel blok 90032)

Naast de eigenlijke ongevalgegevens zijn een aantal bijkomende loon- en arbeidstijdgegevens die niet voorkomen in de RSZ-kwartaalaangifte onontbeerlijk om met de vergoeding van een arbeidsongeval te kunnen starten. U vindt deze gegevens terug in deze rubriek en de volgende. De arbeidsongevallenverzekeraar moet over deze gegevens beschikken om het jaarloon dat de vergoedingsbasis is voor de eerste 30 dagen volledige tijdelijke arbeidsongeschiktheid, te kunnen berekenen.

Indien de tijdelijke arbeidsongeschiktheid langer duurt dan 30 dagen, er een blijvende arbeidsongeschiktheid wordt voorzien of de aangifte een dodelijk ongeval betreft, gaat de verzekeringsonderneming over tot een gedetailleerde basisloonberekening.

De gegevens van het blok 90032 moeten ingevuld worden als het slachtoffer niet per stuk, per taak, per werk of per commissie bezoldigd wordt.

U vindt de definiëring en beschrijving van de zones "Tijdseenheid van de bezoldiging", "Cyclus", "Basisbedrag van de bezoldiging" en "Basisbedrag van de bezoldiging voor werknemers die per uur betaald worden" in het technisch glossarium van de sector arbeidsongevallen (zones 00189, 00190, 00191 en 00192).

Voorbeeld verhoogd uurloon:

Een werknemer werkt acht uur per dag in de vijfdagenweek gedurende drie weken en opnieuw acht uur per dag gedurende vier dagen de vierde week (De Q-factor is dus 38). Hij wordt betaald op weekbasis, met een contractueel uurloon van 10 euro, dat verhoogd wordt tot 10,53 euro (10 euro X 40/38). De werknemer wordt steeds vergoed op basis van dit verhoogd uurloon, ongeacht het aantal uren dat die week moet gepresteerd worden. Hij ontvangt dus 421,20 euro per week de eerste drie weken en slechts 336,96 euro voor de vierde week. Als werkgever geeft u de noodzakelijke loongegevens op de volgende manier door:

Loongegevens op basis van uren: U vult in de zone " Basisbedrag van de bezoldiging voor werknemers die per uur betaald worden" het verhoogde uurloon van "105300" in, vermits de bedragen in honderdsten van eurocent moeten vermeld worden. In de zone "tijdseenheid van de bezoldiging" vult u "1" (= code vergoeding per uur) in. Voor de eerste 30 dagen volledige arbeidsongeschiktheid zet de arbeidsongevallenverzekeraar dit loon om naar een jaarloon. Aan dit bedrag wordt de eindejaarspremie toegevoegd als de werknemer hierop recht heeft.

Voorbeeld premies:

Een arbeider met een contractueel uurloon van 10 euro krijgt een ploegenpremie van 25% voor de vroege en de late ploeg, en 50% voor de nachtploeg. Hij werkt in een cyclus van vier weken van telkens 38 uur: de eerste week de vroege ploeg, de tweede week de dagploeg, de derde week de late ploeg en de vierde week de nachtploeg.

Hij ontvangt dus voor de eerste week 475 euro, de tweede week 380 euro, de derde week 475 euro en voor de vierde week 570 euro. In deze situatie vult de werkgever in zone "tijdseenheid van de bezoldiging" code "3" (= code vergoeding op weekbasis") in. Vermits de cyclus over vier weken loopt, moet in de zone " cyclus""4" ingevuld worden. In de zone "basisbedrag van de bezoldiging" vult u "190 000" in, namelijk het loon voor de volledige cyclus van vier weken uitgedrukt in eurocent.

Voor de vergoeding van de 30 eerste dagen volledige tijdelijke arbeidsongeschiktheid wordt dit loon door de arbeidsongevallenverzekeraar omgezet naar een jaarloon door 190 000 te delen door 20 (zijnde het aantal te presteren dagen in de vijfdagenweek over een periode van 4 weken), maal 261 (zijnde 365 dagen over een volledig kalenderjaar min 52 zaterdagen en 52 zondagen). Aan dit bedrag wordt de eindejaarspremie toegevoegd als de werknemer hierop recht heeft.

Voorbeeld commissielonen:

Indien de werknemer die door een arbeidsongeval getroffen is geheel of gedeeltelijk op basis van commissielonen wordt vergoed, dan zal de arbeidsongevallenverzekeraar het jaarloon op basis waarvan de vergoedingen worden uitgekeerd gedurende de eerste 30 dagen tijdelijke arbeidsongeschiktheid berekenen op de RSZ-aangiften van de vier kwartalen die het arbeidsongeval voorafgaan. Voor deze werknemer vult u in het functionele blok 900068 " tewerkstellingslijn van de werknemer" voor de zone 00056 "bezoldigingswijze" code "2" (= bezoldiging op commissie) in. De functionele blokken "bijkomende vergoedingen" (blok 90032) en "aanvullende berekeningsbasis van de uitkeringen" (blok 90031) moet u niet invullen.

Voorbeeld onthaalouders:

Voor de bepaling van de vergoeding van een onthaalouder gelden bijzondere bepalingen. Om een correcte berekening mogelijk te maken vult u in de zone " gemiddeld aantal uren per week van de getroffene" ( = factor Q ) het product van 9,50 uren en het aantal erkende opvangplaatsen bij de betrokken onthaalouder in. In de zone "gemiddeld aantal uren per week van de maatpersoon" ( = factor S) vult u steeds 38 uren in.

Voor een onthaalouder die een erkenning heeft voor drie opvangplaatsen vult u dus als factor Q 28,50 uren in ( = 9,50 uren X 3 erkende opvangplaatsen), als factor S vult u 38 uren in.

2.7 - Aanvullende berekeningsbasis van de uitkeringen (functioneel blok 90031)

Verplicht in te vullen blok indien de werknemer niet per stuk, per taak, per werk of per commissie bezoldigd wordt.

  • De zone 00378 "code eindejaarspremie" en de zone 00111 "waarde overeenstemmend met de code eindejaarspremie": zie technisch glossarium arbeidsongevallen.
  • In de zone 00382 "andere voordelen al dan niet onderworpen aan de RSZ" geeft u het totaalbedrag op jaarbasis van nog niet eerder vermelde voordelen die u aan de betrokken werknemer toekent. Dit bedrag is uitgedrukt in eurocent. Daarna beschrijft u al de in aanmerking genomen voordelen waarmee u rekening hield bij de samenstelling van dit totaalbedrag. Het kan hier bijvoorbeeld gaan om:
  • De bedragen die gelden als terugbetaling van de kosten voor de verplaatsingen die de werknemer met zijn persoonlijk voertuig heeft verricht om zich van zijn woonplaats naar de plaats van zijn tewerkstelling en vice versa te begeven;
  • Het totaal jaarlijks bedrag dat de werknemer wordt toegekend wegens zijn aansluiting bij een vakorganisatie;
  • Het bedrag van de geschenkencheques die voldoen aan de afwijkende voorwaarden bepaald in artikel 19 van het KB van 28 november 1996. Dit is het bedrag van de geschenkencheques met een beperkte looptijd, die niet in speciën aan de begunstigde mogen worden uitbetaald en waarvoor het totaal bedrag van 24,79 euro per jaar per werknemer en 24,79 euro voor elk kind ten laste van de werknemer niet wordt overschreden. Deze cheques worden toegekend naar aanleiding van Sinterklaas, Kerstmis of Nieuwjaar;
  • De aandelenopties die voldoen aan de strikte voorwaarden beschreven in artikel 45 van de wet van 27 december 1984 om aanspraak te kunnen maken op fiscale vrijstelling (gereglementeerde aandelenopties). De optie moet betrekking hebben op aandelen van de vennootschap die de werknemer tewerkstelt op het ogenblik van de optie, of van een dochtervennootschap. De werknemer moet een vaste functie uitoefenen of minstens één jaar in dienst zijn. Het bedrag van de optielichting mag niet meer bedragen dan 500 000 BEF (bedrag in euro wordt later meegedeeld) of 25% van de bezoldiging van het laatste jaar;
  • Het bedrag van de werkgeversbijdrage voor de pensioen- en/of hospitalisatieverzekering dat u betaalde.

U vult 0 in indien u geen bijkomende voordelen toekent.

2.8 - Gegevens over de beschermende maatregelen (functioneel blok 90360)

Vanaf 2008 moet de werkgever in de ongevallenaangifte het of de beschermingsmaatregel(en) beschrijven die het slachtoffer eventueel droeg op het moment waarop het ongeval gebeurde. Twaalf middelen worden opgesomd in de aangifte (zone 00888). Als het slachtoffer een of meerdere van deze beschermingsmiddelen droeg, dan vermeldt de werkgever dat. Indien het slachtoffer één of meerdere beschermingsmiddelen droeg die niet voorzien zijn in de lijst, dan beschrijft de werkgever deze in de zone 00887. Het is mogelijk één of meerder beschermingsmiddelen uit de lijst te beschrijven en er in de zone 00887 één of meerdere andere beschermingsmiddelen aan toe te voegen.

2.9 - Gegevens over de plaats van het ongeval (functioneel blok 90361)

Vanaf 2008 moet de werkgever het precieze adres van het ongeval opgeven. De plaats van het ongeval kan de onderneming zelf zijn, de openbare weg of een andere plaats (zone 00889).

Als het ongeval in de onderneming plaatsvond, wordt het adres automatisch in de aangifte ingevoerd, in de veronderstelling dat de aangifte gebeurt op het portaal van de sociale zekerheid (web). Als het ongeval buiten de onderneming plaatsvond, moet de werkgever het adres ervan (straat, huisnummer, brievenbus, postcode, gemeente en land) in blok 90361 invoeren. Dit is geval wanneer het ongeval bijvoorbeeld niet op de maatschappelijke zetel van de onderneming gebeurt, maar in een vestigingseenheid van de onderneming, of in het inleenbedrijf in geval van uitzendarbeid, of in de onderneming waar het slachtoffer werkzaamheden verrichtte in het kader van werkzaamheden van een onderneming van buitenaf.

Als het ongeval plaatsvindt op de openbare weg moet de werkgever verduidelijken of het om een verkeersongeval gaat.

Als het ongeval plaatsvindt op een mobiele of tijdelijke werkplaats, moet de werkgever enkel het werfnummer en de postcode aanduiden.